
Het is tijd voor de proloog! We weten immers hoe het afloopt, maar willen we ook niet weten hoe het allemaal is begonnen…?
Iedere keer wanneer wij langs Raamsdonk rijden en de kerk al van verre goed te zien is, roept onze peuter: “Kijk, oma’s kerk!” Waarna het verhaal volgt dat oma deze kerk heeft gebouwd. Dat is in ieder geval wat hij ervan gemaakt heeft, maar hoe zit de vork nou echt in de steel?
Wij hadden het er met onze peuter over dat zijn opa vroeger in Raamsdonk heeft gewoond. Als kleine jongen, met zijn vader en moeder. En zijn vader en moeder waren de opa en oma van papa! Nou, toen was onze peuter natuurlijk allang de draad kwijt, maar hij luisterde aandachtig naar de verhalen over dat de opa en oma van papa vlakbij de kerk woonden en dat zij een moestuintje achter de kerk hadden. (Als je over het muurtje kijkt dan zie je ze nog liggen.) Papa kwam hier vroeger dan ook vaak om bij opa en oma te spelen.

Waarna – op geheel logische, maar onnavolgbare wijze – onze peuter de volgende conclusie trok:
“Oma heeft de kerk gebouwd!”
Ondanks onze tegenwerpingen (“Nou, oma heeft hem niet gebouwd hoor.” – “Papa’s oma woonde vlakbij de kerk.”) konden we het idee dat oma hier een kerk gebouwd had niet meer uit zijn hoofd krijgen.
En ach, eigenlijk is het best een mooi verhaal! Bovendien verdient deze kerk – die toch echt wel één van de mooiste, zo niet de mooiste van de omgeving is – echt wel een eigen cache om voor een laatste keer nog even fijn kerken te kijken.
