De spoorbrug.
De Langstraatspoorlijn bevatte drie belangrijke spoorbruggen: de Moerputtenbrug, de brug over de Baardwijkse Overlaat bij Waalwijk en tenslotte de Dongebrug.
Op 1 november 1886 werd de Donge-spoorbrug in gebruik genomen. De hoge verwachtingen ten aanzien van de spoorlijn werden echter niet waargemaakt. Zo kwam het aantal dagelijkse personentreinen bijvoorbeeld nooit boven de acht per dag uit. Ook het goederenvervoer bleef achter bij de ramingen.
Eind oktober 1944 bliezen terugtrekkende de Duitse troepen de bruggen op, waarbij de draaibrug echter gespaard bleef. Van 1945 tot 1946 lag er een houten noodbrugje voor voetgangers over de kapotte verkeersbrug. In 1946 kon het spoortraject Lage Zwaluwe-Vlijmen weer in gebruik genomen worden voor goederentreinen. De passagiersdienst werd in oktober 1947 hervat.
Het draaigedeelte van de brug is dubbelspoors uitgevoerd.
De bootjes bij de spoorbrug zijn aan het beugelen. Dat is baggeren dmv een emmer aan een lange steel.
Voorgeschiedenis van de Halve Zolenlijn
De plannen voor een spoorweg van Lage Zwaluwe naar ‘s-Hertogenbosch werden voor het eerst geopperd in 1870; er werd echter geen concessie op verleend. Vijf jaar later dienden enkele Kamerleden een initiatief-wetsvoorstel in, behelzende de aanleg van een twaalftal nieuwe Staatsspoorlijnen, waaronder Zwaluwe – Bosch. Dit voorstel werd in grofweg gehalveerde vorm door de Minister overgenomen. In zijn plan kwam helaas de lijn Zwaluwe – Bosch niet meer voor, maar na aandrang uit de Kamer werd deze alsnog aan het Ministerieel wetsvoorstel toegevoegd. De wet werd aangenomen in 1875.
Over het te volgen trace is vijf jaar lang geruzied. Per amendement was in de wet van 1875 al vastgelegd dat de spoorlijn door de Langstraat zou gaan lopen. Het Ministerie van Oorlog bleek echter een noordelijker gelegen trace te prefereren, langs de vesting Heusden. Na oeverloze discussies werd deze wens uit kostenoverwegingen uiteindelijk niet gehonoreerd. Al met al kon het werk aan de spoorlijn door de Langstraat effectief pas in augustus 1880 beginnen. De lijn is in drie fasen van west naar oost aangelegd:
Lage Zwaluwe – Waalwijk
|
begonnen 1881
|
in exploitatie 1886
|
Drunen – Vlijmen
|
begonnen 1886
|
in exploitatie 1888
|
Vlijmen – ‘s-Hertogenbosch
|
bouw begonnen 1888
|
in exploitatie 1890
|
Opzet van de Halve Zolenlijn
De hele Halve Zolenlijn werd enkelsporig uitgevoerd. Men gokte echter wel op een voorspoedige groei en besloot daarom alvast het spoorbed en de pijlers en landhoofden van de vaste bruggen op dubbelspoor te bouwen. Zo zou na aangetoonde behoefte de hele lijn eenvoudig op dubbelspoor kunnen worden omgebouwd door het enkele toevoegen van een tweede serie vaste overspanningen. Daar is het overigens nooit van gekomen. De draaibrug in Geertruidenberg werd wel gelijk dubbel uitgevoerd maar is zo nooit gebruikt.
Einde van de Halve Zolenlijn
De laatste passagierstrein reed halverwege 1950 over het spoor. Daarna is de spoorbrug bij Geertruidenberg open gezet. Twee maal per jaar ging de brug nog dicht. Dit was voor de inspectietrein van de NS en een sproeitrein. In oktober 1972 werd de (openstaande) spoor-draaibrug door een 1300-tons binnenvaartschip (de “Gijsbert”) aangevaren en ontzet. De brug is nooit meer gerepareerd.
Halve Zolenlijn vandaag.
Tegenwoordig wordt een groot gedeelte gebruikt als fietpad of wandelpad. Het traject van de spoorlijn is nog op veel plaatsen te herkennen.
Deze cache is neergelegd met toestemming van het college vanburgemeester en wethouders van de gemeente
Geertruidenberg.
Denk bij het bezoeken van de caches aan de rust van de bewoners en ruim zoals een goede cacher zich gedraagt eventueel zwerfvuil op.