Swifterbant's First Nano
Swifterbant
een stukje
geschiedenis.
‘Waarlijk, ons
leven is te kort om wanneer wij iets tot stand willen brengen, het
volmaakte te bereiken en geen fout te begaan.
Veel beter is
het daarom van tijd tot tijd maar eens door te tasten of door te
hakken, op gevaar af zo en dan eens een fout te
begaan.’
Dr. Ir. C.
Lely
Al in de
17e eeuw werden in ons land binnenmeren drooggemalen met
behulp van windmolens, waardoor niet alleen vruchtbare grond werd
verkregen maar ook het gevaar van oeverafslag en overstroming werd
voorkomen. Zware stormvloeden bleven echter de lage landen rond de
Zuiderzee teisteren, vooral omdat in de Middeleeuwen een open
verbinding met de Noordzee was ontstaan. Van grote delen van het
omliggende land heeft de zee zich in de loop van de tijd meester
gemaakt, terwijl eveneens grote gebieden van tijd tot tijd onder
water liepen.
Het was Hendric
Stevin (zoon van de beroemde Simon Stevin), die al in 1667 een plan
opstelde ‘hoe het gewelt en vergif der Noortsee uytten Verenigt
Nederland te verdrijven sij’. Maar het was toen technisch helemaal
niet mogelijk om een dergelijk groot project uit te voeren, maar na
de droogmaking van de 18.000 ha grote Haarlemmermeer met behulp van
een stoomgemaal werd Stevin’s plan toch weer
actueel.
De in 1886 door
particulieren opgerichte Zuiderzeevereniging bestudeerde de
afsluiting van de Zuiderzee, om tot een betere waterbeheersing te
komen voor de randgebieden. Over landaanwinning ten behoeve van de
landbouw werd in die tijd, toen de landbouw een minder goede tijd
doormaakte, nog niet gerept. Het was ir. C. Lely, die het onderzoek
naar de technische uitvoerbaarheid en de economische wenselijkheid
van de afsluiting en eventuele inpoldering van de Zuiderzee
leidde.
Ettelijke plannen
met betrekking tot de afsluiting en inpoldering werden door
deskundigen ontworpen; wetsontwerpen werden zonder succes
ingediend, tot ir. Lely er in 1918 in slaagde zijn wetsontwerp
aangenomen te krijgen. Ongetwijfeld zullen de watersnood van 1916
en het voedseltekort in de Eerste Wereldoorlog het parlement van de
noodzaak van de plannen om de Zuiderzee af te sluiten en
gedeeltelijk droog te maken overtuigd hebben. En zo werd dan van
1927 tot 1932 gewerkt aan de Afsluitdijk; viel in 1930 de
Wieringermeerpolder droog en leverde in 1942 de Noordoostpolder nog
eens 48.000 ha uitstekende landbouwgrond op.
Op 13 september
1956 werd het laatste gat in de 90 kilometer lange ringdijk
gedicht. Koningin Juliana stelde gemaal Wortman in werking, dat,
met de beide andere gemalen, anderhalf miljard m3 water moest
‘uitslaan’ om een gebied van ruim 54.000 ha droog te
maken.
Op 29 juni 1957
werd Oostelijk Flevoland officieel droog verklaard. Er lag een
onafzienbare moddervlakte, die vanaf dat moment geschikt moest
worden gemaakt voor wonen, werken en
recreatie.
Voor de
huisvesting van de arbeiders bouwde de gemeente Kampen extra
woningen en werden barakkenkampen ingericht bij Roggebotsluis en
Dronten. Later ook bij Biddinghuizen en
Swifterbant.
In de beginjaren
was in het nieuwe land dus nog geen blijvende bewoning aanwezig.
Groepen van mensen, die bij de uitvoering van de werken waren
betrokken, kwamen en gingen. Slechts geleidelijk kwam de bewoning
door een zich vestigende bevolking op gang. Deze bevolking was
voorlopig nog zo klein, dat daaruit geen ‘normale’
bestuursorganisatie kon worden opgebouwd. Het bestuur werd daarom
opgedragen aan een bij een speciale wet in 1955 ingesteld ‘openbaar
lichaam ‘Zuidelijke IJsselmeerpolders’, onder leiding van een
landdrost.
