Skip to content

Prutsel Prutje (Kindercache) Multi-Cache

This cache has been archived.

-Tjiftjaf-: Deze cache wordt gearchiveerd.
De cache eigenaar heeft een mail van mij.

Met vriendelijke groet
-Tjiftjaf-
Groundspeak Volunteer Geocache Reviewer

More
Hidden : 9/6/2008
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
2 out of 5

Size: Size:   regular (regular)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Deze kindercacheligt op een gedeelte van het landgoed Singraven. Hij is zo ongeveer 4 km lang en is goed te doen met een buggy met de wat grotere bandjes. U zult door een mooi bosrijk gebied komen waar helaas niet altijd het ontvangst even goed zal zijn. Verder is het hier een wandel gebied dus, honden aan de lijn, niet tussen zonsondergang en zonsopgang en alleen voor wandelaars en fietsers. (Natuurlijk op paden en wegen)

Onderweg zullen verschillende puzzels opgelost moeten worden die de kleine geocachers zeker zullen bevallen. Neem een anderhalve liter water mee of een emmer aan een touw, want ze zullen lekker met water moeten soppen. De cache kan geheel gelopen worden op paden en wegen alleen voor de stash zal je een 10 mtr het bos in moeten lopen.

De bovenstaande coördinaten zijn van wp 1. Geparkeerd kan er worden op N 52° 22.596 E 006° 58.906. Uw cachemobiel is dan geparkeerd bij een mooi terras waar u na afloop het e.e.a. kunt nuttigen.

Ik heb er best wat tijd in gestoken om deze cache te maken dus pas op voor dreuzels en bedek alles weer goed zodat de cachers na U ook deze kindercache kunnen lopen.

 

 

heb je even?

Dit verhaal gaat over Prutsel Prutje en haar leven.

Ze is een vrouwtje van al jaren 88,

Niet mooi of lelijk maar altijd prachtig.

 

PrutselPrutje.

 

Thuis bij Prutsel Prutje.

 

    waar is ie nou? Ik weet toch haast zeker dat ik hem hier ergens heb neergelegd! Prutsel Prutje is al jaren 88 jaar en woont ergens in het bos. Niemand weet precies waar maar ze woont er echt. Heel af en toe kom je haar tegen in haar lomperige kleren met haar bossige haar en haar grote oren en voeten.

    Dit is weer zo een typische dag in het leven van Prutsel Prutje. Altijd is ze wel iets kwijt. Nu is het weer haar knapzak. Met haar grote voeten en haar oude kromme lichaam loopt ze over de krakende planken van haar houten vloer. “Knapzakje! Knapzakje! Waar ben je nou?” Zelf wist ze natuurlijk ook wel dat een knapzak nooit iets terug zou zeggen. Ze zocht het hele huisje af maar kon niets vinden. Vertwijfelt loopt ze maar naar buiten om daar eens te gaan zoeken.

 

 

Specht.

 

    Een tuin heeft Prutsel Prutje niet echt. Wel heeft ze hier en daar kruiden of andere speciale planten in het bos staan waar zij haar prutje van prutselt. En zo komt ze ook aan haar naam. Eigenlijk is het hele bos haar tuin.

    “Waar kan mijn knapzak nou zijn?”. zegt ze al zoekend tussen de kruiden en de struiken. “Waar kan mijn knapzak nou zijn?”. En na een tijdje, net als ze het zoeken opgeven wil, hoort ze iets. Het is de specht. Hij is op de zoekende Prutsel Prutje afgekomen. “Hallo Prutsel Prutje!”. zegt de specht. “Ben je iets kwijt?”. “Ja.zegt de arme Prutsel Prutje, “Mijn knapzak is zoek. Misschien dat jij van daarboven mijn knapzak kunt zien?”.

    Alle dieren in het bos zijn vrienden van Prutsel Prutje en ze steken graag een pootje toe. Prutsel Prutje helpt hun immers ook altijd als ze een probleempje hebben. Specht vliegt voor haar naar de hoogste tak van de hoogste boom die hij vinden kan, en kijkt goed om zich heen. “Zie je iets Specht?” vraagt Prutsel Prutje. Maar helaas kan hij nergens vinden wat Prutsel Prutje zoekt.  Sorry Prutsel Prutje.”. zegt Specht,”Ik kan niet je knapzak zien vanaf hier maar mijn ogen zien wel iets anders. Iets dat je zeker verder zal helpen.”.

