Summary in English: This short hike takes place in and near the 'Zuidveensche Landen en Kraggen', part of the national park 'De Wieden'. Start at N 52° 45.787 E 006° 05.604; cross the pedestrian bridge nearby. Follow the path to N 52° 46.021 E 006° 05.594 and discover the birds that lead to the cache.
The actual cache is on N52°45.ABC E006°05.DEF
A= Baardmannetje B= Scholekster (zomer) C= Bosrietzanger
D= Kerkuil E= Regenwulp F= Tafeleend (vrouw)
The cache is outside the nature reserve. Needless to say, do not leave the path when you're inside the park.
De Wieden:
Aan de Auken liggen de Zuidveensche Landen en Kraggen. Dit kleine stukje natuur vormt het alleruiterste randje van de Wieden. De Wieden is een uitgestrekt natuurgebied, dat gelegen is tussen twee stuwwallen: aan de noordkant de Steenwijker Kamp en de Havelterberg en aan de zuidkant het Land van Vollenhove. In z'n geheel is het bijna 6000 hectare groot en daarmee vormt het samen met het aangrenzende Nationale Park de Weerribben één van de belangrijkste en grootste laagveenmoerassen in Noordwest Europa. Ooit was het gebied, waar nu de Wieden en de Weerribben liggen, een stroomdal van rivieren. Op de plaatsen waar het water niet verder kon ontstonden rietlanden, waar planten als veenmos en zegge groeiden. Na afsterving verwerden deze planten tot laagveen, doordat ze in de zuurstofarme omgeving niet volledig konden afbreken. Toen mensen ontdekten dat veen als je het droogde uitermate geschikt is als brandstof (turf), kwam de turfwinning in dit laagveengebied op gang.
Verveners trokken vooral in de 18e en 19e eeuw massaal naar Noordwest Overijssel om daar turf te komen steken. Hierbij groeven ze het veen in lange repen van ongeveer 30 meter breed af. De uitgebaggerde repen vulden zich met water en zo ontstonden de trekgaten of weren. Tussen deze weren lieten de verveners smalle stroken land (de ribben) vrij, zodat het veen daar te drogen kon worden gelegd. Vooral in de Weerribben is dit patroon van weren en ribben nog steeds goed zichtbaar. In wat nu de Wieden heet gingen de verveners wat voortvarender aan de slag. In hun enthousiasme om zoveel mogelijk turf te steken lieten zij het achterwege om stroken land te behouden of zij maakten de ribben te smal met als gevolg dat deze tijdens stormen werden weggeslagen. Op deze manier ontstonden enorme waterplassen, die zich door afbrokkeling en nieuwe stormen weer verder uitbreidden. Zo kon het gebeuren, dat tijdens een stormvloed het dorp Beulake in z'n geheel door het water verzwolgen werd. (Het schijnt dat op mistige nachten de torenklok nog steeds klinkt over het water waaronder het dorp tegenwoordig verborgen ligt…)
Na verloop van tijd raakte de veenvoorraad uitgeput en bovendien werden er alternatieve brandstoffen ontdekt. Het resultaat was dat geen turf meer gewonnen werd. Sindsdien groeien de trekgaten en meren langzaam maar zeker dicht met lisdodde, krabbescheer en andere op het water drijvende planten. Tijdens dit verlandingsproces ontstaat trilveen (ook wel kragge genoemd): een dikke laag grond die op het water drijft en daardoor letterlijk begint te trillen als je er op loopt. Op dit trilveen kun je zeldzame, beschermde plantjes zoals zonnedauw en verschillende orchideeënsoorten aantreffen. Naarmate het trilveen vaster wordt, raakt het overwoekerd met struiken, wilgen en elzen en zo ontstaat geleidelijk aan een dicht begroeid moerasbos. In de Zuidveensche Landen en Kraggen zijn diverse stadia van het hierboven beschreven verlandingsproces te zien: open water, rietland en moerasbos. Daarmee is het stuk natuur een ideaal broedgebied voor allerlei vogels. Vogelaars zijn hier dan ook regelmatig te vinden om purperreigers en karekieten te spotten of om 's avonds een roerdomp te horen roeren of dompen of hoe dat ook heet.
Het doel:
Voor deze cache is het de bedoeling dat je op zoek gaat naar een aantal vogels die je in dit gebied kunt vinden, en die je zullen helpen de cache lokatie te bepalen.
De route:
Op N 52° 45.787 E 006° 05.604 kun je je auto of fiets neerzetten (OV is geen optie tenzij je eerst flink wat kilometers wilt lopen). Tegenover de parkeerplaats zie je een bruggetje: de enige ingang tot het vogelgebied. Eenmaal over de brug volg je het pad naar N 52° 46.021 E 006° 05.594, een wandeling van een paar honderd meter. Houd er rekening mee dat dit een kwetsbaar natuurgebied is, en dat honden er niet in mogen!
Aangekomen op het WP moet je de vogels opzoeken, die de aanwijzing vormen van de plek waar we de cache verstopt hebben. Dit klinkt misschien een beetje cryptisch, maar we verzekeren je dat zodra je op de plek komt de bedoeling direct duidelijk wordt. De lokatie van de cache is N52°45.ABC E006°05.DEF
A= Baardmannetje B= Nonnetje C= Bosrietzanger
D= Kerkuil E= Regenwulp F= Tafeleend (vrouw)
De toegankelijkheid tot de cachelokatie verschilt per jaargetijde. Hou in ieder geval in de zomer rekening met brandnetels. Kijk uit voor toevallige belangstellenden. Succes met zoeken!