Duiventil
In Leusden hebben waarschijnlijk niet veel duiventillen gestaan.
Er zijn op Leusdens grondgebied maar twee duiventillen bekend namelijk die van buitenplaats Heiligenberg en die van de Princenhof.
Een duiventil bij een hofstede was een utiliteitsgebouw zoals de schuur, de hooiberg en het bakhuis.
Daarom is er over de geschiedenis van de til weinig bekend.
Tot 1648 is het Recht van duiventil een van de zogenaamde heerlijke rechten die voorbehouden is aan de adel.
Na 1648 kunnen ook burgers en boeren met een bepaalde hoeveelheid grond dit recht verwerven.
In 1798 word het Heerlijke recht van Duiventil echter afgeschaft.
De handhaving van bestaande tillen word later geregeld in de Jachtwet van 1807.
Men hield duiven hoofdzakelijk voor de consumptie en voor de mest.
In gedroogde vorm of verdund met water is het een ideale meststof, speciaal voor de teelt van tabak.
Dit product wordt vanaf het begin van de 18e eeuw tot aan de Napoleontische tijd veel verbouwd in onze streek.
Wanneer de tabaksteelt niet meer van belang is en het verorberen van duivenboutje niet meer algemeen, treed het verval van veel duiventillen in.
Wie in Leusden nog een duiventil wil zien moet naar het Zwanenwater bij buitenplaats Heiligenberg
Of naar het openluchtmuseum waar een replica van de duiventil staat, die op het erf van de Princenhof heeft gestaan.