Skip to content

Tijdperk Pleistoceen: Smeltwaterdal Leesterheide Multi-cache

This cache has been archived.

GeoGuy: Je cache is door mij gearchiveerd in verband met het te lang op disabled staan.

Mocht de cache, of onderhoud van de cache, aan je aandacht ontsnapt zijn, en je de cache alsnog weer nieuw leven wilt inblazen, dan graag even een berichtje via email.
Als de cache binnen 3 maanden hersteld of herplaatst is, wil ik de cache wel terughalen uit het archief, mits deze aan de dan geldende voorwaarden voldoet.

More
Hidden : 9/13/2013
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
2 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Tijdperk Pleistoceen: Smeltwaterdal Leesterheide

Het geologisch tijdvak Pleistoceen is als serie de onderste onderverdeling van het systeem Kwartair. Het Pleistoceen duurde van 2,588 miljoen (Ma) tot 11,56 duizend jaar (Ka) geleden. Het volgt op het Plioceen, wordt opgevolgd door het Holoceen en is onderverdeeld in een vijftigtal meer en minder koude ijstijden en warmere tussenperioden.



Het Pleistoceen kenmerkt zich ondermeer door de afwisseling van perioden met een gematigd warm klimaat (interglacialen of tussenijstijden) en perioden met een veel kouder klimaat, de zogenaamde glacialen of ijstijden. Tijdens glacialen ontstaat landijs ook buiten het poolgebied. Dit gebeurt vooral op het Noordelijk Halfrond. Het landijs is gewoon bevroren water en dat water moest natuurlijk ergens vandaan komen en wel uit de zee. Doordat enorme hoeveelheden water worden omgezet in landijs daalt tijdens een glaciaal de zeespiegel wereldwijd met vele tientallen meters, oplopend tot soms wel 200 meter. Door de daling van de zeespiegel worden de ondiepe randzeeën overal smaller en ontstaan er natuurlijk verbindingen tussen voorheen eilanden en het vasteland.

Glacialen

Tijdens het Pleistoceen zijn er ongeveer 52 glacialen geweest, die duizenden jaren duurden. Tijdens die glacialen daalde de temperatuur in de hele wereld aanzienlijk. In veel van deze perioden was sprake van een grote uitbreiding van gletsjers, zowel in hogere als in lagere gebieden. Gletsjers in lagere gebieden kwamen voornamelijk voor dichter naar de polen toe, waar de temperatuur lager was dan dichter naar de evenaar. Circa 10 glacialen duurden langer dan de anderen (soms wel tienduizenden jaren) waardoor landijs ook verder van de polen kon ontstaan. Het landijs bereikte in die perioden een dikte van honderden meters en soms wel kilometers dik.



Het landijs breidde zich uiteindelijk over grote delen van Noord-Amerika en Europa en Azië uit. Het landijs breidde zich niet tijdens ieder glaciaal even ver uit en was ook niet altijd even dik. Dat hing sterk van de temperatuur af en de duur van de koude periode. De maximale uitbreiding van het landijs was meestal vlak voor het eind van ieder glaciaal. In de laatste 1 miljoen jaar ging het aangroeien van landijskappen trager (30-90 duizend jaar) dan het wegsmelten (10-20 duizend jaar) en werden ze groter dan daarvoor. De afloop van elk glaciaal wordt gekenmerkt door een zeer snelle stijging van de temperatuur waardoor buiten de poolgebieden het landijs snel smelt en wereldwijd de zeespiegel navenant snel stijgt. Het punt van sterkste opwarming en snelste zeespiegelstijging tijdens deze klimaatsovergang beschouwt men als het eind van de glaciale periode en begin van het interglaciaal.

De afwisseling van glacialen en interglacialen wordt veroorzaakt door cyclische veranderingen in ondermeer de sterkte van de zonnestraling (Milankovic-cycli) en in de stand van de aardas en de baan van de aarde om de zon (precessie, obliquiteit en excentriciteit). Die factoren samen bepalen de door de aarde ontvangen hoeveelheid zonnewarmte. De reden dat er juist in het Pleistoceen veel ijstijden ontstaan is de (gunstige) verdeling van oceanen en continenten over de aardbol. In die periode lag er veel continentale landmassa dicht om de Noordpool wat de vorming van landijskappen bevorderde. Het continent Antarctica lag geïsoleerd op de zuidpool, en kreeg al een aanzienlijke permanente ijskap in het Neogeen. Vergeleken met de permanente ijsmassa op de zuidpool is de aangroei en het smelten tijdens de Pleistocene ijstijden overigens beperkt. Zuid-Amerika en Noord-Amerika raakten op de overgang van Plioceen naar Pleistoceen bij Panama aan elkaar verbonden, waardoor de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan buiten de poolgebieden van elkaar gescheiden raakten. Hierdoor ontstond een zodanig patroon van oceaanstromingen dat afkoeling en opwarming door beperkte schommelingen in zonne-instraling enorm werden versterkt, wat in geval van een afkoeling weer gunstig was voor het ontstaan van landijs.

