Zernike Cache
Buiten kantooruren is de cache niet te bereiken met de auto
Vroege bewoners
De oudste bebouwing van de stad Groningen is gelegen op het einde van de Hondsrug. Deze hoger gelegen zandrug ligt als een wig tussen ten zuiden van de stad gelegen veengronden, die naar het noorden geleidelijk overgaan in hoger gelegen zeekleigronden. In en om het huidige Zernike vestigden de eerste bewoners zich rond 600 v. Chr. tot 400 v. Chr. op de hoge oeverwallen. Bewoners waren veeboeren en akkerbouwers, afkomstig uit Drenthe. Het vee werd in de zomer geweid op de drooggevallen kweldergronden. Met het stijgen van de zeespiegel werden er wierden (wierde: omzoomd terrein) opgeworpen. Op de Hondsrug lag vanouds dé handelsroute tussen het Drentse achter- en het Friese voorland. De handelsroute omvatte de Hereweg-Boteringestraat en vertakte zich in de middeleeuwen ter plaatse van de Nieuwe Kerk in de kleiweg naar Bedum en de weg naar Winsum. Die laatste weg is de Paddepoelsterweg. In de dertiende eeuw werd het Reitdiep gegraven ter vervanging van de dichtgeslibde benedenloop van de Drentse Aa.
Frits Zernike
Frederik Zernike was een Nederlands natuurkundige die in 1953 de Nobelprijs voor de Natuurkunde ontving
voor zijn uitvinding van de fasecontrastmicroscoop. Met dit instrument, een aanvulling op de gewone microscoop, kan het inwendige van levende cellen zichtbaar worden gemaakt. Tevoren was dit onmogelijk omdat voor de gewone microscopie dodelijke kleurstoffen onontbeerlijk waren. Ook werkte hij aan de Zernike-polynomen, een wiskundige techniek die gebruikt kan worden om afwijkingen van lenzen in optische systemen te bepalen.
Vernoemd naar Zernike
In Groningen is een educatief terrein naar Zernike vernoemd: de Zernike Campus.