Deze bunker is een typische oeverbunker voor twee Maximmitrailleurs.
Hij maakte deel uit van het Belgisch verdedigingsstelsel in mei 1940 en was een onderdeel van de Grensstelling of vooruitgeschoven stelling. De opdracht van de bemanning van deze abri bestond erin de vijand twee dagen tegen te houden zodat de meer inlands gelegen troepen in paraatheid konden gebracht worden.
De soldaten die deze bunker en de omgeving verdedigden op 10 mei 1940 behoorden tot het 1ste Jagers te paard en het wielrijdersescadron van de 1ste divisie.
Toen de Duitsers in Eisden het kanaal konden oversteken, verhoogde de druk in de richting van deze bunker. Bij valavond werd de situatie van de verdedigers onhoudbaar en besliste luitenant Degroux de gekwetsten bij de fietsenstalling van de bunker samen te brengen. De valide mannen kregen bevel om, zoals gepland, de eigen linies op te zoeken achter het Albertkanaal.
Degroux, die zwaar gewond was, bleef ook ter plaatse. Hij werd afgevoerd naar een hospitaal in Sittard en overleefde de oorlog.
De gevechten rond deze stelling betekende de dood van volgende soldaten:
- Marcel Provoost uit Ath
- Jean Lesnino uit Watermael-Bosvoorde
- Jan Lenaerts uit Leopoldsburg
- Michel Serruys uit Sint Lambrechts-Woluwe
Door de gevechtsomstandigheden is deze bunker maar één dag werkelijk gebruikt.