De echte tonderzwam, doorgaans tondelzwam genoemd, is een paddenstoel die op bomen groeit die dood of anders er al erg slecht aan toe zijn. Zij behoren tot de opruimers van het bos doordat zij het dode hout als het ware opeten.
De tondelzwam groeit het liefst op beuken, berken en populieren. De tondelzwam is een zeldzaamheid aan het worden en is in Nederland daarom dus beschermd. Om kritiek voor te zijn; deze tonderzwam kwam van een boom die tijdens een storm was omgewaaid en moest worden verwijderd.
Vroeger gebruikte men de tondelzwam om vuur mee te kunnen maken, een zogenaamde tondel, wat weer een verzamelnaam is voor die materialen die licht ontvlambaar zijn en daarom gebruikt werden als aanmaakmateriaal. Men droogde het, sneed het in stukjes en bewaarde het daarna in een tondeldoos.
De 5300 jaar oude en inmiddels wereldberoemde ijsmummie Ötzi had ook een stuk tondelzwam bij zich die hij waarschijnlijk ook als tondel heeft gebruikt.
In Hongarije en Roemenië maakt men van tondelzwammen prachtige gebruiks- en siervoorwerpen zoals hoeden en tassen