In 1955 dacht de
Dienst der Zuiderzeewerken nog dat Oostelijk Flevoland woon- en
werkruimte (over recreatie werd toen nog niet gesproken) zou gaan
bieden aan ongeveer 30.000 inwoners, in de hoofdstad Lelystad, in
elf dorpen (Larsen, Swifterbant, Roggebot, Dronten, Biddinghuizen,
Zeewolde, Abbert, Burchtkamp, Hoophuizen, Bremerberg en Zelhorst)
en verspreid op boerderijen. De kleine dorpen zouden onderdak
bieden aan boerenarbeiders, die op fietsafstand van de boerderijen
zouden wonen. De komst van de bromfiets en nog later de opkomst van
de auto zouden de plannen drastisch veranderen. Uiteindelijk bleven
de woonkernen Lelystad, Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant
over.
De kern Swifterbant
In de jaren
vijftig kreeg prof. ir. W.J.G. van Mourik uit Velp de opdracht het
stedenbouwkundig ontwerp voor de kern Swifterbant te maken. Het
plan omvatte ongeveer 200 woningen voor ca 800 inwoners met daarbij
voorzieningen als scholen, winkels en een industrieterrein. Er was
in het dorp een centrale ruimte, De Greente, gecreëerd en de
situering van winkels aan de rand van het dorp.
In 1965 werd het
plan opgewaardeerd tot 3.500 inwoners, o.a. om voor voldoende
draagvlak voor de middenstand te zorgen.
De familie De
Valk, afkomstig uit Kampen, kwam op 20 november 1963 als eerste
gezin naar Swifterbant. Zij betrokken een woning aan de Lange
Streek 53.
Medio 1964
vestigden middenstanders zich in woningen, die tijdelijk als winkel
werden ingericht: zuivelhandel Vinke, bakker Werkman,
textielhandelaar Petersen en rijwielhandelaar Kloppenburg.
Kruidenier Van der Kamp opende een noodwinkel tegenover het in
aanbouw zijnde winkelcentrum aan De Poort. De Raiffeisenbank betrok
aan nieuw kantoor aan de Greente, de Boerenleenbank begon in een
houten gebouwtje.
Op 20 oktober
1965 werd winkelcentrum ‘De Poort’ officieel geopend. De eerste
winkel werd betrokken door de dames- en herenkapsalon van het
echtpaar Moonen.
Swifterbant Cultuur
Groot was de
verrassing toen in de jaren '60 bij het graven van sloten in het
gebied tussen Swifterbant en Lelystad vuurstenen werktuigen en oude
potscherven werden gevonden op een diepte van ruim 5 meter beneden
N.A.P. Deze vondsten toonden aan, dat dit gebied bij Swifterbant in
een ver verleden al bewoond is geweest. Uit opgravingen in latere
jaren bleek dat we hier te maken hebben met bewoningssporen uit het
mesolithicum, de middensteentijd (8000-4000 v. Christus) waarin de
mens alleen van jagen en verzamelen leefde, en uit het neolithicum,
de nieuwe steentijd (4000-1500 v. Christus), waarin de mens een
begin maakte met landbouw en veeteelt.
Aan deze
Swifterbant-cultuur herinnert het kunstwerk "klingkrabber" van Ger
Zijlstra voor de bibliotheek in Swifterbant.
Houd u er
rekening mee
- Dat u de cache een nano
is.
- Dat u probeert de cache ongezien
te loggen.
- Dat het logrolletje in de dop
gedaan moet worden en dan pas afsluiten.
- Een naald handig is bij deze
cache.
Uw wandeling is ca. 10 - 150
meter.
Alle aanwijzingen bevinden zich binnen
10 meter van de opgegeven waypoints.
Zou u zo
vriendelijk willen zijn om geen spoiler's in uw log te
vermelden.
De
cache
Parkeer uw
auto op de parkeerplaats in de buurt van het opgegeven
waypoint!
Denk aan uw
parkeerschijf als u in de blauwe zone staat!
De cache ligt
op N 52°.34.276' - E 005°.38.574'
Succes en veel plezier
bij cache "Swifterbant's First Nano"
|
Help Nederland schoon
houden "Cache In Trash Out"
Als u aan het Geocachen bent neem dan het zwerfaval wat u op uw
tocht tegenkomt even mee. |