Bruggen
De eerste bruggen ontstonden uit de natuur dus hoefden mensen er
niks aan te doen. Er vielen bijvoorbeeld bomen om of er werden
stenen uitgesleten. Toen dachten de mensen dat kunnen we zelf ook
dus gingen ze zelf bruggen bouwen van om gehakte boomstammen. Maar
deze spoelden bij hoog water weer weg en konden nooit zo lang
worden als de bruggen die we nu kennen.
De geschiedenis van bruggen ontstaat vooral door de steeds grotere
afstand die mensen wilde maken. De stenen Romeinse bruggen waren
niet langer dan 30 meter.
De meeste bruggen vanaf 1900 zijn gebouwd van staal, beton of
allebei. Doordat er steeds meer kennis en steeds lichtere
materialen komen kunnen er steeds langere bruggen gebouwd worden.
Dat is duidelijk te zien bij de hangbrug, de soort brug dat het
langste is.
Functie van de brug
Alle bruggen in de wereld zijn meestal gemaakt omdat er
auto’s, bussen, vrachtwagens en soms ook treinen aan de
andere kant te brengen waar normalen wegen of sporen niet door heen
kunnen. Bruggen worden altijd geplaatst op plekken waar er geen
normalen wegen aangelegd kunnen worden. Vroeger lieten de mensen vb
Romeinen bruggen bouwen zodat ze met hun legers over de rivieren
konden gaan.
Materialen
Bruggen worden van verschillende materialen gemaakt. Iedere brug
heeft een eigen karakter. Dat karakter wordt voor een belangrijk
deel bepaald door het materiaal waar van de brug is gemaakt. Een
lange tijd werd er alleen steen en hout gebruikt om bruggen te
bouwen. In de 19e eeuw kwamen daar ijzer en beton bij. Voor
speciale onderdelen wordt er nu ook aluminium of kunststof
gebruikt. Later over een aantal jaren zullen ze ook materialen
zoals glasvezels en koolstofvezels gebruiken. Al deze materialen
hebben eigen kenmerken. Het ene materiaal is erg sterk, het andere
buigzaam of gemakkelijk te bewerken. De materialen hebben
verschillende kleuren, uitstralingen en ze worden anders afgewerkt.
De vorm van een brug heeft veel te maken met het materiaal, het
zijn vaak de kleine details van het materiaal die voor het karakter
van een brug zorgen.
 |
Beweegbare bruggen.
Bruggen zijn er in veel soorten en maten. Je hebt vaste en
beweegbare bruggen. De belangrijkste beweegbare bruggen zijn de
ophaalbrug, de basculebrug, de draaibrug en de hefbrug. Beweegbare
bruggen zijn meestal niet erg groot en vrij laag.
Draaibruggen.
De draaibrug draait om een verticale as. Een draaibrug kan twee
gelijke armen hebben waardoor in geopende stand twee
doorvaartopeningen ontstaan. Als er maar één doorvaartopening nodig
is kan een ongelijkbenige draaibrug worden toegepast.
Ophaalbruggen.
De kastelen die wij kennen, zijn meestal omringd door een gracht.
Men kan in het kasteel komen door over een "valbrug" te gaan, die
over de gracht is gebouwd. Mochten vijanden een aanval op het
kasteel willen doen dan kan men de valbrug omhoog trekken, waarbij
het val zowel de overbrugging over de gracht onderbreekt als de
toegangspoort tot het kasteel afsluit. Uit deze valbrug is de
ophaalbrug afgeleid. Een ophaalbrug maak je meestal als je maar een
klein stukje water over moet.
Hefbruggen.
Het wegdek van een hefbrug wordt in horizontale stand omhoog
geheven. Dit wegdek wordt opgehangen aan evenwichtskabels, die over
de evenwichtswielen, die gedragen worden door de heftorens, lopen.
De hijskabels zorgen ervoor dat de brug kan worden geheven. Deze
kabels zijn aan één zijde van de brug aanwezig. De rechthoudkabels
zijn nodig om te voorkomen dat de brug tijdens het bewegen scheef
gaat hangen. Rechthoudkabels kunnen enkel of dubbel worden
gemaakt.
