Reproductie zeelelies vs. fossielen

...

...

...

Nederlands

De inwoners van Ekeren staan ook bekend onder hun bijnaam "Bierpruvers", vanwege de vele bierbrouwerijen die zich eertijds op het grondgebied van de oude heerlijkheid Ekeren bevonden. De bijnaam is vereeuwigd in het standbeeldje ‘De Bierpruver’ hetwelk op 30 juni 2015 verplaatst werd naar dit vernieuwde Kristus-Koningplein. Het beeldje werd gemaakt door Deben Van Damme en stelt een mannelijke Bierpruver voor die een aker in de hoogte houdt, een koperen ketel waarin vroeger bier werd gebrouwen. Deze koperen ketels zijn ook verwerkt in het wapenschild van Ekeren. De Sokkel is gemaakt uit arduin, ook wel belgische Graniet genoemd.

Belgisch graniet, arduin, kolenkalksteen of petit granit is een kalksteen met een meer of minder uitgesproken blauwgrijze kleur en is dus in tegenstelling tot zijn naam, geen echte graniet. De steensoort wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel resten van crinoïden, diertjes met een kalkskelet, die veelal op de zeebodem leven en dateren uit de carboon periode (358,9 Mya - Mya 323,2) Bij het afsterven bleef hun kalkskelet op de bodem achter en samen met de calciet-afzetting dewelke het geheel aan elkaar smeedde, vormde er zich in de loop van miljoenen jaren de blauwe hardsteenlaag. De steen is dus een aaneenkitting van crinoïden ( zeelelies ) in een cement van micro-kristallijn calciet. De kleur wordt bepaald door de hoeveelheid zeer fijn verspreide plantaardige resten (koolstof).

Zeelelies (Crinoidea) zijn een klasse van stekelhuidigen die in zee leven. Ondanks hun naam zijn het geen lelies, die tot de planten behoren, maar dieren. Vroeger, zo'n 480 miljoen jaar geleden tijdens het onder – Ordovicium , bestonden er ca. 650 verschillende soorten en hedendaags zijn er nog steeds meerdere soorten bekend. Deze leven tot op een diepte van 6000 meter en zijn met 50 cm, aanzienlijk kleiner dan hun voorouders.

           

Anatomie en voortplanting

Morfologisch lijken zeelelies op een soort grote bloem, al da niet aangesloten op de zeebodem. Er zijn twee groepen: de sessiele gesteelde zeelelies, die hun hele leven op een steel leven, en de mobiele ongesteelde zeelelies of haarsterren ( de Comatulida ). Bij deze laatste bevindt zich de mond aan de bovenkant, waar ze met hun 10 tot 20 vangarmen (Pinnulae), die vrij symmetrisch in de vorm van een kroon zijn geordend, organische deeltjes ( het plankton ) die in het water zweven, vangen en deze met de geveerde armen, naar de mond brengen.

Zeelelies en haarsterren begin van hun leven als een ei, na het larvale stadium ( A ) komt er ook een fase waarin ze op een steel leven ( B ) en waarin de metamorfose begint tot ze in het Pentacrinus-Stadium ( C ) komen. In een volgend stadium verlaten ze de steel, worden pre-volwassen ( C ) en kunnen zich verplaatsen als vrijlevende zeelelie. ( D )

Timing en energetische waarde

Vermeldenswaardig is dat de energetische waarde tijdens het ei stadium 5 joule bedraagt en deze in de loop van 2 dagen halveert, hierdoor zich echter de larve heeft ontwikkeld. In de daarop volgende 4 dagen zijn er uiterlijk amper veranderingen maar dan na 8 dagen ontwikkelt zich de steel. Met nog 1 joule aan energie zal de steel zich aan de zeebodem verankeren en begint het dier zelf voedsel op te nemen. Tussen ei stadium en volwassen zeelelie zijn er amper 25 dagen. Getallen over de gemiddelde levensverwachting of over de capaciteit van voortplanting heb ik helaas niet maar na zijn dood zinkt het dier naar de zeebodem en wordt het een “ sediment “. Ondanks de snelheid waarmee zeelelies groeien en zich voortplanten, blijft het indrukwekkend, hoe zulke dikke lagen belgisch graniet of arduin, zijn ontstaan.

