Ik ben een insecteneter, die zijn voedsel voornamelijk in de ondergroei zoekt.
Met mijn snuit spoor ik mijn prooien op tussen afgevallen bladeren, graspollen en losse aarde, terwijl mijn gehoor scherp genoeg is om prooidieren onder de grond te horen kruipen.
In het voorjaar eet ik voornamelijk regenwormen, rupsen en kevers, maar in de zomer en het najaar voornamelijk wormen, slakken en mest- en aaskevers.
Ik ben vooral een opportunist. Ik vul mijn dieet aan met spinnen, kleine gewervelde dieren (zoals kikkers, padden, hagedissen, slangen en jonge vogeltjes) en kleine zoogdieren (zoals knaagdieren, spitsmuizen en mollen). Verder staan op mijn menu ook eieren - met een doorsnede tot 15 mm -, aas, visresten, paddenstoelen, bessen en vruchten.
Dit betreft een voortuincache. Graag voorzichtig loggen want hij kan prikken.