 

 

Pip

 

 

     “Hé, kijk eens wie we daar hebben!? Dat is lang geleden!”. Prutsel Prutje zag wie daar riep en liep snel naar hem toe om hem een grote knuffel te geven. “Pip hoe is het met je? Dat is zeker lang geleden zeg!”. Prutsel Prutje en Pip de muis zijn hele oude bekenden van elkaar. Vroeger sjeesden ze samen vaak de berg af in Pip’s sjeeskarretje. “Wat hebben we in die tijden gelachen zeg! Eerst namen we een grote aanloop om op snelheid te komen en toen sjeesden we de berg af.”. zei Pip. “Ja ik weet het nog goed!”. Zei  Prutsel Prutje. “En dan vaak te laat remmen om dan tot stilstand te komen in een struik of erger nog tegen een boom.”. Wat hebben ze een lol gehad in die tijd. En na zo een rempartij hadden ze regelmatig iets stuk aan het sjeeskarretje van Pip. Maar dat werd dan gelijk gemaakt en dan konden ze weer fijn verder sjeesen. Ze moesten samen weer net zo hard lachen als vroeger.

    “Maar zeg eens Pip, heb jij dat sjeeskarretje nog? Ik ben namelijk op zoek naar mijn knapzak  en misschien kun jij mij een beetje rondsjezen om hem snel te vinden!”. En natuurlijk wou Pip Prutsel Prutje helpen. Zij hielp tenslotte toch ook iedereen.

    “O, ja zekers doe ik dat graag voor je, maar ik heb alleen een klein probleem .” vertelde Pip. ”Ik ben net nog een berg af gesjeesd, en toen BOEM”, boom. En nu is mijn wieltje kapot. Ik wil je gerust rondrijden maar wil je dan eerst helpen mijn wieltje te maken?”. “Wat denk jij!?”zegt Prutsel Prutje. “Natuurlijk help ik je met dat wieltje!”. En samen maakten ze het wieltje van Pip’s sjeeskarretje.

    Toen het wieltje weer klaar was en het goed bevestigd was aan het sjeeskarretje gingen ze er samen op uit om te zoeken naar Prutsel Prutje’s knapzak. En zo sjeesden ze dan. Samen door de bossen, de tuin van Prutsel Prutje, op zoek naar de verloren knapzak. Onderweg komen ze langs het kasteel en Prutsel Prutje kijkt ernaar met een verlangend gezicht. “Lijkt het je mooi om daar te wonen?” vraagt Pip aan Prutsel Prutje. Ze slaakt een diepe zucht en zegt “Het lijkt me wel mooi daar. Warm en droog. Maar ik zou jullie allemaal moeten missen..”. “Of ben je daar ook geweest?” Vroeg Pip. “Want dan moeten we daar ook nog gaan zoeken.”. Prutsel Prutje zei dat ze er gisteren nog geweest was. Maar ze was ook in het moeras geweest en aan de andere kant van het water. “Nou!zegt Pip, “Dan moeten we daar dus overal gaan zoeken. En laten we beginnen aan de andere kant van het water want daar kan je lekker sjeesen.”. En zo sjeesen ze samen richting het water waar Bever een bootje heeft om aan de andere kant van het water te komen.

 

Bever

 

(Gebruik hier het water en trek a.u.b. niet de pijp uit de grond!)

    Prutsel Prutje heeft Bever geholpen om de boot te bouwen. Ze weet namelijk precies welk hout het beste drijft. Zij heeft het hout uitgezocht en Bever heeft het toen met zijn sterke voortanden omgeknaagd. Samen hebben ze er toen een grote boot van gebouwd om iedereen die wil naar de andere kant van het water te brengen. (En natuurlijk ook terug! Dat is duidelijk!)

