Deze cache biedt uitzicht over het natuurgebied De Kleimeer.
Dit meer is evenals omringende meren zoals de Daalmeer en de Vronermeer in de zestiende eeuw drooggelegd. Het meer was vrij ondiep en voor de visserij nog wel van belang. In 1564 werd een octrooi verleend om de Kleimeer te bedijken. Voorwaarde tot droogmaking was onder andere dat er dwars door de Kleimeer in het verlengde van de Noorder Veersloot , een veersloot ( vaarsloot ) met een breedte van 18 voeten gemaakt moest worden. Dit was nodig om Koedijkers de gelegenheid te geven om de landen ten oosten van de Kleimeer te vereiken. Om de polder werd een ringsloot gegraven. Al direkt na de bedijking is een gedeelte in cultuur gebracht als rietland en het overige iets hoger gelegen deel als wei- en bouwland. De totale belastbare oppervlakte van de polder was ongeveer 65 ha. Het gedeelte van de polder wat als rietland was bestemd had een hoger waterpeil als de rest van de polder. In de zomer werd het gebied geregeld onder water gezet ter bevordering van de rietgroei, ook om het onkruid niet de kans te geven om de rietgroei te hinderen.
Het rietland was en is een aantrekkelijke plaats voor watervogels als meerkoeten, waterhoentjes, zwarte sterns, kokmeeuwen en andere. Reeds voor de ruilverkaveling is dit gebied aangekocht door Staatsbosbeheer en mede daardoor is het behouden gebleven. Nu maakt het deel uit van het recreatiegebied Geestmerambacht. Thans wordt aan de westkant aansluitend een natuurgebied aangelegd wat deels toegankelijk is.
Een deel van de tekst is ontleend aan "Uit de Historie van Koedijk" van J.P. Geus.
De cache is slechts te voet te bereiken, de auto kan men parkeren op N 52 41.402 E 004 44.965 of N 52 41.507 E 004 46.288. Hij is goed te combineren met (GC26D3W) multicache Rondje Geestmerambacht.