De Veluwe

Grote delen van de Veluwe bestaan uit stuwwallen, die zo'n 150.000 jaar geleden ontstaan zijn in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Voorafgaand aan de ijsbedekking hadden grote rivieren daar dikke lagen zand en grind met dunnere lagen klei afgezet. Deze afzettingen zijn gevormd door de Rijn en Maas, maar ook door rivieren vanuit het oosten. In het Saalien het gletsjerijs helemaal op tot de aan de tegenwoordige lijn Haarlem - Utrecht – Nijmegen. Het ijs was op sommige plaatsen wel 400 meter dik. Door die gletsjers werden het door de rivieren afgezette sediment opgestuwd in hoge stuwwallen (vandaar de naam) zoals de Veluwe. In het zuiden van de Veluwe, bij Schaarsbergen, ontstond aan de voorkant van het ijs een grote zogenaamde sandrvlakte door sediment uit het smeltwater van de gletsjers. Op deze sandrs zijn ook zwerfkeien te vinden die zijn meegenomen door de gletsjers en die uiteindelijk zijn meegespoeld zijn met het smeltwater. Het huidige vliegveld Deelen (iets ten noorden van hier) is aangelegd op zo’n sandr. Ten zuiden van Harderwijk en bij Nunspeet ontstond tussen het ijs en de gevormde stuwwallen een glaciaal meer, waar zandige en kleiige (glaciolacustriene) afzettingen gevormd zijn.



In de laatste ijstijd (het Weichselien) kwamen de gletsjers niet tot in Nederland, maar was de bodem wel permanent bevroren (permafrost). Door de toen heersende harde winden werden lagen dekzand afgezet, met name aan de flanken van de Veluwe. Boven op de Veluwe vond in deze koude periode erosie plaats. Doordat de ondergrond ook in het voorjaar nog bevroren was (permafrost) kon het smeltwater niet eenvoudig in de grond wegzakken. Daardoor ontstonden kleine stroompjes die steeds breder werden en die de bevroren ondergrond steeds verder uitslepen (erosie). Het gevolg was de vorming van smeltwaterdalen (ook wel droge dalen genoemd). Smeltwaterdalen worden ook vaak aangeduid als “slenk” omdat ze duidelijk zijn te onderscheiden van de hogere gedeelten er omheen. Het smeltwaterdal op de huidige Leesterheide heeft tijdens de ijstijden het smeltwater van de gletsjers afgevoerd.

In het Holoceen werd het steeds warmer en raakte de Veluwe bebost. In de Middeleeuwen zorgden boskap en intensieve landbouw ervoor dat de wind vat kreeg op de arme zandgronden. Hierdoor ontstonden grote zandverstuivingen en werden er stuifduinen gevormd. Door de boskap is er geen oerbos bewaard gebleven. Een groot deel van de huidige Veluwe is echter opnieuw beplant voor de bosbouw, om hout te produceren voor de industrie en voor brandstof. Het hout van de grove den werd ondermeer gebruikt als stuthout in de mijnbouw. Wanneer grove dennenhout begint te scheuren kraakt en piept het, in tegenstelling tot andere houtsoorten. Zo konden mijnwerkers horen wanneer de schachten op instorten stonden en konden ze (hopelijk) op tijd vluchten.

De cache

Parkeer bij P1 en loop of rijd (per fiets of te paard) door naar de kiosk van WP1 of ga direct naar het begin van de route bij WP2.

Dit had eigenlijk een earthcache moeten worden, maar omdat de cache “onvoldoende educatieve waarde heeft” is het uiteindelijk een multi geworden. En hopelijk is het dan toch nog een beetje leerzaam. De route door dit fraaie natuurgebied wordt er overigens niet minder mooi door. Alleen anders. Want waar het bij een earthcache voldoende is te proberen de juiste antwoorden te vinden heb je die hier echt nodig. Maar gelukkig zijn de vragen niet moeilijk.

Bij de kiosk kun je voor € 1,00 (onderhoudskosten van de route) zonodig een routebeschrijving kopen voor een “meditatieve” natuurroute, die voert langs verschillende bankjes met “spirituele” teksten. De route van de earthcache komt langs een aantal van die bankjes. Voor de earthcache heb je die route overigens niet nodig. De route is ongeveer 2,5 km lang. Je hoeft ergens het pad, behalve bij de eindlocatie, maar niet meer dan 2 meter. Houd je aan de in het gebied geldende regels.

Loop vanaf WP2 door naar het hek van WP 3.

Je staat nu bovenop de stuwwallen die zijn achtergelaten door het landijs. Ze zijn nadien door water en wind geërodeerd. Het recente geplaatste hek volgt de lijn van de stuwwallen.

Vervolg je weg langs het hek via WP4 naar WP5. Daar kom je een bankje tegen van de “meditatieve” natuurroute. Het opschrift is universeel en in het bijzonder van toepassing op lastige caches.

Je bevindt je nog steeds op een stuwwal. Een van de hoogste in de nabije omgeving. Voor je, naar het westen, zie je in de diepte het smeltwaterdal al liggen. Daar gaan we nu naar toe.

Vervolg je weg naar WP6.

