Een doorsnee golfspeler gebruikt per jaar gemiddeld 100 golfballen, dat is circa 5 ballen per wedstrijd. Met alleen al 5 miljoen golfers in Europa worden er dus ieder jaar een hele hoop golfballen gebruikt.
De golfbal zoals wij die vandaag kennen heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt, beginnende bij de houten bal tot de bal van kunststof zoals wij die nu kennen.
Tussen 1400 en 1960 kunnen we vier belangrijke periodes onderscheiden in de soorten van golfballen die gebruikt werden bij het golfspel.
De houten golfbal
De houten golfbal werd waarschijnlijk gemaakt en gebruikt vanaf het jaar 1400 tot in de 17de eeuw. We weten uit schriftelijke overleveringen dat deze houten ballen gebruikt werden maar er is echter zeer weinig specifieke informatie overgebleven uit deze periode. De houten golfballen werden waarschijnlijk gemaakt van bepaalde soorten hardhout zoals beuk of de wortel van een buxusboom.
De met veren gevulde leren golfbal
Het eerste begin van de gevulde leren golfbal ligt ergens tussen het jaar 1400 en 1600. Het gaat hier eigenlijk om een techniek die de oude Romeinen gebruikten voor het maken van hun speelballen en die in deze periode werd geperfectioneerd door de Nederlanders. De eerste gevulde bal was gemaakt van een leren omhulsel van ongeveer 4 cm doorsnede, gevuld met haren of wolvlokken. Het gebruik van haren of wol zal naar alle waarschijnlijkheid niet lang geduurd hebben aangezien de vulling zeer snel zijn veerkracht verloor. Vrij snel kwamen de golfbal makers er in die periode achter dat het gebruik van veren als vulling een meer levendige en duurzamere bal als resultaat gaf.
De golfbal gemaakt van een natuurlijke gom
Vanaf 1848 tot ver in de 20ste eeuw werden de golfballen gemaakt van een natuurlijk rubberachtig materiaal dat verkregen werd van het gedroogd sap van de Sapodilla bomen in Maleisië, genaamd “gutta percha”. De eerste golfbal van dit materiaal zou in 1845 gemaakt zijn door James Paterson. Deze dominee, die als missionaris gewerkt had in Azië, nam het stukken van dit materiaal als verpakkingsmateriaal toevallig mee bij zijn terugkeer naar Schotland. Het elastische materiaal bracht hem op het idee er golfballen van te maken. Door de stukken eerst in warm water te weken werden ze zacht waarna ze met de hand tot ballen gevormd konden worden. De eerste golfballen van dit natuurlijke gom werden bekend onder de naam “Paterson’s Patent”.
De moderne golfbal
Rond 1900 begon de ontwikkeling van de huidige moderne golfbal met een rubberen kern. De eerste massa geproduceerde golfballen met rubberen kern werden uitgevonden en gepatenteerd in 1898 door Coburn Haskell in Cleveland, Ohio. In het begin werden deze ballen gemaakt door met de hand een elastische draad zeer strak rond een rubberen kern te wikkelen. Deze kern werd daarna bedekt door “gutta-percha” en later door Balata, een natuurlijke rubber, of kunstmatige rubbers. In 1900 werd een patent afgegeven aan John Gammeter voor de eerste machine die automatisch de elastische draad rond de rubberen kernen kon wikkelen. Hierdoor ontstond de mogelijkheid om op economisch verantwoorde wijze deze golfballen te produceren.
Sedert 1930 zijn alle officiële golfballen gebonden aan de regels zoals die opgesteld worden door de “United States Golf Association” en de “Royal and Golf Club of St. Andrews”.
Als u de cache gevonden heeft mag u deze banner plaatsen.
