Deze vogel die ontegensprekelijk bij de getekende rassen kon worden ingedeeld, was een overwegend lichtgele vogel en erg glanzend, waarvan de grote vleugel- en staartpennen erg donker tot zwart waren. Het ging hier om een mutatie in de pigmentvorming waarbij de 'actieve beletter' geen uitwerking gat op de grote pennen.
Lichaam.
Vrij gedrongen. De borst is vol en rond en licht vooruitstekend. De rug is lichjes rond en vrij breed.
Kop en nek.
De kop is klein in verhouding maar wel goed rond. Korte snavel. Een korte maar stevige hals scheidt kop en lichaam duidelijk van elkaar.
Vleugels.
Kort en goed aansluitend. Geen zichtbare aanhechtingsplaatsen.
Grootte.
12,5 tot maximum 13,5 cm.
Bevedering.
De bevedering moet zacht, zijdeachtig en glanzend zijn.
Staart.
Goed in het verlengde van het lichaam en goed gesloten en vrij kort.Houding.
Half opgericht, ongeveer 60 graden ten opzichte van de zitstok.