Vaste bruggen.
Als er vaak grote schepen onder een brug doormoeten, is een
beweegbare brug niet handig. De brug moet dan te vaak open en
dicht. Zo ontstaan er lange rijen van wachtende auto’s en
fietsers. Het is dan slimmer om een vaste brug te bouwen. Deze brug
kan niet open en dicht. Maar dat hoeft ook niet, want hij is zo
hoog dat schepen er onderdoor kunnen varen.
Vaste bruggen zie je vaak over de grote rivieren of kanalen. Ze
zijn meestal groter dan beweegbare bruggen. Er zijn ook vaste
bruggen met een beweegbaar deel. Als er grote schepen passeren,
gaat alleen dat deel van de brug omlaag.
Hangbruggen.
Bij een hangbrug brengen de hangkabels de belasting op de brug over
op draagkabels, die tussen twee torens zijn opgehangen en in
landhoofden zijn verankerd. In Nederland zijn (nog) geen
hangbruggen gebouwd, omdat de krachten in de draagkabels heel groot
zijn en daardoor grote horizontale krachten op de landhoofden
worden uitgeoefend. Doordat de draagkracht van de bodem in
Nederland niet groot is zijn deze landhoofden erg kostbaar. Pas bij
hele grote overspanningen (groter dan 500 meter) zijn deze bruggen
aantrekkelijk.
Tuibruggen.
Tuibruggen lijken op hangbruggen, maar bij tuibruggen worden de
tuien van de torens rechtstreeks aan het wegdek vast gemaakt en bij
hangbruggen gaat het eerst van de ene naar de ander toren en dan
word het pas aan het wegdek vast gemaakt. Er zijn dus geen hang- en
draagkabels
Boogbruggen.
Een grote boog die in beide oevers is verankerd, steunt de brug.
Meestal zitten er ook nog balken aan het wegdek vast. Een
boogconstructie is erg sterk. Het weg dek kan op verschillende
hoogtes worden geplaatst, het wegdek kan boven de boog, in de boog
en onder de boog.
De cache:
Is een wandeltocht van ongeveer twee km in totaal.
Parkeren kan op N 52° 52.174 E 005° 59.363
Vraag 1 GC2QCZX N 52° 52.194 E 005° 59.384
Welke school staat als tweede vermeld op het bord? Neem de
letterwaarde van de 8ste letter A=
Vraag 2 GC2QCZX N 52° 52.231 E 005° 59.434
Uit hoeveel houten planken waar u over heen kunt lopen bestaat de
brug? B=
Vraag 3 GC2QCZX N 52° 52.213 E 005° 59.443
Hoeveel deuren met deurkrukken treft u hier aan? C=
Vraag 4 GC2QCZX N 52° 52.182 E 005° 59.477
Er staat hier een paaltje langs het pad. Welke kleur heeft de
kop?
Rood=1
geel=2
blauw=3 D=
Vraag 5 GC2QCZX N 52° 52.137 E 005° 59.389
Ook dit bruggetje heeft houten loopplanken. Hoeveel zijn dit?
E=
N 52° 52.124 E 005° 59.326 Loop via dit punt.
Vraag 6 GC2QCZX N 52° 52.103 E 005° 59.351
Hoeveel verticale balken zitten er in de gehele leuning? F=
Vraag 7 GC2QCZX N 52° 52.104 E 005° 59.385
Hoeveel verticale balken zitten er in de gehele leuning? G=
Vraag 8 GC2QCZX N 52° 52.032 E 005° 59.450
Wij staan hier met zijn .... op een rijtje. H=
N 52° 52.041 E 005° 59.493 Loop via dit punt.
Vraag 9 GC2QCZX N 52° 51.987 E 005° 59.543
Ook deze brug heeft verticale balken. Dit zijn er ... J=
Vraag 10 GC2QCZX N 52° 51.901 E 005° 59.530
Hoeveel horizontale donkere spijlen heeft deze brug? K=
De cache ligt op:
Noord 52° 5(B-E).(F+H-G)(A-H)(K-J)
Oost 005° 5((G-F)xH).(C+D)(A+H)(K-F+H)
Succes