1. Zoek op de zijkanten van het monument naar de verschillende stadia van de voortplanting van Crinoidea, hoeveel stadia kon je vinden?

2. Zoek naar Crinoidea in het pre-volwassen stadium ( C ), zijn die in Groep te vinden of als enkeling?

3. In het kunstwerk op ca. 1,5 meter hoogte is een groot stuk van een vrijlevende zeelelie, aan welke kant bevindt zich deze? ( geef kompasrichting )

4. Beschrijf dit stuk wat je hebt ontdekt en leg uit voor wat het diende?

5. Kan je behalve de Crinoidea, ook nog andere fossielen vinden, zo JA, omschrijf deze?

6. VERPLICHT : een foto van je zelf, je GPS of een persoonlijk voorwerp in de buurt van de earthcache ( geen spoiler ) .

Français

Les habitants de Ekeren sont également connus sous leur surnom de « Bierpruvers », en raison des nombreuses brasseries qui était sur le territoire de l’ancienne gloire Ekeren . Le surnom a été immortalisé dans la statue « The Bierpruver » et s’installe à cette place le 30 juin 2015, quand la Kristus-Koningplein a été renouvelée. La figurine a été faite par Deben Van Damme et propose un mâle Bierpruver, qui port un aker en hauteur, un chaudron dans lequel bière était autrefois brassée. Cette chaudières en cuivre sont également utilisés dans les armoiries de Ekeren. Le piédestal est en pierre bleue, également appelé granit belge.

Le Granit belge, appelée également noir belge ou Petit granit, est le nom commercial d’un bleu-gris calcaire couleur anthracite de la Belgique. Le nom est traditionnellement, mais trompeur, parce qu’il n’est pas un granit. Ce rocher émergé au carbonifère inférieur (358,9 Mya - Mya 323,2) Au début les grosses masses de matières organiques ont été déposés dans un bassin de la mer. Le Petit granit contient ± 96 % de calcite, traces de dolomite, de quartz et de pyrite.

Dans le noir, calcaire carbonée, bitumineux, on trouve nombreuses fragments de crinoïdes dont les plans de clivage scintillent à la lumière. On observe parfois dans le granit belge, des débris de coquilles de brachiopodes et des coraux fossilisé ( les Trochiten ).

Les crinoïdes (du grec krinon, lis, et eidos, forme) sont des animaux (métazoaires). Étant des échinodermes, leurs plus proches parents dans le monde vivant sont les oursins, les étoiles de mer, les ophiures et les holothuries. Les premiers crinoïdes sont attestés à l'Ordovicien, période débutant il y a 480 millions d'années. A l' époque 620 sorte différent existé et au jour d' hui il existe toujours sur un profondeur d' environ 6000 mètres et avec une taille maximal du 50 centimètres, beaucoup plus petit donc, que quelque parents disparus.

           

Anatomie et reproduction

À l'origine, les crinoïdes (Crinoidea) ressemblent morphologiquement à une sorte de grande fleur et il existe deux sorte différent, soit libre dans la mer ( les Comatulida ) ou accrochée au fond marin. Ils possèdent un analogue de « tige » plus ou moins longue ancrée au fond par un crampon et terminée par ce qu'on appelle une « thèque », dont la partie inférieure est appelée « calice », et la face supérieure le « tegmen » et d'où s'élancent de longs bras segmentés et flexibles, qui leur permettent de filtrer dans l'eau le plancton dont ils se nourrissent.

