Het woord donk wordt in verschillende regio's gebruikt voor heuvels die heel verschillende vormen en ontstaanswijzen kunnen hebben. Een donk is altijd een heuvel die zich duidelijk aftekent tegenover een lager gelegen gebied, en bij alle typen heel vaak een bewoonde plek.
In Noord-Brabant werd het woord of de naam Donk vooral gehecht aan een grote hoge zandkop of een plateaurand langs een beekdal. Omdat donken een hogere en drogere plek in een vaak drassige omgeving boden waren ze aantrekkelijk voor de landbouw maar vooral als vestigingsplaats voor mensen. Donk vindt men dan ook terug in tal van achternamen, maar ook als -donk (toponiem) in vele plaatsnamen, bijvoorbeeld: Beek en Donk, Raamsdonk, Grobbendonk, Arendonk, Oeteldonk en Wachtendonk (een plaats in Duitsland).
Het logrolletje strak aandraaien door middel van de spijker. Zo past hij beter in de container!