High Butterfly
De meeste vlindersoorten vliegen gewoonlijk niet hoger dan enkele tientallen meter boven de grond.
Bepaalde soorten vlinders en motten vertonen echter een "trek" (migratie) zoals sommige vogels. Dergelijke "trekvlinders" en "trekmotten" kunnen daarbij op zeer grote hoogten vliegen: de monarchvlinder (Danaus plexippus) bv. werd tot op 1200 m boven de grond geobserveerd, terwijl de katoenuil (Helicoverpa armigera) zelfs tot op 1500 m boven de grond werd waargenomen!
De Florida-uil (Spodoptera exigua) vliegt tot op 200-500 m boven de grond, terwijl de koolmot (Plutella xylostella) tot ongeveer 200 m geraakt. Dit zijn maar enkele voorbeelden natuurlijk.
Een spectaculair voorbeeld is ook de "maisuil" [dit is een niet-officiële Nederlandse naam voor de soort Helicoverpa zea, een verwant van de katoenuil hierboven]: deze trekmot leeft o.a. in het zuiden van de Verenigde Staten, waar ze voor heel wat landbouwschade zorgt. De mot trekt echter ook regelmatig naar meer noordelijke gebieden in Noord-Amerika (tot in Canada).
Dat doet ze door zich op hoogten van enkele honderden m tot meer dan een km (wellicht zelfs tot 2-3 km) te laten meevoeren door de wind (ook andere trekvlinders en -motten profiteren van de wind op grote hoogten om lange afstanden af te leggen). De guanovleermuis (Tadarida brasiliensis) maakt daarvan gebruik om op de maisuil te jagen: bij valavond vliegen de vleermuizen uit hun schuilplaatsen (grotten) en stijgen op tot soms bijna 3 km boven de grond, waar ze dan op jacht gaan naar motten (en andere insecten). Men schat dat de guanovleermuizen uit de grotten van Texas, zo per nacht bijna 1000 ton aan insecten (vooral motten) uit de lucht plukken en opeten!
Zo hoog komen wij niet! Maar hoe hoog wel?
SUCCES en klim veilig!!