Een brug teveel (Zwolse bruggen) Multi-cache

Doel van deze geocache is te genieten van de technische schoonheid die gekoppeld is aan de doelmatigheid en die bij elke brug weer anders is.

Traditioneel is bij een vaste boogbrug de sluitsteen het belangrijkste element en bij een bewegende brug het mechaniek. Het fundament en de constructie zijn bepalend voor de last die de brug kan dragen en de balustrade en de verlichting voor de veiligheid. De versiering is belangrijk voor de uitstraling.
Zie én geniet van al deze verschillen! De bruggen zijn op verschillende momenten gebouwd, en hebben alle een eigen pakket van eisen meegekregen, passend bij hun tijd.
Dit alles leidde tot verschillen waar we in het dagelijks leven niet bij stilstaan. Maar als je deze cache wilt oplossen moet je dat wél! En geloof me, hierna zul je nooit meer zo onbewust als vroeger één van deze bruggen overgaan!

En nu aan de slag:

Je moet de bruggen van de detailfoto's herkennen. Bij elke brug hoort een vraag.
Elk antwoord levert een cijfer op, maar omdat 'ie zo mooi is, is er één brug teveel opgenomen. Die ene past ook niet in de systematiek. De bijbehorende vraag moet je elimineren en het antwoord is dus nul.
Aan jou de taak om:

• over elke brug de stad in te lopen,
  
• naar de foto's te kijken,
  
• te herkennen welke brug het is,
  
• het antwoord op de bijbehorende vraag vinden en
  
• door stapeltellen *) tot één cijfer per brug te komen.

De naam van de brug onthouden is leuk, maar voor de puzzel niet belangrijk. Bij enkele bruggen is die zelfs moeilijk te achterhalen omdat het bordje vermoedelijk ergens op een kamertje hangt ;-). Let op: de moeilijkheid van deze cache zit hem in het goed lezen, en wat je gelezen hebt ook goed gebruiken! Alleen dan maak je kans hem in 1 keer te vinden!!

De bruggen:

Als je er toch overheen loopt, is het ook wel leuk iets over de bruggen te weten.

• Sassenpoortenbrug.
  Gemeentearchitect L. Krook ontwierp deze vaste brug, in de stijl van de amsterdamse school, als vervanging van de oude ophaalbrug. Het is een betonconstructie, bekleed met baksteen en graniet, en is een gemeentelijk monument. Krook was een uiterst gedisciplineerd man, die door aannemers wel de groot Mogol van de Dijkstraat werd genoemd. Hij ontwierp tal van bouwwerken in Zwolle, waaronder transformatorhuisjes. Bekend zijn vooral zijn ontwerpen voor een IJsselbrug (1907), de Sassenpoortenbrug (1908), een nieuw stadhuis (1912), de Menistensluis en -brug (1922) en de LTS-Mimosaschool aan de Hortensiastraat (1930-1932).Voor zichzelf bouwde hij een villa aan de Veerallee 31.(o.a. http://www.bonas.nl)
• Kerkbrugje.
  Dit is altijd al een belangrijke loopverbinding tussen de Turfmarkt en de Wipstrik geweest. Vroeger was de brug smal en werd er strak op toegezien dat je alleen met de fiets aan de hand erover ging. Er zijn plannen geweest om een bredere brug in het verlengde van de Schuurmanstraat aan te leggen.
• Diezerpoortenbrug.
  Er waren vroeger twee Diezerpoorten, een binnen- en een buitenpoort. Vandaar de naam van deze brug. Al in 1880 werd besloten de vaste ijzeren brug van 1867 te vervangen door een draaibare, vawege heftige kritiek van de schippers.
• Pelserbrugje.
  Het Pelserbrugje is een voetgangersbrugje dat over de Thorbeckegracht voert. Het brugje is vernoemd naar de bontwerkers (pelsers) die in de 15e eeuw in Zwolle actief waren en is in 1974 gebouwd naar een ontwerp van Maarten Binnendijk. Oorspronkelijk lag op deze plek een wipbrug uit 1686, maar deze verdween in de loop van de 18e eeuw. De oorspronkelijke brug werd gebouwd op verzoek van de bewoners van de huidige Thorbeckegracht. Zij beklaagden zich over de geïsoleerde ligging van hun huizen ten opzichte van het stadscentrum en mochten derhalve op eigen kosten een voetbrug over de gracht aanleggen.
  
