Bovenstaande coördinaten
zijn slechts fictief
|
De Berlijnse
muur
Onder de Berlijnse Muur verstaat men een 100 m brede constructie
van opeenvolgende obstakels die van 13 augustus 1961 tot 9 november
1989 West- en Oost-Berlijn van elkaar scheidde. De totale grens
rond West-Berlijn was een onderdeel van de Duits-Duitse grens en
was 167,8 km lang, waarvan 45,1 km werd gevormd door de Berlijnse
Muur. De Berlijnse Muur was het bekendste symbool van de Koude
Oorlog en de deling van Duitsland. Tijdens vluchtacties bij de
Berlijnse Muur zijn ongeveer tweehonderd mensen om het leven
gekomen.
Voorgeschiedenis
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd Duitsland,
volgens afspraken gemaakt tijdens de Conferentie van Jalta,
opgedeeld in vier bezettingszones. De geallieerde machten (de
Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en
Frankrijk) kregen elk een deel van het land toegewezen dat zij
bezetten en voorlopig zouden besturen. Analoog hieraan werd ook de
voormalige hoofdstad van het Derde Rijk verdeeld in vier sectoren.
Het gebied dat Berlijn omringde behoorde evenwel in zijn geheel tot
de Sovjet-zone, waardoor de Berlijnse sectoren van de overige
geallieerde staten een enclave in door de Sovjet-Unie bezet gebied
vormden.
Het einde van de Tweede
Wereldoorlog had intussen het begin van de Koude Oorlog tussen "het
Westen" en "het Oosten" ingeluid. Berlijn ging door de bijzondere
politiek-territoriale verhoudingen een centrale plaats innemen in
de strijd tussen de oostelijke en westelijke inlichtingendiensten.
In 1948 kwam de Koude Oorlog met de Blokkade van West-Berlijn door
de Sovjet-Unie tot een eerste hoogtepunt. Op 23 mei 1949 gingen de
westelijke bezettingszones op in de Bondsrepubliek Duitsland
(West-Duitsland); op 7 oktober van hetzelfde jaar werd de Duitse
Democratische Republiek (Oost-Duitsland) gesticht op het
grondgebied van de Sovjet- zone. Formeel bleef Berlijn een aparte
status houden als van Duitse zijde gedemilitariseerde
viersectorenstad, onafhankelijk van de twee Duitse staten. In de
praktijk functioneerde West-Berlijn echter steeds meer als een
deelstaat van de Bondsrepubliek en werd Oost-Berlijn zelfs tot
Hoofdstad van de DDR uitgeroepen.
Reeds in de zomer van 1945 werd de grens tussen de bezettingszones
in Berlijn afgebakend. Op sommige plekken plaatste men slagbomen en
wit-gele houten palen, daarnaast werden kleurmarkeringen op bomen
gebruikt. Om de zonegrens te overschrijden had men toestemming
nodig; alleen voor pendelaars en boeren werd een zogenaamd klein
grensverkeer ingevoerd. Op bevel van het Sovjet- militaire bewind
werd een grenspolitiemacht opgebouwd, die op 1 december 1946 voor
het eerst in actie kwam. Voor de grenspolitie werden er richtlijnen
voor het gebruik van vuurwapens ingesteld. Voor reizen tussen de
oostelijke en de westelijke sectoren moest men voortaan over een
interzonepas beschikken. De eerste grensafzettingen werden
aangelegd: in bosgebieden betrof dit vooral prikkeldraadbarrières,
op wegen en straten werden barricades opgeworpen.
Sinds de oprichting van de DDR
nam een steeds groter aantal burgers uit het oosten zijn toevlucht
tot de Bondsrepubliek. In 1952 begon men de Duits-Duitse grens van
DDR-zijde af te sluiten met hekken, bewakingsposten en
alarminstallaties. Langs de grens werd een vijf kilometer brede
verboden zone ingericht, die men alleen mocht betreden met speciale
toestemming, die vooral aan lokale bewoners werd verleend. Aan de
grenszijde werd dit gebied afgesloten met een 500 meter brede
bufferzone, gevolgd door een tien meter brede zwaarbewaakte strook
direct aan de grens.
De dwars door dichtbevolkt gebied lopende sectorgrens tussen Oost-
en West-Berlijn bleef echter relatief open, aangezien deze
nauwelijks te bewaken was. Via de lekkende grens verlieten tussen
1949 en 1961 zo'n 2,6 miljoen mensen de DDR en Oost-Berlijn; van
hen vluchtten er 47.433 nog in de laatste twee weken voor de bouw
van de Muur. Ook voor vele Polen en Tsjechen was (West-)Berlijn een
poort tot het Westen. Aangezien het daarbij grotendeels
hoogopgeleide jonge mensen betrof, vormde deze uittocht een
serieuze bedreiging voor de economie van de DDR en zou uiteindelijk
zelfs het voortbestaan van het land in gevaar kunnen komen.
Ongeveer 50.000 Oost-Berlijners werkten in West-Berlijn, terwijl ze
onder financieel gunstige voorwaarden in Oost-Berlijn of de
voorsteden in de DDR woonden. Op 4 augustus 1961 verplichtte het
Oost-Berlijnse stadsbestuur de sectorforensen zich te registreren
en hun huur voortaan in West-Duitse marken te betalen.
Reeds voor de bouw van de Muur controleerde de Oost-Duitse
Volkspolizei de naar het westen van de stad lopende straten
intensief op verdachte republiekvluchtelingen en smokkelaars. Veel
West-Berlijners en in West-Berlijn werkende Oost-Berlijners konden
in Oost-Berlijn goedkoop inkopen doen met de op de zwarte markt
gunstig om te wisselen Oost-Duitse mark. Dit betekende een verdere
verzwakking van de planeconomie van de DDR. De afgrendeling van de
grens door middel van de Muur moest ervoor zorgen dat de leegloop
van zowel middelen als personen uit de socialistische arbeiders- en
boerenstaat definitief een halt toe werd geroepen.