Je daalt nu af naar het smeltwaterdal zelf. Vanaf hier wordt het uitzicht steeds beter (ook omdat je de weg straks niet meer ziet). Onderweg kun je sporen zien van wilde zwijnen en van edelherten. Edelherten en wilde zwijnen kwamen hier tijdens en tussen de pleistocene ijstijden veelvuldig voor, maar stierven hier op enig moment uit. Ze zijn weer geïntroduceerd door Prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina. De wroetsporen van wilde zwijnen zijn goed te zien. Ze zoeken met hun stevige neus wormen en larven onder het gras. Daardoor helpen ze mee aan het beheer van het terrein. Edelherten houden meer van boomschors. Tijdens de pleistocene ijstijden was hier geen bos aanwezig maar was het landschap kaal. Het is pas relatief recent aangeplant door de mens, voor de bosbouw.

Volg het pad verder naar WP7.

Je daalt nog steeds af naar het smeltwaterdal. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op het smeltwaterdal. Beantwoord hier de volgende vraag. Vraag 1: Waardoor zijn de hoogteverschillen in het landschap ontstaan ? Het antwoord is A. Kies uit de volgende mogelijkheden. Water (A=1) Wind (A=2) Gletsjers (A=3) Water, wind en gletsjers samen (A=4)

Vervolg je weg naar WP8.

Je staat nu op de bodem van het smeltwaterdal. Tijdens de laatste ijstijd stroomde hier ijskoud, snelstromend, smeltwater. Beantwoord hier de volgende vragen. Vraag 2: welke richting stroomde het water uit ? Het antwoord is B. Houdt er rekening mee dat na het smelten van de gletsjers, door de invloed van wind en stuifzand, oorspronkelijke hoogteverschillen kunnen zijn gewijzigd. Kies uit de volgende mogelijkheden. Noord (B=1), oost (B=2), zuid (B=3) en west (B=4).

Vraag 3: hoe breed (ongeveer) was de smeltwaterrivier maximaal ? Het antwoord is C. Kies uit de volgende mogelijkheden. 5 meter (C=5) 25 meter (C=25) of 75 meter (C=75) of 150 meter (C=100)

Loop over de bodem van het smeltwaterdal door naar WP9.

Ten oosten van je zie je een inham in het landschap. De oever is hier over een breedte van een paar meter lager dan de rest. Beantwoordt hier de volgende vraag. Vraag 4: waardoor is die inham ontstaan ? Het antwoord is D. Kies uit de volgende mogelijkheden. Door herten die steeds hetzelfde pad volgen (D=1), door de mens voor afwatering (D=2), door platentectoniek: hier schuift de “Leesterplaat” onder de “Posbankplaat” (D=3) of door smeltwater dat langs de gletsjer naar beneden stroomde (D=4).

Loop verder over de bodem van het smeltwaterdal naar WP10.

Ten westen van je zie een nog een smeltwaterdal. Of beter gezegd: een smeltwaterdalletje. Hier liep ooit gletsjerwater zijwaarts naar beneden om uit te monden in het “hoofd”smeltwaterdal. Je kunt dat nog goed zien in het landschap. Als je goed kijkt zul je nog meer van deze smeltwaterdalletjes in het landschap ontdekken. En als je achter je kijkt krijg je een goed beeld van hoe de smeltwaterrivier vroeger liep.

Loop verder over de bodem van het smeltwaterdal naar WP11.

Wat zie je en westen van je ? Heel goed! Nog een smeltwaterdal(letje). Ook dit smeltwater kwam uit in het smeltwaterdal waar je nu loopt.

Vervolg je weg en beklim de oude oever van het smeltwaterdal naar WP12.

Hier zie je een vorm van moderne erosie. Beantwoord hier de volgende vraag. Vraag 5: hoe is de recente erosie die je hier ziet ontstaan ? Het antwoord is E. Kies uit de volgende mogelijkheden. Door ATB's (E=1) Door wandelaars die het pad af gaan (E=2) Door regenwater dat de helling afstroomt (E=3) of door de terreinbeheer om een beter leefmilieu te maken voor de gladde slang (E=4).

Daal weer af naar het smeltwaterdal naar WP12.

Hier kun je rustig de eindlocatie berekenen. Blijf ook richting de eindlocatie op het pad. De cache ligt iets boven de grond. Graven of dingen verplaatsen is niet nodig. De eindlocatie spreekt eigenlijk voor zich. Dit is de formule:

De cache ligt op: N52 09.(A+5)(B+4)(C-20) E005 54 (D-2)(E-1)(A+D).

Loop van de eindlocatie via de paden terug naar de parkeerplaats.

Onderweg kun je nog een stop maken bij de kiosk. De friet rook prima toen ik hier op een koude middag in maart was! (en overigens ook op een warm dag in augustus).

Foto’s zijn niet verplicht maar worden zeer gewaardeerd.

Happy caching!

Marrakesj

(Met dank aan Staatsbosbeheer voor het verlenen van toestemming voor het plaatsen van deze cache.)

Additional Hints (Decrypt)

Npugre fgnz, 2 zrgre ina urg cnq. Tenira avrg abqvt.

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)