De Haan dankt zijn ontwikkeling aan de aanleg van de tramlijn Oostende-Blankenberge, ingehuldigd op 1 augustus 1886. In 1887 stelt Louis Van der Swaelmen in zijn ontwerp voor, ter hoogte van de duinen van Klemskerke een modelvilla-verkaveling, het latere De Haan, te ontwikkelen. Rondom een centrale parkaanleg ten noorden van een kustweg (de latere Koninklijke Baan) slingeren zich een aantal paden in een idyllische enclave.
Later stelt William Kidner, een Londens architect, een ontwerp voor, gedeeltelijk gebaseerd op het project van Van der Swaelmen. In 1889 geeft de Belgische Staat ca. 50 hectare duinengebied, dat overeenstemt met het project van William Kidner, voor 90 jaar in concessie of erfpackt aan de vennoten E. Colinet en A. Passenbronder. De concessie wordt uitgebreid in 1904 en nog eens in 1912. In 1910 ontstaat - wellicht door bemiddeling van Koning Leopold II - het uitbreidingsplan voor "de concessie" van de Duitse ingenieur en urbanist Joseph Stübben.
Het plan voorziet ondermeer een brede rechte laan als hoofdas van West (Jean d'Ardennelaan) naar Oost (Normandiëlaan) dwars door de concessie en in het midden van die hoofdas een park met tennisterreinen en een clubhuis gevat in een vierkant, afgezoomd door een wandelpad. De naam "La Potinière" ontstond in de volksmond en betekent "kletskous". "La Potinière" werd aangekocht door de gemeente bij raadsbesluit van 13 juli 2000.
Bron : Geschiedenis van de landelijke parochies Klemskerke en Vlissegem en van de badplaats De Haan - R. Boterberge - Gemeentebestuur De Haan, 2000