Skip to content

Paraboolduinen/Parabeldünen in Het Marissen EarthCache

Hidden : 6/28/2018
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
1 out of 5

Size: Size:   other (other)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Nederlands

Ontstaan van Het Marissen

Globaal zijn twee soorten processen verantwoordelijk voor het vormen van een landschap, namelijk endogene en exogene processen. Endogene processen voltrekken zich onder het aardoppervlak, zoals bijvoorbeeld vulkanisme en het bewegen van aardplaten. Exogene processen daarentegen voltrekken zich aan het aardoppervlak. Twee exogene processen hebben bijgedragen aan het ontstaan van Het Marissen, het natuurgebied waarin deze earthcache zich bevindt.

1: Fluviatiel proces

Een proces waarbij een landschap gevormd wordt onder invloed van stromend water noemt men een fluviatiel proces. Tijdens de laatste ijstijd (Weichselien, vanaf ca. 116.000 jaar geleden) was het gebied onderdeel van een uitgestrekte toendra, met een bevroren bodem en weinig begroeiing. De destijds veel bredere en woestere (oer)Maas stroomde door dit gebied als een vlechtende rivier en liet veel zand en grind achter, waardoor er zand- en grindbanken ontstonden.

2: Eolisch proces

Een proces waarbij een landschap gevormd wordt onder invloed van wind noemt men een eolisch proces. Tijdens het Weichselien wisselden periodes van relatieve warmte en kou zich af. Tegen het einde was het klimaat veel milder geworden en de Maas veel minder breed en woest. De zandbank waarop nu Het Marissen zich bevindt was daarmee droog komen te liggen. Als laatste fase van het Weichselien brak er zo’n 12.000 jaar geleden nog een periode van kou en felle stormen aan. Door deze stormen ontstonden in Het Marissen de stuifduinen waarvan we nu de restanten nog kunnen zien.

Paraboolduinen in Het Marissen

Het ontstaan van parabool- of U-vormige duinen, kort gezegd paraboolduinen, is afhankelijk van een aantal factoren. Net als voor andere soorten duinen moet het uiteraard hard genoeg waaien en moet er voldoende en geschikt zand aanwezig zijn. Voor dit laatste had de Maas in de voorbije ijstijd ruimschoots gezorgd. Omdat het hier rivierzand betreft spreken we ook wel van rivierduinen, een vrij zeldzaam verschijnsel in Nederland.

Daarnaast mag de (parabool)duinvorming niet gehinderd worden door obstakels. Aangezien het hier in de laatste fase van het Weichselien gemiddeld zo’n 15 graden kouder was dan nu, groeiden er geen bomen in Het Marissen. Andere obstakels zoals grote rotspartijen ontbraken ook en zo konden duinen zich ongehinderd vormen.

Twee factoren hebben er echter voor gezorgd dat in Het Marissen specifiek paraboolduinen zijn ontstaan. Ten eerste de aanwezigheid van lichte bodemvegetatie, bestaande uit kleine struikjes en mossen. Ten tweede het feit dat de wind hoofdzakelijk uit één dominante richting kwam.

Een paraboolduin ontstaat in eerste instantie als een door de wind geërodeerde uitwaaiingslaagte. Hoewel voor de vorming van paraboolduinen de aanwezigheid van lichte vegetatie essentieel is, kan die uitwaaiingslaagte juist ontstaan omdat op een bepaalde plek de vegetatie minder sterk of helemaal niet aanwezig is. De wind kan hier vat krijgen op het zand en dit uitblazen. Het door de wind meegevoerde zand wordt verder windafwaarts weer vastgehouden door vegetatie en blijft zich daar vervolgens ophopen.

Zo lang dit uitblazingsproces blijft plaatsvinden, blijft de uitwaaiingslaagte dieper en het opgehoopte zand aangevuld worden. De bulk, het middelste en hoogste deel van de zandophoping, kan op enig moment door de aanwezige vegetatie niet meer vastgehouden worden en wordt zo telkens verder van de uitwaaiingslaagte weggeblazen. Door dit continue proces ontstaat de wandelende kop van de paraboolduin, van bovenaf gezien de als ronde onderzijde van een U.



Langs de randen blijft het opgehoopte zand veel lager en wordt minder snel aangevuld. Hier slaagt de vegetatie er, in tegenstelling tot bij de kop, wel in om het zand vast te houden en zelfs te overgroeien. Zo ontstaan de twee armen van de paraboolduin, van bovenaf gezien als de armen van een U. Kenmerkend voor een paraboolduin is dat de armen, en daarmee de open zijde van de U, tegen de wind in wijzen. De langste op aarde bekende duinarmen zijn zo’n 12 km lang, in Het Marissen zijn armen van ruim een kilometer te herkennen op hoogtekaarten.

Het vormen van een paraboolduin kan om diverse redenen stoppen. Bijvoorbeeld wanneer het klimaat en daarmee de vegetatie of de wind verandert, maar ook wanneer de uitwaaiingslaagte het grondwaterpeil bereikt. Zo, maar ook later door neerslag, kan in een uitwaaiingslaagte een ven ontstaan.

