WP1) Het verhaal
begint als Cacha in de schaduw naast een boom staat. Haar
verveling verdwijnt plots als een konijn langs haar rent en
verdwijnt in een hol. Cacha wil er achteraan, maar is veel te
groot en neemt haar toverflesje met de woorden “drink
mij” om klein genoeg te worden zodat zij in het hol kan.
WP2) In het hol gekomen staat Cacha
voor een deurtje. Hoe moet dit nu open? Ze kijkt links,
rechts, omhoog, omlaag en heeft toch iets zeer raar
opgemerkt. Ze tracht dit te nemen, maar blijkt veel te klein
te zijn. Cacha voelt in haar broekzak en neemt een
doosje met daarop de woorden “eet mij” om zo weer
groter te worden.
WP3)
Achter het deurtje staat zij op een plaats waar naar alle
waarschijnlijkheid een houthakker is geweest en wil hier wel
even uitrusten. Ze herinnert zich een verhaal dat is
afgedrukt in de vorm van een slingerende muizenstaart. Na een
goede rustpauze vervolgt zij haar weg.
WP4) Na de
wandeling, die ze tot hiertoe gemaakt heeft, begint ze honger te
krijgen. Ze passeert een waterput, maar wil geen
water, wel wat erin zit. Hoe kan ze die vissen
pakken zonder hengel? Het lijkt wel of die vissen een ijzeren
pop hebben ingeslikt!
WP5) Cacha komt nu bij een
huisje dat helemaal van chocolade en peperkoek is gemaakt.
Dit steekt haar ogen uit en neemt een stukje om het vervolgens op
te eten. Ondertussen komt er een boze vrouw naar buiten die
haar juist nog een klein stukje in haar mond ziet steken.
WP6) Cacha
wordt gegrepen door de vrouw en wordt opgesloten. Ze moet in een
donkere kooi die zich in de tuin van het huisje bevindt. Ze
wil hier uiteraard uit, maar moet wel heel voorzichtig te berk gaan
om het kleine deurtje van de donkere kooi, zeven (mijls)laarzen
hoog, te openen.
WP7) Als ze eindelijk ontsnapt is,
ziet ze, een eindje verder, drie rare figuren witte rozen
rood verven. Dit komt omdat deze rare figuren per ongeluk
witte rozen hebben geplant en de boze vrouw alleen maar rode
rozen in haar tuin wenst.
WP8) Vlug rent Cacha de tuin uit,
maar moet wel goed opletten dat ze de juiste weg kiest omdat
verloren lopen in dit bos al veel is gebeurd. Al lopend ziet
ze een pratende hoed, ze zet hem op, maar er komt niets anders uit
dan:’hhhhhhoed’, en wordt onzichtbaar zodat ze rustig
wandelend haar weg verder kan zetten.
WP9) Nu komt ze bij een oude kale
man met grote voeten en dikke tenen, die een raadsel te vertellen
heeft. Na het oplossen van dit raadsel vervolgt ze haar weg
naar een plaats waar ze tot haar grote verbazing, naar alle
waarschijnlijkheid,……………………....(vul
dit sprookje eventueel verder aan in uw log).
Dank aan Paske
& Silly Walker voor de proefloop
Dank aan JanH voor de
collegialiteit