Marinemuseum
DEN HELDER
In het Marinemuseum in Den Helder wordt de geschiedenis van de marine in beeld gebracht. Voorname onderdelen van het museum zijn de onderzeeboot 'Tonijn', het ramschip 'Schorpioen' en de mijnenveger 'Abraham Crijnssen' die ook voor het publiek zijn geopend.
|
onderzeeboot Tonijn |
|
mijnenveger Abraham Crijnssen |
Museumschepen
Stap eens aan boord van een oorlogsschip!
Het Marinemuseum zou het Marinemuseum niet zijn zonder echte oorlogsschepen. De belangrijkste museumschepen zijn het ramschip Schorpioen, de mijnenveger Abraham Crijnssen en de onderzeeboot Tonijn.
Kerncollecties Marinemuseum
De objecten en afbeeldingen die vanaf het ontstaan van het Marinemuseum in 1962 de basis voor de collectie van het Marinemuseum vormen.
Het ontstaan van de collectie van het Marinemuseum
Het Marinemuseum ontstond in 1962 toen vice-admiraal b.d. De Vos van Steenwijk zijn privé-collectie van historische marine-objecten overdroeg aan de Nederlandse Staat en toegankelijk maakte voor het grote publiek.
De collectie is inmiddels uitgegroeid d.m.v. gerichte aankopen, particuliere schenkingen en uitgefaseerd materieel van de Koninklijke Marine.
De collectie van het Marinemuseum kende sinds het einde van de vorige eeuw een explosieve groei. Eén voor één werden de verzamelingen van de traditiekamers van de Rijkswerf, de Mijnendienst en het Marine Electronisch en Optisch Bedrijf (MEOB) fysiek onder de hoede van het Marinemuseum gebracht. De collectie van het museum groeide hiermee in een paar jaar tijd met bijna 30 procent tot ruim 20.000 objecten en afbeeldingen.
De groei is hiermee nog niet tot staan gebracht. Aan de ene kant komt er via veilingen en uiteraard vanuit de marine veel indrukwekkend materiaal bij. Maar de belangrijkste aanwinstenbron vormen de duizenden Nederlanders die in het verleden bij de Koninklijke Marine hebben gediend. Honderden van hun tastbare herinneringen worden jaarlijks vanuit privé-bezit aan de collectie toegevoegd.
Sinds 1998 is de Schorpioen (gebouwd in 1867) terug in Den Helder. Het schip is een voorbeeld van de technische ontwikkeling in de internationale marinescheepsbouw in de 19e eeuw. De 19e eeuw betekende de overgang van zeil naar stoom, van hout naar ijzer, van kanonnen met gladde loop naar kanonnen met getrokken loop, van massieve kogels naar granaten en de race tussen artillerie en bepantsering.
De Schorpioen maakt deel uit van het Marinemuseum waarin u kennis kunt maken van de boeiende geschiedenis van de Koninklijke Marine.
Vanaf heden bestaat de mogelijkheid om bezoekers van het Marinemuseum op het Dekhuis aan boord van de Schorpioen te ontvangen in deze bijzondere ambiance. De afgelopen maanden is er hard gewerkt om deze locatie de uitstraling te geven die past in de sfeer van dit Ramschip.
Museumrestaurant
Op het halfdek van het ramschip Schorpioen bevindt zich het museumrestaurant.
Het museumrestaurant bevindt zich aan boord van het ramschip Schorpioen en is geopend tijdens de openingstijden van het museum. In de periode oktober t/m april is het restaurant alleen tijdens de reguliere schoolvakanties geopend
|
Hr. Ms. ramschip de Schorpioen |
Dutch Navy Museum
The Dutch Navy Museum is dedicated mainly to the history of the Royal Netherlands Navy, who gained their 'Royal' status after the Netherlands became a kingdom in 1815. The history prior to this date is shown in brief. It is further illustrated by countless ship models, paintings, weapons and uniforms sporting epaulettes and decorations. Find out what life was like aboard the ironclad ramship 'Schorpioen' (1868), the minesweeper 'Abraham Crijnssen' (1936) and the submarine 'Tonijn' (1966).
Marinemuseum
Das Marinemuseum ist der Königlich Niederländischen Marine gewidmet. Die Marine erhielt ihren königlichen Status, als die Niederlande 1815 ein Königreich wurden. Auch die vorhergehende Geschichte wird kurz dargestellt. Maßstabsgetreue Schiffe, Waffen, Abbildungen und Uniformen mit Auszeichnungen veranschaulichen die Geschichte der Marine. Lernen Sie das Leben an Bord des Ramschiffes 'Schorpioen' (1868), und des Minensuchbootes 'Abraham Crijnssen' (1936) kennen, oder kriechen Sie durch die Luke des Unterseebootes 'Tonijn' (1966).
De Abraham Crijnssen
Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevond de Abraham Crijnssen zich in Nederlands-Indië. In maart 1942 begon onder leiding van luitenant ter zee I. van Miert de voorbereidingen voor de oversteek naar Australië. Het schip werd geschilderd in camouflagekleuren en ook werd het schip met behulp van netten, takken en ander groen vermomd als tropisch eiland. Op 6 maart 1942 21:30 vertrok de Abraham Crijnssen vanuit Soerabaja naar Australië. In de ochtend van 7 maart zagen ze de Eland Dubois en de Jan van Amstel ongecamoufleerd bij het eiland Gili Radja liggen. Daarop besloot de commandant van de Abraham Crijnssen voor anker te gaan bij het oostelijker gelegen Gili Getting. In Gili Getting werden de voorraden aangevuld en de camouflage werd bijgewerkt. Door 's nachts te varen en overdag voor anker te gaan werd via Sapoedi op 9 maart de Noordwestkust van Soembawa bereikt. In Soembawa werd aan land gegaan om kokosnoten te laden. Die avond werd ook zonder problemen ook de Straat van Atlas geslecht waarna ze zich op de Indische Oceaan bevondt en aan een stuk kon doorstomen naar Australië
The Abraham Crijnssen
The Van Amstel Class minesweeper Abraham Crijnssen was constructed in the Netherlands in 1936, for service in the NEI. At the time of the Japanese invasion, it was based at Surabaya in Java, and in early March 1942 was ordered to make its way to Australia. At the time Japanese air superiority was overwhelming, and the crew could see little prospect of the ship making the passage undetected. The minesweeper’s meagre defences were certainly not sufficient to protect it from air attack.
The only possible solution seemed to lie in camouflage, and the ship was accordingly covered with jungle foliage. By lying up during most of the day, and regularly replenishing the protective foliage, the vessel blended into the islands among which she was travelling, and managed to escape notice. On 15 March, Abraham Crijnssen arrived at Geraldton in Western Australia.