Droogmakerij
Het centrum van de droogmakingen lag in de zeventiende eeuw in Noord-Holland. Daar kwamen de belangrijkste initiatieven en vernieuwingen vandaan. In diezelfde periode vonden in Zuid-Holland vier droogmakingen plaats, met de kleine Zoetermeerse Meerpolder als eerste droogmakerij beneden het IJ.
Natuurlijk
Het Zoetermeerse Meer was in oorsprong natuurlijk, wat goed is af te zien aan de ovale vorm op de kaart. De polderinrichting kende een eenvoudig schema: de Middelweg deelde het poldervlak in tweeën en vormde de verbinding tussen de dorpen Stompwijk en Zoetermeer. Haaks op de Middelweg werden over de gehele breedte van de polder drie tochten gegraven. Parallel aan de weg werden vervolgens dertig kavels uitgezet.
Groene buffer
Tegenwoordig is de polder nog een 'groene' buffer tussen Zoetermeer, Den Haag en Leiden. In het rapport De ontwikkeling van het Westen des Lands (1958) stond dat de stad Den Haag binnen haar grenzen nauwelijks meer kon groeien en dat opvang in het oosten moest worden gezocht. In datzelfde jaar werd het dorp Zoetermeer als groeikern aangewezen. Stedenbouwkundige S.J. van Embden tekende hiervoor in 1963 het structuurplan en liet de uitbreidingen ophouden waar de polder begon. Hoewel de druk op de polder vanuit Zoetermeer en Leiden inmiddels enorm is toegenomen, is door de Gemeente Zoetermeer in 2001 besloten het gebied de komende decennia vrij te houden van verstedelijking.