Deze Diepeweg is een ‘holle weg’ tussen esgronden van het dorp Lettele. Esgronden, van oorsprong al wat hoger gelegen, werden door jaarlijkse plaggenbemesting steeds hoger. Heideplaggen werden in de stal uitgestrooid en na de mest te hebben opgenomen, op de ‘es’ of ‘enk’ gebracht. Deze oude wijze van bemesting raakte pas een eeuw geleden in onbruik door de uitvinding van de kunstmest. Toen begonnen ook de grote ontginningen van heidevelden.
Essen worden als bouwland gebruikt, de lagere gronden in de beekdalen als weidegronden. Aan de overzijde van weg Schalkhaar-Lettele ziet men de weidegronden van Lettele, waardoorheen – ofschoon gekanaliseerd en gewijzigd – nog de letteler Leide stroomt.
Het dorp Lettele ligt rechts ervan op een hoge, zanderige uitloper (tot in het beekdal) van het uitgestrekte gebied (nóg meer naar rechts), dat vroeger heidegrond was, maar sinds 1850 bebost is. Op de heide weidden de bewoners hun schapen. Door de Diepeweg (‘schapendrift’) werden ze naar de stal gedreven.