• Vischpoortenbrug.
  Genoemd naar de Vispoorten die hier hebben gestaan.
• Kamperpoortenbrug
  Dit is de 5-e brug die hier ligt. Zijn voorganger was een ophaalbug die de houten noodbrug verving die er in de oorlog lag, nadat in 1940 de draaibrug van 1870 was opgeblazen. De huidige brug is na de demping van de Willemsvaart in 1976 aangelegd. Hij is erg breed (let eens op de absurd brede trottoirs) omdat men oorspronkelijk van plan was een brede weg dwars door het centrum aan te leggen. De allereerste Kamperpoortenbrug was van 1488. Die werd in 1841 zwaar beschadigd door een te zwaar beladen diligence uit Holland. De bovenklap brak af, en viel bovenop de diligence die daardoor in het water viel. Een paard en 5 van de 12 passagiers kwamen daarbij om het leven.
• Nieuwe Havenbrug.
  Dit was de zuidelijke toegang tot de stad. Toen er nog volop scheepsvaart was, lag er geen brug maar een veer. In 1846 kwam er een voetbrug, in 1876 een verkeersbrug. Hij stamt uit 1939, en misschien wel daarom werd deze fraaie brug niet opgeblazen om de intocht van de Duitsers te vertragen. Let eens op de fraaie balustrade en de waterputjes!
• Stenen Pijp (Stenen Piepe).
  Deze verbindt de oude binnenstad met de Diezerpoort.In 1966 werd de huidige brug gebouwd op de plaats waar daarvoor een oudere brug was gelegen van gemetselde stenen, vandaar de naam.
• Schuttevaerbrug.
  Vroeger werd deze de Mesthoopbrug genoemd, omdat hij leidde naar de plaats waar de tonnetjes geleegd werden, waar nu Hedon staat. Zwolle en Groningen waren de eerste steden die op riolering overgingen en poep daar plaats maakte voor pop.

De foto’s aan de hand waarvan je de bruggen moet herkennen:

Foto A	Foto B	Foto C
Foto D	Foto E	Foto F
Foto G	Foto H	Foto I
	Foto J

1. Constructie en draagkracht.
   Een brug moet natuurlijk stevig staan. Op hoeveel punten rust het (rechter deel van het) wegdek op de twee betonnen funderingselementen in het water? Het antwoord geeft A. (NB. je mag ook het hele wegdek nemen, dat geeft dezelfde uitkomst)
2. Mechaniek.
   Beweegbare bruggen moeten perfect functioneren. Daarom moeten ze regelmatig gesmeerd worden. Die smeernippels zitten ook bovenin. Hoeveel grepen zijn er om het bovenste smeerpunt veilig te kunnen bereiken? Het antwoord geeft B.
   
3. Een veilige oversteek.
   Voor de veiligheid van de gebruiker, maar ook voor de sier, is verlichting belangrijk. Soms moet wel eens een stukje balustrade wijken om de lantaarnpaal te kunnen aansluiten. Hoe vaak hier? Het antwoord geeft C.
4. Schoonheid uit die tijd.
   Bruggen worden bijna altijd verfraaid. Dit is wel een heel mooi voorbeeld. In hoeveel staven heeft de smid een kleine én een grote krul (zie foto) moeten smeden voor het bewegende brugdeel? Antwoord geeft D.
   
5. Duurzaamheid.
   Natuursteen is mooi en duurzaam. Ook in veel bruggen is het verwerkt. Soms heeft het nog een extra functie. Hoeveel 25 cm hoge balken zijn hier in natuursteen vast te zetten? Het antwoord geeft E.
6. Scheepvaart is ook verkeer.
   Bruggen kunnen soms open om grotere schepen doorgang te verlenen.
   Deze brug:
   
   1. drijft, en gaat open door een gedeelte weg te varen
   2. is een vaste brug en kan niet open
   3. kan open door het middendeel te draaien
   4. kan openklappen
   5. kan open door het middendeel omhoog te duwen
   6. kan open door het middendeel op te hijsen
      Het cijfer van het antwoord geeft F.
      
7. Een bouwprestatie om even bij stil te staan.
   De stijl van een brug is tijdsbepaald. Welk jaartal gaven de bouwers mee aan deze brug? Het antwoord geeft G.
8. Voorzichtig ermee!
   Op een brug ben je natuurlijk zuinig. Je wilt dus voorkomen dat schepen schade aanrichten. Hoeveel dukdalven met een witte kop beschermen de brug? Het antwoord geeft H.
9. Veilig verkeer.
   Hier wordt u als voetganger gescheiden van het overige verkeer. Hoeveel stroken zijn hier voor het verkeer dat naast u de stad in wil? Antwoord geeft I.
   
10. Een tijdsbeeld.
    Elke tijd zijn eigen stijl. In de 60-er jaren was dit de stijl van versieren. Hoeveel vierkante vlakke platen tel je hier? Het antwoord geeft J.
    

Zo, je hebt nu alle cijfers.

Ter controle: het totaal moet gelijk zijn aan 50, maar kom je op 51 uit dan kán dat je ook een interessant waypoint opleveren, dat je weer terecht wijst.

De volgende berekening brengt je een stap dichter bij de stash:

N 52°(B+C+D+F+H).F(D-G)(2xF-2xG)' -
E006° [(A-C)+(H-J)× E].J(F+I-J)(2xG)'