Click here for English text
De drie musketiers uit Harelbeke
Robert Deprez, Andre Schaepdrijver en Marcel Becquaert verlieten op 13 juli 1942 Harelbeke met bestemming Groot-Brittannië. Ze hadden een document op zak met de handtekening van Gerard Romsée (de door de bezetter aangestelde secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken) en waarop stond dat ze werk hadden in Frankrijk. In Brussel namen ze de trein naar Parijs (via Amiens) omdat die overvol arbeiders zat, waardoor praktisch geen controle mogelijk was. In Saint-Jean-de-Losne (ten zuiden van Dijon) vonden ze een middel om de demarcatielijn tussen het door de Duitsers bezette deel van Frankrijk en het onbezette deel (dat werd bestuurd door het Vichy-regime) te overschrijden. Met behulp van enkele spoorwegarbeiders werden ze verstopt in een kolenwagon van een goederentrein die naar Bourg-en-Bresse reed. Vanaf Montauban ging Marcel Becquaert afzonderlijk verder. Het duurde tot 1 december 1942 eer hij samen met een groep van 13 mannen vanuit Foix geleid door Spaanse gidsen, te voet over de bergen van Andorra trok. Op 4 december stootte de groep in het Spaanse Seo de Urgel op de Guardia Civil. Becquaert werd er opgesloten en belandde vervolgens in de gevangenissen van Lerida en Zaragoza. Uiteindelijk werd hij naar een kamp van Miranda de Ebro gevoerd, waar hij van 28 december 1942 tot 22 mei 1943 verbleef. Hij vond er zijn kameraden Deprez en Schaepdrijver terug. Het Britse consulaat kocht de drie Harelbekenaren met goederen van de Spaanse overheid af, nadat ze een dienstverbintenis hadden ondertekend. Ze werden naar Gibraltar gebracht, waar ze vier dagen verbleven. Acht dagen later, op 8 juni 1943, kwamen Becquaert, Deprez en Schaepdrijver aan in Groot-Brittannië. Ze waren bijna een jaar weg van huis. In Harelbeke hoorden hun familieleden en vrienden de afgesproken radioboodschap, die op de BBC-zender werd omgeroepen: "De drie musketiers zijn goed aangekomen". Alle drie gingen ze in militaire dienst. Na hun opleiding tot marconist, werden ze in 1944 ingezet bij belangrijke zendingen naar het bezette België.
De zending Lucullus-Troilus
Robert Deprez (codenaam Lucullus) maakte samen met Albert Girouille (codenaam Troilus) deel uit van een zending Lucullus-Troilus. Op 30 maart 1944 vertrokken de agenten met een viermotorige Halifax vanuit Groot-Brittannië. Luitenant Deprez was bestemd om als verbindingsman bij het leger van België (geheim leger) op te treden en moest gedropt worden in de streek van Ellezelles nabij Ronse. Nog voor het vliegtuig zijn bestemming bereikte, werd het tijdens een vijandelijke actie neergeschoten boven de Westerschelde, ten zuiden van Hansweert (Nederland). Slechts vijf van de twaalf bemanningsleden van de Halifax overleefden de crash. Giroille en Deprez werden als vermist opgegeven.
(Bron: TracesOfWar.com)
English text:
The Three Musketeers of Harelbeke
This QSL is a tribute to the three musketeers of Harelbeke, Belgium in World War W II
Robert Deprez (*1921), André Schaepdrijver (*1920) and Marcel Becquaert (*1920) left on Harelbeke the 13th of july 1942 towards Great Britain, via France and Spain. On 8th of june 1943 friends in Harelbeke heard the message, broadcast by the BBC: "The three musketeers have well arrived". All three entered the secret service. After their training as a marconist, they were brought into action in important missions in occupied Belgium. Only one of them would survive the war. The Lucullus-troilus-mission Robert Deprez (codename Lucullus) and Albert Giroulle (codename Troilus) were part of the mission. On 30th of March 44 the agent left on a Halifax. Lieutenant Deprez was distending to function as a liaison officer in the Belgium SecretArmy and had to be dropped in the region of Ellezelles (Ronse). Their airplane was shot down above the Western Scheldt. Only five the then crew members survived the crash. Robert and Albert were considered as being missed. The Velutus-Patrolus-mission. André and Marcel were on a plane for their mission. Their task was sending information, seeking dropping areas in Limburg and organizing droppings fot the SecretArmy. In the region of Lyon (France), the Halifax was heavily shot by the German anti-aircraft defence. The pilot managed to hold the plain in the air and finish the mission. Marcel Becquaert was dropped in Fumal (Liege). He was waited by resistance fighters. André Schaepdrijver was dropped near Spa. When they had leave of each other, they didn’t know it would be for ever. On the 17th of August 44 André was held by the Gestapo while sending information to England. He was carried away to the Mauthausen concentration camp, where he die don the 1th of February 45. Becquaert had the disposal of 4 TxRx’s and 1Rx. Every two days he radioed to Great-Britain. After trying to bring the dropped weapons, ammunition and explosives to Antwerp, he was held by the Sicherheitsdienst, together with the Limburg resistance fighters. The boat-hand who would bring the material had learnt about the contend and warned Germans. Becquaert got shut up in the camp of Breendonk. Because the allied troops had step across the Belgian border, he was brought to the Sachenhausen concentration camp via Vught (Netherlands) and then the Rathenow labour camp. Together with some prisoners, he was liberated on the 27th April by Russian troops. After the war, he made career in the army. He retired in de rank of Colonel (he died on 7 July 2004).
(Source: TracesOfWar.com)