De toenemende verwijdering tussen het Oosten en het Westen uitte
zich op politiek gebied met een verscherping van de Koude Oorlog
(wapenwedloop) en een constante diplomatieke strijd; op economisch
gebied stelde het Westen een embargo op technologisch hoogwaardige
producten (CoCom) tegen het Oostblok in. De grens was hierdoor meer
dan een territoriale scheiding, hij was verworden tot een grens
tussen tegenover elkaar staande politiek-ideologische, economische
en culturele machtsblokken en invloedssferen.
De
bouw
In 1961 besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita
Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12
op 13 augustus werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur. In
enkele weken tijd werd een zwaarbewaakte betonnen hindernis
opgeworpen rondom West-Berlijn. Er werden op zeven plaatsen
doorgangsposten opengelaten. De Muur werd door de Oost-Duitse
grenspolitie zwaar bewaakt. De strenge bewakers maakten van elke
beweging een foto, soms zelfs van elkaar. De Muur was ook voorzien
van prikkeldraad.
De grenswachten hadden bevel om
te schieten op mensen die probeerden de grens over te steken. Dit
betekende overigens niet dat niemand meer probeerde te vluchten.
Gedurende de bijna dertig jaar dat de Berlijnse Muur bestond zijn
talrijke pogingen ondernomen om uit de DDR te ontsnappen. Hierbij
zijn naar schatting ongeveer tweehonderd doden gevallen. De eerste
twee en een half jaar bleef de Muur potdicht, daarna ging hij
langzamerhand op een kier voor bezoekers uit het westen.
In de eerste paar jaren van zijn bestaan was de Muur nog lang niet
perfect. Er zaten nog veel gaten en zwakke plekken, die snel door
vindingrijke Oost-Berlijners werden gevonden. Aanvankelijk kon men
eenvoudig naar het westen vluchten via de ramen van de huizen die
net op de grens stonden, met toestemming van de bewoners. Er werden
in de loop der jaren vaak spectaculaire pogingen gedaan om over de
Muur te klimmen, te vliegen, en er onderdoor te graven. De
creativiteit groeide, zoals kisten onder auto's en gebruik
onzichtbare bergruimtes in auto's. Zo reed bijvoorbeeld een
Oost-Berlijner met een shovel dwars door de Muur heen, en ook
werden tunnels onder de Muur doorgegraven. Toen de Muur steeds
afschrikwekkender werd, konden sommige mensen het gevoel opgesloten
te zijn moeilijk verdragen en kregen last van een syndroom dat
Mauersyndroom, 'muurziekte', werd genoemd.
Als propaganda-instrument wist het Westen de Muur echter op waarde
te schatten; uiteraard maakten de West-Duitse media er het meeste
werk van. In het zicht van de DDR-grenswachten werd een grote foto
opgesteld van een hunner collega's die de benen nam naar
West-Berlijn. Aan de Muur werd een monument opgericht voor degenen
die omkwamen bij hun vluchtpogingen, als Opfer des Stalinismus. Op
het hoogtepunt van de Koude Oorlog bezocht de Amerikaanse president
John Kennedy West-Berlijn op 23 juni 1963, waar hij zijn
solidariteit met de inwoners van Berlijn betuigde door zijn
beroemde woorden Ich bin ein Berliner. Later, op 12 juni 1987, riep
president Ronald Reagan vanaf een platform met uitzicht op de Muur
de Sovjet-president Michail Gorbatsjov op om de Muur neer te halen.
Binnen twee en een half jaar zou het inderdaad zo ver
zijn.
Loop van de Muur & de
Slachtoffers
De Muur stond in
zijn geheel op grondgebied van de DDR. De arbeiders die de Muur
bouwden, mochten immers niet op West-Berlijns grondgebied komen.
Dit betekende in de praktijk dat als men vanuit het westen naar de
Muur liep, men feitelijk gezien al in de DDR was. Westerlingen
trokken zich hier weinig van aan, getuige bijvoorbeeld de graffiti
op de Muur. Een andere "liefhebberij" was het gooien van blikjes en
ander afval over de Muur heen. Maar geheel zonder risico was het
niet. Oost-Duitse grenswachten konden via poortjes in de Muur aan
de westzijde van de Muur komen en de westerlingen weren of
oppakken.
Het aantal dodelijke
slachtoffers aan de Berlijnse Muur is niet exact bekend. Een studie
uit 2006 kwam tot een aantal van 125 identificeerbare slachtoffers
en 81 gevallen waarover twijfel bestond. Aan de kant van het
Oost-Duitse regime vielen 8 dodelijke slachtoffers door
vuurgevechten met (helpers van) vluchtelingen. Overigens moet
bedacht worden dat het in Europa lange tijd gebruikelijk was bij
illegale grensoverschrijdingen met scherp te schieten. Ook langs de
Nederlandse grenzen met Duitsland en België zijn doden gevallen,
maar wel in aanmerkelijk mindere mate.
Dode
brievenbus
Door geheimagenten van de CIA werd contact onderhouden met personen
in Oost-Berlijn door middel van een zogenaamde 'dode brievenbus'.
Als een van de personen in nood was en wilde vluchten dan kon deze
in een dergelijke brievenbus een notitie achterlaten. Ook werd er
soms bijzondere informatie gedeponeerd. Aan jou de taak deze
brievenbus aan de hand van onderstaande informatie te vinden. Dit
is alle informatie die je hebt.
Het Podium
FTF:
Rimates
STF:
Sierra.
TTF:
Lingbeek