De IJzeren Vrouw, genoemd naar de baggermachine die het groef, is een meer dicht bij de binnenstad van 's-Hertogenbosch.
In 1874 is voor 's-Hertogenbosch de vestingstatus opgeheven. Dit resulteerde in de mogelijkheden om de stad uit te breiden. De wijk De Muntel is toen gebouwd, maar daarvoor was zand nodig. Door de zandafgraving ontstond een kunstmatig meer, de IJzeren Vrouw. De bouw van de wijk is in 1917 begonnen. In eerste instantie ging men alleen evenwijdig aan de wallen bouwen. Dat is nog heel goed zichtbaar in de wijk de Muntel, die tussen de IJzeren Vrouw en de wallen ligt.
De naam van het meer is ontstaan naar analogie van de IJzeren Man, een meer bij Vught. Dat meer is genoemd naar de machine waarmee het gegraven werd.
Vroeger gebruikte men dit meer gedeeltelijk om te zwemmen. Daarbij werden nog door middel van een schot de mannelijke van de vrouwelijke zwemmers gescheiden. Vandaag de dag wordt er weinig meer gezwommen in het meer. Rondom de plas wordt voornamelijk gewandeld en gevist in het Prins Hendrik Park. Aan het meer liggen enkele kleine voetbalveldjes en een kinderboerderij.
Het park rondom de IJzeren Vrouw heet het Prins Hendrik-park. De Stichting IJzeren Vrouw had een verzoek bij de gemeente ingediend om van dit park een rijksmonument te maken. Hiermee zou de herinrichting van het park worden voorkomen. In juli 2008 gaf de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een negatief advies op dit verzoek. Het park is tussen 1934 en 1936 aangelegd in het kader van de werkverschaffing. Later kwam er ook een openluchtzwembad.