La reproduction des animaux n’est pas différente au début qu’avec d’autres créatures marines. Chez les Comatulida au début une œuf, puis une larve (A) avec une forme symétrique bilatérale (selon la variété) est formée, qui s’attache au sol. Dans cet État, la métamorphose commance et le stade Pentacrinus (B) se forme, qui ressemble à un lis de mer. Après quelques semaines, le calice (C) se dissout et une adulte libre (D) résulte.

Timing et valeur énergétique

Il est à noter que la valeur énergétique au stade de l'œuf est de 5 joules et qu'elle est divisée par deux en 2 jours, mais la larve s'est développée. Avec 1 joule d'énergie, la tige s'ancre au fond de la mer et l'animal commence à absorber la nourriture elle-même. Il y a à peine 25 jours entre le stade de l'œuf et le lys de mer adulte. Des nombres pour l' Age moyen ou la capacité du reproduisent j'ai malheureusement pas mais après la mort d'un Animal le corps décente au fond du mer et deviens une «  sédiment «. Malgré la rapidité avec laquelle les nénuphars se développent et se reproduisent, la manière dont ces épaisses couches de granit belge ont été créées reste impressionnante.

Questions :

1. Regardez les 4 côtés du monument et chercher les étapes différentes de la reproduction, combien avez-vous découvert?

2. Cherchez des crinoïdes au stade de calice (C), il sont en groupe ou tout seule?

3. Dans la sculpture (environ 1,5 m de hauteur) est une morceau d' un adult libre, de quel côté? (Direction de la boussole)

4. Décrivez cet-te morceau et explique a quoi ça serre ?

5. Pouver vous trouver, sauve les Crinoidea, encore d'autre fossils, ci OUI, décrivez eux ?

6. Obligatoire : une photo de vous, votre GPS ou qqc de personelle autour du EC ( pas spoiler ).

Deutsch

Die Einwohner von Ekeren sind auch bekannt durch ihre Spitznamen 'Bierpruvers', wegen der vielen Brauereien, die einst auf dem Gebiet der alten Herrlichkeit Ekeren Stand waren. Der Spitznamen wurde in der Statue 'The Bierpruver' verewigt und ist am 30. Juni 2015 auf diesen neu gestaltete Kristus-König-Platz umgezogen. Die Figur ist von Kunstler Deben Van Damme und stellt einen männlichen Bierpruver da, welche ein Aker in der Höhe hält, ein Kessel, in denen Bier gebraut wurde. Diese Kupfer-Kessel werden auch in den Wappen von Ekeren verwendet. Der Sockel besteht aus Blaustein, auch belgischer Granit genannt.

Belgisch Granit, auch Belgisch Schwarz und im französischsprachigen Raum Petit Granit genannt, ist der Handelsname eines grau-blauen bis anthrazitfarbenen Kalksteins aus Belgien. Der Name ist traditionell bedingt, aber irreführend, weil es sich nicht um einen richtigen Granit handelt. Dieses Gestein entstand im frühen Unterkarbon, ( 358,9 Mya - 323,2 Mya ) als in einem Meeresbecken große Massen organischen Materials abgelagert wurden, es enthält ± 96 % Calcit , Spuren von Dolomit, Quarz und Pyrit. In den schwarzen, kohlenstoffhaltigen, bituminösen Kalkstein sind zahlreiche Stängelglieder der fossilen Seelilienart Encrinus liliformis eingelagert. Neben den versteinerten Seelilien, den Trochiten, enthält Belgisch Granit fossile Brachiopoden und gelegentlich Korallen.

Seelilien und Haarsterne (Crinoidea von Altgr. κρίνος ‚Lilie‘) gehören zum Stamm der Stachelhäuter (Unterklasse Articulata) und sind damit verwandt mit Seeigeln und Seesternen. In der Systematik werden die Seelilien und Haarsterne mit etwa 620 Arten allen anderen heutigen Stachelhäutern (Eleutherozoa) als Schwestergruppe Pelmatozoa gegenübergestellt. Die ersten Seelilien werden vor ungefähr 480 Milionen Jahren datiert, während das Unter-Ordovizium. Es gibt immer noch gestielte, sessil lebende Gattungen, die meist in der Tiefsee bis 6000 Meter leben und mit einer maximalen Höhe von einem halben Meter, wesentlich kleiner bleiben als ihre ausgestorbenen Verwandten.

