In
de loop der eeuwen groeit Sint Philipsland als eiland met de aanleg
van nieuwe polders. Vanaf 1906 is het behalve met een dam ook door
een polder verbonden met Noord-Brabant. Dammen sluiten in de 20e
eeuw het schiereiland verder aan bij de omgeving.
In de loop der tijd maken verschillende nieuwe
bedijkingen het eiland Sint Philipsland groter. De eerste daarvan
vindt plaats in 1776. Ten oosten van de bestaande Oude Polder wordt
de Henriëttepolder aangelegd. De naam verwijst naar de
initiatiefneemster van deze bedijking, Henriëtta Margaretha van
Hoorn-de Mauregnault. In 1847 krijgt Willem Frederik del Campo
toestemming voor de aanleg van een nieuwe uitbreiding ten
noordwesten van de Oude Polder. De Anna Jacoba polder, genoemd naar
de vrouw van Del Campo, Anna Jacoba van Sonsbeek, wordt nog
datzelfde jaar aangelegd
In 1935 komt een dijk tot stand die de zuidpunt van de Anna Jacoba
polder met de westelijke punt van de Oude polder verbindt. Het werk
onder leiding van de Nederlandse Heidemij vindt plaats als
werkverschaffingsproject. Het gebied dat nu als nieuw land wordt
gewonnen heeft voorheen de naam 'Zuiderschor'. De nieuwe polder
krijgt na sluiting van de dijk op 25 juni 1935 de naam van de
toenmalig dijkgraaf van het waterschap Rumoirt.
Deze Abraham Wisse polder is de laatste uitbreiding van Sint
Philipsland.
Bij
de watersnoodramp van februari 1953 overstroomt bijna geheel Sint
Philipsland. Als gevolg van deze watersnoodramp verdrinken negen
mensen. Op 26 maart 1953, na dichting van de dijken, zijn alle
polders weer droog. Vrijwel aansluitend wordt begonnen met de
uitvoering van de Deltawerken.
neem zelf een pen mee