De Zouweboezem is een klein natuurgebied, maar wel een van de
belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Dit indrukwekkende
moeras gebied is rijk aan natuur en cultuur. Het gebied
functioneerde vroeger als opvangplaats voor overtollig water van de
nabij gelegen polders van de Vijfherenlanden. Hierdoor was het
gebied constant nat en heeft het zich daardoor kunnen ontwikkelen
tot een moerasgebied met een grote variatie aan water- en
moerasvogels.
Het afwisselende landschap van open water, wilgen grienden,
elzenbroekbos, riet-, pluim zegge-, mattenbies- en grote lisdodden
velden, vormt een uitstekende vogelboulevard voor
wandelaars.
Historie
De Zouweboezem heeft zijn ontstaan te danken aan de voormalige
boeren van de polders in de omgeving. De bloei van de griend- en
rietteeltcultuur heeft in de 20e eeuw grote invloed gehad op de
boeren in de omgeving. De boeren wilden ook van de grote vraag naar
griend en riet te profiteren en besloten ook wilgenakkers en
grienden te verbouwen. Voor het verbouwen van griend en riet is
veel water nodig en daardoor ontstond er veel overtollig water.
Het overtollige water van de polders moest ergens naartoe. In 1385
heeft men het kanaal Oude Zederik gegraven om het overtollige water
naar de Lek te leiden. Om het overtollige water in het kanaal te
krijgen zijn er molens buitendijks geplaatst. Tussen 1762-1777 werd
De Boezem uitgebreid met een extra kanaal de Nieuwe Zederik en er
zijn 8 extra molens binnendijks geplaatst.
Later deed het stoomgemaal zijn intrede om het water te leiden naar
rivier. Dit betekende dat de bestaande molens overbodig zijn
geworden en daarom in 1828 afgebroken. Van de voormalige molens
heeft maar eentje het overleefd en dat is de Vlietmolen. Deze was
1998 afgebrand en men heeft hem in 2001 opnieuw opgebouwd.
De natuur mag weer
In het begin werd de Zouweboezem verwaarloosd. De natuur greep zijn
kans. In het gebied begonnen verschillende planten en rietvelden te
groeien. Deze planten en rietvelden gingen insecten en kleine
dieren aantrekken en deze trekken op hun beurt vogels aan.
Uiteindelijk is het gebied onder invloed van de mens en de natuur
uitgegroeid tot een eldorado voor riet- en watervogels.
De Zouweboezem is op dit moment in beeld door het grote aantal
broedende Purperreigers. Ook andere vogels hebben hun weg
hiernaartoe gevonden. Tijdens de zomermaanden voelen ook de
volgende vogels zich hier goed thuis: de bruine kiekendief, de
grauwe gans, de kolgans, de nijlgans, de Canadese gans, de zwarte
stern, de waterral, de blauwborst, de rietzanger, de snor en de
roerdomp. In de wintermaanden verblijven de blauwe kiekendief en de
waterpieper in het gebied.
In de loop der jaren heeft de Zouweboezem zich ontwikkeld tot een
klein natuurgebied, maar het is wel een van de belangrijkste
vogelgebieden van Nederland. Om deze rijke natuur en cultuurwaarden
te behouden, wordt het gebied een handje geholpen door de beheerder
Het Zuid-Hollandse Landschap. Ook de griend- en rietteeltcultuur
wordt nog in beperkte mate uitgevoerd, zodat deze cultuur behouden
blijft.
|