     Bever ziet Prutsel Prutje en Pip al van ver aankomen en begint van blijdschap al met zijn grote platte staart op het dek van zijn bootje te slaan dat zoals gewoonlijk vastligt aan het witte paaltje. “Hallo die Prutsel Prutje, ben je daar weer? Vraagt Bever met een stevige handdruk en een schouderklopje. “Hoe is het met je?”. “Ja eigenlijk wel goed.” Zegt Prutsel Prutje. “Maar ik ben mijn knapzak kwijt en nu wou ik eens kijken of ik hem gisteren niet heb laten liggen aan de andere kant van het water. Maar hoe is het met jou Bever? Alles goed?”. “O zeker Prutsel Prutje.” Zegt Bever. “Zolang ik in de buurt van het water ben voel ik me top.”. “Zie dat is goed om te horen.”  Zegt Prutsel Prutje. “Maar zou jij Pip en mij naar de andere kant van het water kunnen brengen?”. Bever wil hun graag helpen. “Maar,zegt hij, “Ik heb een klein probleempje. Er is namelijk een van mijn drijvers gezonken en die heb ik wel nodig met jou, een muis en een sjeeskar aan boord. Misschien dat jullie me kunnen helpen dat ding omhoog te krijgen?”. En je weet hoe Prutsel Prutje is! Natuurlijk helpt ze graag.

    Samen krijgen ze de drijver omhoog en maken ze de boot weer sterk genoeg voor hun drieën en het sjeeskarretje. En zo varen ze naar de andere kant van het water. Daar nemen ze afscheid van Bever. En dan sjeesen ze weer verder om te gaan zoeken naar de knapzak die zo belangrijk is in het leven van Prutsel Prutje.

 

 

Postduif

 

 

    Aan de andere kant van het water is het land van de Winterkoning. Hij weet precies wanneer het weer slechter wordt. Het is natuurlijk niet voor niks de Winterkoning. Prutsel Prutje gaat geregeld bij hem langs om te praten wat er zo in het bos speelt en hoe het weer gaat worden. “Misschien kom ik hem nog wel tegen.” Denkt ze bij zichzelf “Dan zal ik hem gelijk eens vragen naar het weer van de komende tijd.”.

    Prutsel Prutje en Pip sjeesen verder en verder, al zoekend naar de knapzak. Maar opeens wat is dat? Wat horen ze daar in de verte? “Extra! Extra!”. “Hoor jij dat ook Pip?”  vraagt Prutsel Prutje.  Pip hoort het ook en sjeest richting het geluid. “Extra! Extra!”. Het geluid wordt steeds harder. Tot opeens……… Ja hoor, natuurlijk! Wie anders!? Het is Postduif!

    Postduif is een beetje oud en schrikkerig maar hij doet nog altijd zijn best om het nieuwste nieuws onder de bosbewoners te brengen. “Extra! Extra! De winter begint op tijd dit jaar!”roept hij. Terwijl hij een krant omhoog houdt zit Postduif in de boom het nieuws te roepen. “De winter begint op tijd dit jaar!”. Onder aan de boom aangekomen roept Prutsel Prutje naar boven. “Hallo Postduif!” “Hé hoi die Prutsel Prutje en hoi die Pip! Jullie hier?”  “Ja, zegt Prutsel Prutje “Ik ben gisteren mijn knapzak verloren en misschien dat ik hem hier ergens verloren ben. Heb jij niets gehoord toevallig?”.  “Nou nee, sorry zeg.” zegt Postduif. “Het nieuws dat er een knapzak gevonden is heb ik niet gehoord.”. “Maakt niets uit hoor.” zegt Prutsel Prutje, “Ik zoek wel verder met Pip.”. Postduif zei,”Is goed hoor en als ik wat verneem over je knapzak dan laat ik het je gelijk weten. Maar pas je wel op het wordt kouder. Kijk maar in de krant, de winter komt eraan.”. En Postduif gooit een krant naar beneden. Maar helaas valt die helemaal uit elkaar. Prutsel Prutje puzzelde de krant zo weer in elkaar, en las daar inderdaad dat het kouder en kouder werd. Ze denkt bij zichzelf, “Hoe moet ik deze winter doorkomen zonder mijn knapzak? Ik moet hem snel weer vinden en naar huis gaan, of moet ik toch vragen of ik in het kasteel mag komen wonen?”.

