Sinds mensenheugenis werd er rond de grensstreek volop gesmokkeld. Tot de eerste Wereldoorlog werd er voornamelijk gehandeld in zout, na de Tweede Wereldoorlog werd de botersmokkel erg populair. Door subsidies en lage productiekosten was de boter in Nederland een stuk goedkoper. Aanvankelijk slopen de pungelaars in het donker de grens over (met 25 kilo op hun rug). Later nam de smokkel grotere vormen aan, een auto werd omgebouwd en kon zo’n 1500 kilo boter vervoeren over modderpaadjes. Op een modderpad reed de commiezen zich gauw vast (in hun lege auto), zo niet dan kiepten de smokkelaars wat “kraaienpoten” op straat. In 1963 kwam er een einde aan de botersmokkel, er was een gemeenschappelijk landbouwbeleid gekomen.
Deze boerderij uit eind 18de eeuw of begin 19de eeuw fungeerde niet alleen als boerderij maar ook als een smokkelcafé: de Koekoek.
De boerderij bezit een potstal, in een potstal werd gedurende het stalverblijf de mest niet verwijderd. De dieren stonden steeds een stukje hoger.
Rechts van deze boerderij/smokkelcafé zie je nog de restanten van een bakhuis. Vroeger werden bakhuizen altijd buiten de boerderij gebouwd i.v.m. brandgevaar.
In deze link zie je een filmpje van omstreeks 1960: een paard doet hier het werk aan de rosmolen: https://www.heemkundestramproy.nl/1960-dorsmanege-bij-de-koekoek/
In 1970 figureerde boerderij de Koekoek ook in een smokkelfilm, gemaakt door Harrrie Meulen (ook een verwoed smokkelaar van weleer).
Nu is dit een spannende ruïne (gemeentelijk monument) met een geocache.
Here you can find the ruins of a farm/cafe.