           

Anatomie und Fortpflanzung eines Crinoiden

Die meisten Seelilienarten sind mit einem Stiel am Meeresboden befestigt und tragen am oberen Ende einen mit Plattenkränzen aufgebauten Kelch, welcher den Weichkörper des Tieres schützt. Es gibt allerdings auch die freischwebende Sorten welche zu den Comatulida gehören. Vom Kelchrand aus verzweigen sich zunächst fünf Arme (fünfstrahlige Symmetrie). Durch weitere Teilung der Armbasen entstehen 10- oder auch 20-armige Kronen. Mit Hilfe von fiederartigen Armansätzen (Pinnulae) wird Plankton aus dem vorbeiströmenden Wasser gefiltert und in den Mund befördert.

Die Fortpflanzung der Tiere ist am Anfang nicht anders wie bei andere Meeresbewohner. Aus einem Ei heraus, ensteht eine Larve ( A ) mit bilateralsymmetrische Form ( je nach Sorte ) welche sich am Boden festsetzt. In diesem Zustand beginnt die Metamorphose, bei der sich das Pentacrinus-Stadium ( B ) bildet, der einer Seelilie ähnelt. Nach einigen Wochen löst sich der Kelch ( C ) und es resultiert ein freilebender Haarstern ( D )

Timing und energetische Wehrte

Nennenswert ist noch das der Energiewert im Ei Stadium 5 Joule beträgt und diese im Laufe von 2 Tagen Halbiert wenn die Larve sich entwickelt... In den nächsten 4 Tagen sind Äußerlich kaum Änderungen zu sehen aber nach 8 Tagen entwickelt sich der Stamm. Mit noch 1 Joule an Energie verankert sich der Stiehl auf den Meeresboden und beginnt das Tier sich selbst mit Nahrung zu versorgen. Zwischen Ei und Erwachsene Seelilie liegen nur 25 Tage. Zahlen für das Durchschnittsalter oder die Kapazität der Fortpflanzung habe ich leider nicht , aber nach seinen Tot sinkt der Körper zum Meeresboden und wird zum „ Sediment „. Trotz der Geschwindigkeit, mit der Seelilien wachsen und sich reproduzieren, bleibt es beeindruckend, wie solche dicken Schichten belgisches Granit entstanden sind.

Fragen :

1. Schaue auf die Seitenwände des Kunstwerk und suche nach die 4 unterschiedliche Stadien der Fortplflanzung, wie viele habt ihr entdeckt ?

2. Sucht Crinoiden im Kelch-Stadium ( C ), sind diese Einzeln oder in Gruppen angeordnet?

3. In der Skulptur ( etwa 1,5 M Höhe ) ist ein Teil vom freilebender Haarstern, auf welche Seite ? ( Kompassrichtung oder beschreibe was dargestellt ist )

4. Beschreibe dieses Teil und erkläre wozu es mal gedient hat?

5. Finden Sie , mit Ausnahme der Crinoidea, auch andere Fossilien, wenn JA, beschreiben diese ?

6. PFLICHT: ein Bild von Ihnen, ihren GPS oder persönlicher Gegenstand, in unmittelbare nähe von Earthcache ( kein Spoiler ).

# ENGLISCH #

The inhabitants of Ekeren are also known by their nickname ' Bierpruvers ', cause of the many breweries that once were on the territory of the old glory Ekeren . The nickname has been immortalized in the statue ' The Bierpruver ' and moved on June 30, 2015 to this renewed Kristus-King square. The figurine was made by Deben Van Damme and proposes a male Bierpruver which hold a aker in the height, a cauldron in which beer was once brewed. This copper boilers are also used in the coat of arms of Ekeren. The pedestal is made of Bluestone, also called Belgian Granite.

