FUN IN ATHLETICS
Hoogspringen is één van de
bekende onderdelen in de atletieksport. Hieronder, alvorens iets
over de cache te zeggen, eerst een paar feitjes over het
hoogspringen.
Hoogspringen

Dit nummer kwam niet
voor op het programma van de oude Olympische Spelen, maar het werd
veel beoefend door de Kelten
De eerste wedstrijd werd georganiseerd in Engeland in 1840 en de
reglementen hiervoor werden ingevoerd in 1865 toen iedere deelnemer
drie pogingen kreeg op iedere hoogte en het niet meer toegestaan
was om de lat lager te leggen bij een mislukte poging. Afzetten met
beide voeten was verboden en deze regel is ook vandaag de dag nog
van kracht.
Een hoogte van zes voet (1.83m) werd voor het eerst gesprongen door
Marshall Brooks (GBR) in 1876 die een techniek gebruikt waarbij de
voeten het eerst over de lat gingen. De "schaarsprong" werd voor
het eerst gebruikt door William Page (USA) in 1874. Tot 1936
bestond de regel dat de voeten het eerst over de lat moesten gaan.
In 1925 besloot de IAAF dat de standaards (waarop de lat werd
vastgehouden) zo moesten worden opgesteld dat de lat makkelijk zou
vallen als ze geraakt werd. In 1941 behaalde Les Steers (USA) 2.11m
met de straddle-techniek. Verdere aanpassingen van de regels legden
het gebruik van extra dikke zolen van de springerschoenen aan
banden.
In 1968 vond Dick Fosbury (USA) de "flop" uit, een achterwaartse
sprong met een hele snelle aanloop die mogelijk werd gemaakt door
de invoering van een dikke mat. Sinds 1978 gebruiken alle toppers
deze techniek.
Javier Sotomayor (Cuba), de huidige wereldrecordhouder met 2.45m,
is 1.93m lang. Hij springt dus 52cm boven zijn eigen
lichaamslengte. Maar de 1.73m lange Amerikaan Franklin Jacobs, is
op dit gebied de ?wereldrecordhouder? met een verschil van 59cm.
Hij sprong in 1978 2.32m
De hoogspringer moet
zijn lichaamsgewicht bevrijden uit de greep van de zwaartekracht en
het verticaal over een lat brengen -- alsmaar hoger. Hierbij moeten
de atleten rekening houden met hun lichaamsbouw, de lengte van hun
ledematen, hun aanloopsnelheid, hun vermogen om te ontspannen, en
met souplesse, met kracht en coördinatie. Iedere beweging moet tot
op de millimeter onder controle zijn om in een perfecte boog over
de lat te springen. Alle puzzelstukjes moeten in elkaar passen
tijdens de versnelling naar de afzet. En dan is het de uitdaging
voor de springer om de zwaartekracht uit te schakelen.
De één sport voor zijn
of haar plezier, de ander om te winnen. Om een eerlijke uitslag te
krijgen, is in de sport vaak een scheidsrechter of jurylid
noodzakelijk, want zeg nu zelf: De beste stuurlui staan vaak aan
wal. Om objectief een winnaar te bepalen zijn dan ook de
noodzakelijke regeltjes nodig. Kent u deze voor het
(polsstok)hoogspringen? Bepaal dan de eindstand.


Om het coördinaat te
bepalen:
1e plaats = A, neem
hier het derde cijfer van het startnummer
2e plaats = B, neem
hier het eerste cijfer van het startnummer
3e plaats = C, neem
hier het derde cijfer van het startnummer
4e plaats = D, neem
hier het tweede cijfer van het startnummer
5e plaats = E, neem
hier het tweede cijfer van het startnummer
6e plaats = F, neem
hier het tweede cijfer van het startnummer
7e plaats = G, neem
hier het derde cijfer van het startnummer
8e plaats = H, neem
hier het tweede cijfer van het startnummer
De cache bevindt
zich op:
N52°3A.BCD E005°0E.FGH
Deze cache is geplaatst met
toestemming van de gemeente Hoorn. Log voorzichtig zodat de cache
kan blijven bestaan en leg deze terug zoals je hem gevonden
hebt!
Let op, het kan hier in de
buurt druk zijn met scholieren onder schooltijd
De medailles
voor de snelste cachers!

Je kunt de antwoorden van de puzzel controleren op
Geochecker.com.