Na een epidemie in 1826 in de stad, werd besloten voortaan buiten de poorten van Groningen te begraven. Tegelijkertijd met de Zuiderbegraafplaats aan de Hereweg, werd in 1827 aan de Moesstraat de Noorderbegraafplaats aangelegd. De begraafplaats is sober opgezet, met een rechte hoofdlaan en haaks daarop staande zijpaden.
Een apart deel van de begraafplaats werd van 1827 tot 1909 gebruikt als Joodse begraafplaats. Op dit deel van de begraafplaats staan 906 stenen. In 1909 werd een nieuwe begraafplaats aan de Iepenlaan in gebruik genomen. Zowel aan de Iepenlaan als aan de Moesstraat staat een monument, voorzien van een gedicht van stadsdichter Ronald Olsen.
Hoewel je voor het vinden van de cache de begraafplaats niet hoeft te betreden, is het wel de moeite waard om hier eens te kijken. Op de Noorderbegraafplaats zijn meerdere verzetsstrijders begraven, de monumenten voor deze verzetsstrijders zijn het bezichtigen waard.