Nederlandse versie
De spoorweg Ieper-Komen werd in 1854 aangelegd en ligt op deze plek in een diepe sleuf. De vrijgekomen grond kwam terecht in een aantal kunstmatige heuveltjes: Hill 60, The Dump en The Caterpillar. Dit betekent "rups" omwille van zijn grillige kronkelvorm. Eind 1914 groeven de Duitse en Britse legers zich in. De kunstmatige heuvels gaven een uitstekend uitzicht op de omgeving. The Caterpillar werd Duits, The Dump werd Brits en Hill 60 werd keihard betwist door beide legers en werd één van de bloedigste stukken van het front rond Ieper.
In december 1916 / januari 1917 werd een samenhangend plan goedgekeurd voor een aanval ten Zuiden van Ieper. De aanval zou worden ingezet met het laten ontploffen van een reeks enorme springladingen in tunnels diep onder de Duitse stellingen. Om de diepe tunnels te beschermen was er een enorm complex aan ondiepe en halfdiepe tunnels aangelegd voor allerlei doelen: ondergrondse schuilplaatsen (dugouts) voor manschappen, luisterposten, geboorde tunnels voor kleine springladingen (camouflets) om vijandelijke tunnels te beschadigen enz. De hoofdtunnel werd "Berlin Tunnel" genoemd omdat voor de infanterie de activiteiten van de "tunnelers" zo intensief was dat de tunnel wel in Berlijn moest uitkomen.
Eén mijntunnel met 24 ton aan explosieven werd aangelegd diep onder Hill 60. Een veel langere tunnel met aan het eind 32 ton aan explosieven kwam onder de Caterpillar.
De aanleg van de tunnels is begonnen door 4 gespecialiseerde Engelse "Tunneling Companies" waar vooral mijnwerkers en arbeiders met ervaring in de aanleg van de Londense metro en riolering in dienst waren. Zij ontwikkelden de technieken om met zo weinig mogelijk geluid en toch efficiënt met de hand klei uit te graven en zij bouwden hun eenheden uit tot een gespecialiseerd technisch korps met eigen vrijheden en regels. De diepe mijnen met de bijhorende moeilijke aanleg van diepe mijnschachten werd uitgevoerd door de 1st Australian Tunneling company.
Op 7 juni 1917 werden deze beide mijnen tot ontploffing gebracht. In totaal ontploften binnen een 20-tal seconden 19 mijnen met 455 ton explosieven. Het was de grootste geplande explosie ooit tot de test met een nucleair wapen in 1945. De knallen en aardschokken werden gemerkt tot in Londen. De erop volgende aanval van de heuvelrug bij Wijtschate en Mesen was een enorm succes, dat echter niet werd uitgebuit. In de geschiedenis viel de succesvolle mijnenslag bij Ieper volledig weg tegenover de zinloze slachting van vele tienduizenden in de modder rond Passendale, minder dan 2 maand later.
De Caterpillar Crater is nu een heel rustige plek in het Vierlingenbos. De plek is veel minder bekend bij de fronttoeristen dan zijn buur Hill 60.
In de buurt liggen ook een reeks Duitse bunkers van wellicht 1915 of 1916. Deze lagen op de tweede loopgraaf. De Duitse soldaten maakten veel meer gebruik van betonnen schuilplekken dan de Britten.
Pas in 2008 slaagde de NMBS erin om de spoorweg in deze zone vol tunnels terug volledig te stabiliseren en was het niet langer nodig om de treinen op deze plek vertraagd te laten rijden.
In 2010 is dit stukje oorlog vereeuwigd in de speelfilm Beneath Hill 60.
English version
The railway Ypres-Comines was constructed in 1854. Right here, it is built in a deep trench, called "railway cutting" on the British WW1 maps. The excavated earth was piled in three artificial mounds: Hill 60, The Dump en The Caterpillar. The last one was named after its strangly twisted shape on the map. By the end of 1914 the German and British armies entrenched themselves in a wide semi-circle around Ypres. The artificial mounds gave a perfect view on the surrounding area. The Caterpillar was settled by the Germans, The Dump by the British and Hill 60 was the object of hard and bitter fighting between both armies and became one of the bloodiest spots of the frontline around Ypres.
In December 1916 / January 1917 a comprehensive plan was approved for an attack south of Ypres. The attack would be started by detonating a series of massive explosive charges in tunnels deep under the German strongholds. To construct and protect these deep tunnels, a sophisticated complex of tunnels at various depths was developed, with various purposes: underground rooms (dugouts) for sheltering the men, listening posts, small drilled tunnels to place small charges (camouflets) to damage the enemy's tunnels etc. The main tunnel was nicknamed "Berlin Tunnel" because the infantry troops in the sector judged that the activity of the tunnelers was so intensive that their tunnel probably would go on all the way to Berlin.
Under Hill 60, a tunnel was built with 24 ton of explosives at its end. A much longer tunnel with 32 tons of explosives was built under the Caterpillar.