Onderstaande hoogtekaart toont duidelijk de restanten van een grote paraboolduin in Het Marissen. De afstand vanaf de uitwaaiingslaagte, het Kranenbroek, tot aan de duinkop is circa 1100 meter.
Dit is overigens niet de paraboolduin waarvan het restant op het nulpunt van deze earthcache te vinden is.



Wanneer de zandtoevoer stopt, maar de wind niet, kan de duinkop doorbroken worden en blijven alleen de armen over. Men spreekt dan ook wel over streepduinen.

Deze earthcache

Wandel vanaf het parkeerpunt via het verharde en rolstoelvriendelijke pad naar het nulpunt. De afstand bedraagt ongeveer 1200 meter enkele reis. Je komt langs het Kranenbroek (referentiepunt), een ven dat is ontstaan in de uitwaaiingslaagte van de paraboolduin die je op bovenstaande hoogtekaart ziet. Dit is een mooie plek voor een eventuele bewijsfoto (niet verplicht).

Aangekomen op het nulpunt tref je naast het pad, achter het informatiebord (zie hint), het restant van een andere paraboolduin aan. Observeer het duinrestant, let hierbij goed op de vorm, ligging en hoogte. Beantwoord vervolgens onderstaande vragen.

1. Is dit de kop of een arm van de duin? Leg kort uit.

2. Kijkend vanaf het nulpunt naar het duinrestant, ligt de bijbehorende uitwaaiingslaagte dan links, rechts, voor of achter je? Leg kort uit.

3. Wat was de heersende windrichting tijdens het ontstaan van de duin volgens het informatiebord (zie hint)? Leg kort uit hoe je dit met behulp van je kompas ook zelf had kunnen bepalen.

Verstuur je antwoorden via mijn profiel. Je mag uiteraard foto's plaatsen, graag zelfs, maar dit is niet verplicht. Nadat je de antwoorden hebt gestuurd mag je de cache als gevonden loggen. Als er iets niet klopt aan je antwoorden, neem ik contact op.

Geen antwoorden, spoilers en foto's van het duinrestant loggen.

Veel plezier!


Deutsch

Liebe Freunde. Ich habe diesen Text so gut wie möglich übersetzt. Wenn Sie irgendwelche Fehler finden, würde ich es wirklich schätzen, wenn Sie mich benachrichtigen würden.

Ursprung von Het Marissen

Allgemein sind zwei Arten von Prozessen verantwortlich für die Bildung einer Landschaft, nämlich endogene und exogene Prozesse. Endogene Prozesse finden unter der Erdoberfläche statt, wie Vulkanismus und die Bewegung von Erdplatten. Exogene Prozesse finden dagegen an der Erdoberfläche statt. Zwei exogene Prozesse trugen zur Entstehung von Het Marissen bei, dem Naturgebiet, in dem sich diesen Earthcache befindet.

1: Fluvialer Prozess

Ein Prozess, bei dem sich eine Landschaft unter dem Einfluss von fließendem Wasser bildet, wird als fluvialer Prozess bezeichnet. Während der letzten Eiszeit (Weichsel-Kaltzeit, ab vor ca. 116.000 Jahren) war das Gebiet Teil einer ausgedehnten Tundra mit gefrorenem Boden und wenig Vegetation. Die damals viel breitere und wildere (Ur)Maas floss wie ein geflochtener Fluss durch dieses Gebiet und hinterließ viel Sand und Kies, wodurch Sand- und Kiesbänke entstanden.

2: Äolischer Prozess

Ein Prozess, bei dem sich eine Landschaft unter dem Einfluss von Wind bildet, wird als äolischer Prozess bezeichnet. Während der Weichsel-Kaltzeit wechselten sich relative Wärme und Kälte ab. Gegen das Ende war das Klima viel milder geworden und die Maas war viel weniger weit und wild. Die Sandbank, auf der sich heute Het Marissen befindet, war somit trocken gefallen. Als letzte Phase der Weichsel-Kaltzeit gab es vor 12.000 Jahren noch eine Periode von Kälte und heftiger Stürme. Durch diese Stürme wurden in Het Marissen die Sanddünen geschaffen, von denen wir jetzt noch die Überreste sehen können.

Parabeldünen in Het Marissen

Die Entstehung parabolischer oder U-förmiger Dünen, kurz Parabeldünen, hängt von einer Reihe von Faktoren ab. Wie für andere Arten von Dünen, muss es natürlich windig sein und geeigneter Sand muss ausreichend vorhanden sein. Für das letzte hatte die Maas in der vergangenen Eiszeit reichlich gesorgt. Da es sich um Flusssand handelt, sprechen wir auch von Flussdünen, ein in den Niederlanden recht seltenes Phänomen.

Außerdem darf die (parabolische) Dünenbildung nicht durch Hindernisse behindert werden. Da es hier in der letzten Phase der Weichsel-Kaltzeit etwa 15 Grad kälter war wie heute, wuchsen in Het Marissen keine Bäume. Andere Hindernisse wie große Steine fehlten ebenfalls und so konnten sich Dünen ungehindert bilden.