Belgian granite, also called Petit Granit (Little Granite) or Belgian blue-stone is commonly used to refer to its glittery look which is similar to granite’s sparkle. The name ‘Belgian blue-stone’ as not to be confused with other foreign blue-stone or with real Granite. Belgium Granite dates from the lower Carboniferous period lasting roughly from 358.9 to 323.2 million years ago. Little Granite is characterized by the presence of a lot of fossils, cemented by a micro-crystalline gangue containing very finely divided carbon which gives the limestone its blue color. The main mineral in Belgian blue-stone is calcite, with 96% , other traces or dolomite, quartz and pyrite. Next to that the fossils make the fresh breaks sparkle in the light. Crinoids, corals, numerous shells and Oregonians are clearly visible on the varying dark background.

Even Crinoids look's like Plants, they are marine animals that make up the class Crinoidea, one of the classes of the phylum Echinodermata, which also includes the starfish, brittle stars, sea urchins and sea cucumbers. During the under – Ordovician period ( 480 Mya ), about 600 species of Crinoidea excited and until today there or still several species alive who lives at a depth up to 6000 meter and with 50 cm, they or a lot smaller then in the past.

           

Anatomy and re-production

Crinoids look's like Flowers, in their adult form some are attached to the sea bottom by a stalk and are commonly called sea lilies, while the unstalked forms ( free-swimming ) are called feather stars or comatulids, being members of the largest crinoid order Comatulida. Adult crinoids are characterised by having the mouth located on the upper surface. Although the basic echinoderm pattern of fivefold symmetry can be recognised, in most crinoids the five arms are subdivided into ten or more. These have feathery pinnules and are spread wide to gather planktonic particles from the water.

The re-production of the Comatulida group starting there life as Egg what will become a doliolaria larvae ( A ), it settles and begins to transform to becomes a weird proto-larvae. As the cystidean larvae gets larger it actually starts to develop a base, a stalk and a feeding cup ( B ). THEN, as the larvae grows, the TOP cup part, starts to form little cirri/legs and as it gets bigger and bigger...the cystidean starts to look more like a little tiny stalked crinoid. Once the feeding arms and etc. have become fully formed, it reaches what's called the pentacrinoid stage ( C / pre - adult ). The top, cup segment of the pentacrinoid stage develops until the little cup matures separates from the stalk and the "cup" becomes a free-swimming adults. ( D )

Timing and Energy value

The energy value during the egg stage is about 5 joules and half as much within the course of 2 days. During this time the larva has developed. In the next 4 days their appearance hardly changes but then, after 8 days, the stem developed. With 1 joule of energy left over, the stem will connect to the sea floor and the animal starts to feed itself. Between the egg stage and adult sea lilies there are only 25 days. Average Age or numbers of reproduction I do not have, unfortunately, but after the animal died the body sinks to the sea floor and became a “ Sediment “. Despite the speed with which sea lilies grow and reproduce, it remains impressive, how such thick layers of Little Granite could be build.

Questions:

1. Find on the Monument the different stages of the reproduction of Crinoidea, how many stages could you find?

2. Search for Crinoidea in the pre-adult stage (C), or they in group or isolated?

3. In the piece of art, about 1.5 meters height is a piece of a free-living sea lilies, which side is this? (give compass direction )

4. Describe this piece and explain what was the use of it?

5. Can you also find other fossils, except the Crinoidea, if SO, describe them ?

6. a MUST: Picture of your self, your GPS or personelly item near the earthcache ( no spoiler ) .

Thanks : Wikipedia / Sandra / McEdward EtA / Stadsgemeente Ekeren         and the   

Bronnen : Wikipedia / eigen earthcache Walking on fossils : GC87H3K