The construction of the complex of tunnels was started by 4 specialised English "Tunneling Companies" where miners and workers with experience in the construction of the London metro and sewer system were enlisted. They developed the techniques to manually dig the Yprisian clay both very silently and efficiently. They also managed to get recognised as a specialised corps of technicians with their own set of rules and freedoms. The deep mines with their associated shafts were realised by the 1st Australian Tunneling company.
On June 7th 1917, both mines were detonated. In total, 19 mines packed with 455 ton of explosives were exploded within 20 seconds. It was the largest planned explosion until the first test of a nuclear bomb in 1945. The blast was heard and the earthquakes were felt up to London. The following attack of the ridge of Wytschaete and Messines was a clear success, which was not exploited further however. In the history of WW1, the successfull mine battle of Messines was completely forgotten against the massive and meaningless slaughter in the mud around Passchendaele, less than 2 months later.
Today, the Caterpillar Crater is a quiet and peaceful spot in the "Vierlingen Wood" (the former "Battle Wood"). It is much less visited by frontline tourists than its neighbor Hill 60.
Near the Crater there are some German bunkers of 1915 or maybe 1916. They were all on the second line of defense. The German army provided much more solid concrete shelters to its soldiers than the British army.
Only in 2008 the Belgian Railroad managed to completely stabilise the railway bed in this zone full of tunnels and it was no longer necessary to reduce the speed of the trains passing by.
In 2010 this part of the war was the main theme of the Australian movie Beneath Hill 60.
Version Française
Le construction du chemin de fer Comines-Ypres date de 1854. Ici, le chemin de fer se trouve dans une fosse profonde. La terre était entassé sur trois petites collines artificielles qui seraient nommées plus tard : "Hill 60", "The Dump" et "The Caterpillar" (ce dernier signifie "chenille" par sa forme sinueuse sur la carte). Fin 1914, les armées Allemands et Britanniques s'installaient dans des lignes de tranchés. Les collines artificielles donnaient un vue excellent sur les environs. Le "Caterpillar" devenait allemand, le "Dump" Britannique et Hill 60 était contesté sans cesse par les deux armées et devenait un des coins les plus infernaux du saillant d'Ypres.
En décembre 1916 / janvier 1917 un plan cohérant pour une attaque au sud d'Ypres recevait l'accord. Le début de l'attaque serait l'explosion simultanée d’une série de mines profondes sous les positions allemandes. Pour protéger les mines profondes, toute une série de tunnels de faible en moyenne profondeur était construit avec plusieurs fonctions : abris sous-sol ("dugouts") pour les hommes, postes d'écoute, des petits tunnels forés pour positionner des explosifs prés des tunnels de l'ennemi (camouflets), etc. Le tunnel principal était appelé "Berlin Tunnel" parce que l'infanterie jugeait les activités de leurs collègues du génie tellement intensif que sans aucune doute le tunnel devrait aller jusqu'à Berlin.
La mine sous Hill 60 était chargé de 24 tonnes d'explosifs. Un tunnel beaucoup plus long menait jusqu’à sous le Caterpillar et était chargé de 32 tonnes.
La construction était commencé par 4 compagnies de génie anglaises, formés surtout de soldats avec une expérience solide dans les mines de charbon ou dans les constructions des égouts et du métro sous Londres. Ils ont développés des techniques spéciales qui permettaient d'excaver l'argile très efficace et au même temps avec le moindre brut possible. En même temps, ils s'organisaient comme une unité très spécialisé avec des règles et de libertés bien différentes du reste de l'armée. Les mines profondes avec leurs puits d'accès sont réalisés par le 1st Australian Tunneling company.
Juin 7, 1917 les deux mines sont détonnées. En total 19 mines sont détonnées en moins de 20 secondes avec en total 455 tonnes d'explosifs. C'était l'explosion la plus forte de l'histoire militaire jusqu'au teste d'une bombe nucléaire en 1945. Le bruit et les tremblements étaient remarqués jusqu'à Londres. L'attaque de la crête de collines de Wytschaete et Messines était un succès éclatant, cependant sans conséquences stratégiques. La mémoire du succès de cette bataille des mines a été complètement effacée par le carnage insensé de milliers et milliers de soldats dans la boue de Passchendaele, 2 mois plus tard.
Le cratère de Caterpillar est maintenant un endroit très calme dans le bois de Vierlingen. L'endroit est beaucoup moins connu parmi les touristes anglais que son voisins Hill 60. A proximité se trouvent également une série de bunkers allemands de peut-être 1915 ou 1916. Ils faisaient partie de la deuxième ligne de tranchées. Les soldats allemands utilisaient beaucoup plus de cachettes en béton que les Britanniques.
Seulement en 2008 la SNCB a pu stabiliser suffisamment le sol sous la voie ferré dans cette zone plein de tunnels et il n'était plus nécessaire de ralentir les trains à cet endroit.
En 2010, cet aspect de la Grande Guerre est immortalisé dans le film Beneath Hill 60.
Found by geocachers coming from ...
Australia
Austria
Belgium
Canada
Czech Republic
Danmark
Estonia
Finland
France
Germany
Ireland
Luxemburg
Netherlands
New Zealand
Slovakia
United Kingdom
United States