Zwei Faktoren haben jedoch dafür gesorgt, dass in Het Marissen gerade Parabeldünen geschaffen wurden. Zum einen das Vorhandensein von leichter Bodenvegetation, bestehend aus kleinen Sträuchern und Moosen. Zweitens, dass der Wind hauptsächlich aus einer dominanten Richtung kam.

Eine Parabeldüne entsteht zunächst als eine vom Wind erodierte Deflationswanne. Obwohl die Gegenwart von leichter Bodenvegetation für die Bildung von Parabelünen wesentlich ist, kann diese Deflationswanne gerade entstehen weil an einer bestimmte Stelle die Vegetation weniger stark oder gar nicht vorhanden ist. Der Wind kann den Sand so in den Griff bekommen und ausblasen. Der vom Wind mitgerissene Sand wird von der Vegetation weiter Windabwärts wieder zurückgehalten und sammelt sich dort weiter an.

Solange dieser Ausblasprozess weiter stattfindet, bleibt die ausgeblasene Deflationswanne tiefer und der angesammelte Sand weiter ergänzt werden. Der Großteil, der mittlere und höchste Teil der Sandansammlung, kann zu einem bestimmten Zeitpunkt von der Vegetation nicht mehr zurückgehalten werden und wird somit immer weiter von der weggeblasenen Deflationswanne weggeblasen. Dieser kontinuierliche Prozess erzeugt den Laufkopf der Parabeldüne, von oben gesehen als Rundboden eines U.



An den Rändern bleibt der angesammelte Sand viel niedriger und wird weniger schnell wieder aufgefüllt. Hier gelingt es der Vegetation, im Gegensatz zum Kopf, den Sand zu halten und sogar zu überwuchern. Dadurch entstehen die beiden Arme der Parabeldüne, von oben als Arme eines U gesehen. Charakteristisch für eine Parabeldüne ist, dass die Arme und damit die offene Seite des U gegen den Wind zeigen. Die längsten bekannten Dünenarme der Erde sind etwa 12 km lang, in Het Marissen sind Dünenarme von mehr als einem Kilometer auf Höhenkarten erkennbar.

Die Bildung einer Parabeldüne kann aus verschiedenen Gründen anhalten. Zum Beispiel, wenn sich das Klima und damit die Vegetation oder der Wind ändert, aber auch wenn die Deflationswanne das Grundwasser erreicht. So, aber auch später durch Niederschlag, kann in eine Deflationswanne ein Moor entstehen.

Nachstehende Höhenkarte zeigt deutlich die Überreste einer großen Parabeldüne in Het Marissen. Die Entfernung von der Deflationswanne, das Kranenbroek, bis zum Dünenkopf beträgt ca. 1100 Meter.
Dies ist übrigens nicht die Parabeldüne, von der der Rest am Nullpunkt dieses Earthcaches gefunden werden kann.



Wenn die Sandzufuhr stoppt, aber der Wind nicht, kann der Dünenkopf gebrochen werden und nur die Arme bleiben. Man sprecht dann von Strichdünen.

Dieser Earthcache

Gehen Sie vom Parkplatz über den asphaltierten und rollstuhlgerechten Spazierweg zum Nullpunkt. Die Entfernung beträgt ungefähr 1200 Meter in einer Richtung. Sie kommen an den Kranenbroek (Referenzpunkt) vorbei, ein Moor, das in der Deflationswanne der Parabeldüne entstanden ist, die Sie oben auf der Höhenkarte sehen. Dies ist ein schöner Ort für ein Beweisfoto (nicht erforderlich).

Wenn Sie am Nullpunkt ankommen, finden Sie neben dem Weg hinter der Informationstafel (siehe Hinweis) die Überreste einer weiteren Paraboldüne. Beobachten Sie die Dünenreste, achten Sie auf Form, Ausrichtung und Höhe. Dann beantworten Sie folgende Fragen.

1. Ist dies der Kopf oder ein Arm der Düne? Kurz erklären.

2. Blick vom Nullpunkt auf den Dünenrest, ist die zugehörige Deflationswanne links, rechts, vor oder hinter ihnen? Kurz erklären.

3. Wie war die vorherrschende Windrichtung während der Dünenbildung laut der Informationstafel (siehe Hinweis)? Erklären Sie kurz, wie Sie dies mit Hilfe Ihres Kompasses selbst feststellen können.

Sende ihre Antworten über mein Profil. Sie können natürlich Fotos posten, gerne sogar, aber das ist nicht erforderlich. Nachdem Sie die Antworten gesendet haben, können Sie den Cache als gefunden loggen. Wenn etwas falsch mit Ihren Antworten ist, werde ich Sie kontaktieren.

Keine Antworten, Spoiler und Fotos der Dünenreste loggen.

Viel Spaß!


Bronnen:
- wikipedia.org
- geologievannederland.nl
- ahn.nl

Additional Hints (Decrypt)

Vasbezngvrobeq vf jrt, re xbzg rra avrhj. Mvr tnyrevr ibbe rra sbgb reina. Vasbezngvbafgnsry vfg jrt, rvar arhr xbzzg. Fvrur Tnyrevr süe rva Sbgb qniba.

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)