1. Een extra belasting op die producten zoals tabak alcohol en brandstoffen. De bedoeling is het gebruik hiervan af te remmen.
2. Als de waarde hoger is dan het verzekerd bedrag.
3. Redenen om te sparen zoals: voor later, een dure computer zijn allemaal……
4. De kosten die je betaald voor het omwisselen van vreemd geld.
5. Een financiële bijdrage van de overheid. Waarvoor je niks voor hoeft te doen.
6. Alle bedrijven die samenwerken en meewerken aan het eindproduct.
7. Producten die je zelf maakt voor eigen gebruik.
8. Wat er overblijft van de brutowinst nadat de bedrijfskosten er af zijn gegaan noem je het…..
9. Maatregelen en wetten waarmee de overheid de import belemmert of subsidie geeft aan exportbedrijven om zo je eigen land te
beschermen tegen de concurrentie uit het buitenland.
10. Geld opzij zetten voor grote of onverwachte uitgaven.
11. Kosten die moeten betaald voor het verwerken van een betaling.
12. Een contract waarin een verzekeringsovereenkomst is vastgelegd.
13. Geld dat je van de overheid krijgt waarmee je een deel van de zorgverzekering kunt betalen.
14. Vereniging of stichting die woningen verhuurt en onderhoudt
15. Belasting die je als eigenaar van een auto betaalt.
16. Werkloosheid die ontstaat doordat het werk maar een deel van het jaar is. Bijvoorbeeld aardbeien plukken in de zomer.
17. Landen die met elkaar afspreken om geen protectiemaatregelen te nemen in de handel.
18. Als je gebruikt maakt van geld dat van iemand anders is. En dat je dat later terug betaald met of zonder rente.
19. Het maken van goederen en het leveren van diensten.
20. Landen die net als Nederland de euro als betaalmiddel hebben.
21. Is een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde tijd is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip.
22. Een land dat afhankelijk is van de opbrengst van een of enkele landbouwproducten.
23. Eigen vermogen.
24. Wet die regels geeft voor werk- en rusttijden.
25. Dat deel van de werkloosheid dat veroorzaakt wordt door wrijvingen tussen vraag en aanbod.
26. Een groot bedrag dat een bank verstrekt en dat later terug betaald moet worden.
27. Als je aangeeft hoeveel iets waard is.
Als je de puzzel helemaal opgelost hebt, weet je de letters van de gekleurde vakjes. Zet de letters van de gekleurde vakjes om in cijfers en zet de getallen in de formule. Het resultaat is een getal van 15 cijfers wat de coördinaten van de cache zijn.
N rood paars ˚ roze donkerrood. donkerblauw bruin lichtgroen
E 00 lichtoranje ˚ zwart grijs. oranje lichtblauw donkergroen
Toestemming verleend door:
Gemeente Asten
Team Groen, Natuur en landschap