   Brrrrr, het gaat binnenkort wel erg koud worden. Het wordt tijd dat ik mijn knapzak vindt en dat ik weer naar huis ga.” Denkt ze bij zichzelf. “Brrrrr die koude winter weer. Als ik in het kasteel zou wonen zou ik niets geen last meer hebben van die nare kou. Maar als ik daar zou wonen zou ik mijn bosvrienden niet meer zien. O, wat moet ik toch doen?”.

    “Pip wat moet ik toch doen? Mijn knapzak is zoek en ik moet een onderkomen zoeken voor de winter. Zonder knapzak kom ik de winter niet door hier in het bos!”.  “Luister eens Prutsel Prutje,” zei Pip, “als jij deze winter in het bos blijft wonen komen wij met z’n allen helpen hoor! Jij bent er immers ook altijd voor ons toch?”. Prutsel Prutje dacht aan al de moeite die haar bosvrienden voor haar moesten doen om haar de winter door te helpen. Ook dacht ze aan het mooie warme kasteel.

 

 

Winterkoning

 

 

    Prutsel Prutje wou nog graag even naar de winterkoning om hem te vragen om wijze raad. Ze vroeg aan Pip om er nog even langs te sjeesen zodat ze het kon gaan vragen. Toen ze bij de Winterkoning aankwamen stond hij hun al op te wachten.

    “Hallo Prutsel Prutje, hallo Pip. Wat is eraan de hand? Waarom kijken jullie zo ernstig? Is er iets? “. “Och beste Winterkoning, de winter komt eraan en ik ben mijn Knapzak kwijt.”zei Prutsel Prutje droevig. “Dat is niet zo mooi zeg! In die knapzak zit alles wat je nodig hebt! Al je prutsels!”. “Inderdaad Winterkoning, ik heb ‘m nodig! Zonder kom ik de winter niet door! De inhoud is zeer belangrijk voor mij en die heb ik echt nodig hier in het bos.”. De Winterkoning kijkt bedenkelijk en verteld haar wat ze eigenlijk zelf al weet, “Nou, dan zul je je knapzak toch moeten vinden of je zult een beter onderkomen moeten gaan zoeken.”.

    Prutsel Prutje begon heel diep na te denken over wat ze zou gaan doen, want ze zat al wel een tijdje te mijmeren over dat grote warme kasteel. Of zou ze toch naar haar eigen vertrouwde huisje gaan en hulp vragen van de andere bosbewoners? Ineens heeft ze het! “Kom Pip, we gaan! Ik zal toch de winter door moeten zien te komen en ik hoop dat je me het niet kwalijk gaat nemen!”. Pip ziet aan haar gezicht dat ze vastbesloten is. Ze stappen in het sjeeskarretje en sjeesden weg.

    Onderweg viel er een grote stilte waarbij Prutsel Prutje al wijzend met haar kromme vingertje de weg wees. Pip durfde niets te vragen over haar plannen, maar hij wist dat zij de juiste keuze ging maken en dat alles goed zou komen..

    “We moeten nog even langs de mieren Pip. Kan dat?”. Pip had het volste vertrouwen in Prutsel Prutje en daarom was het ook geen enkel probleem voor hem om er even langs te sjeesen.

 

 

Bij de mieren.

 

    Bij de mieren aangekomen vroeg ze aan de koninginnenmier of ze een uitkijktoren wilden bouwen zodat ze kon zien hoe ze nu verder moest. Daar helemaal bovenop geklommen zag ze precies waar ze zijn moest. Het pad naar haar eindbestemming. Pip zag het al toen ze naar beneden kwam. “Je weet wat je gaat doen hè? Je weet waar je naartoe gaat deze winter of niet?”. “Ja Pip, ik weet het. En het wordt tijd om afscheid te nemen. Bedankt voor het helpen zoeken. We hebben weer eens heerlijk gesjeesd in dat sjeeskarretje van jou. Maar het wordt nu tijd voor je dat je naar je warme holletje gaat. De winter komt er aan. Dag lieve Pip. Ik weet wat mij te doen staat…………………….

 

 

Tot op de dag van vandaag heeft niemand ooit vernomen

Waar Prutsel Prutje terecht is gekomen…..

 

(Vermeldt dit a.u.b. ook niet in uw log!)

 

 

Additional Hints (No hints available.)