De oorlog begon in Nijnsel meteen met een behoorlijke klap. Op 11 mei werd de Dommelbrug in Nijnsel opgeblazen om de opmars van de Duitsers te stuiten.
Deze foto toont de bouwput van het herstel van de brug.
Aan het begin van de tweede wereldoorlog heeft de familie van Esch, woonachtig bij de brug, het opblazen van de Nijnselse brug mee gemaakt.
Op 11 mei 1940 kregen zij het bericht dat ze het huis om 12.00 uur moesten verlaten. Zij zijn toen naar familie in het Everse gegaan. Zo rond twee uur hoorden ze een korte knal en zagen in de verte een grote rook-en stofwolk opstijgen boven de brug. De boerderij loopt veel schade op.
Aan de ander kant van de brug richting Lieshout stonden aan weerzijden van de weg een rij forse populieren. De Genie gaf de opdracht om deze kruiselings over de weg te laten vallen zodat een versperring zou worden opgeworpen. Omdat de wind echter ongunstig stond, vielen de bomen allen dezelfde kant uit. Verschillende bomen zijn toen op de boerderij ‘De Spank’ gevallen. Niet de Duitsers hadden last van deze bomen maar juist de terugtrekkende Nederlanders.
Op bevel worden daarna de telefoonpalen omgezaagd om hiermee een soort van brug te bouwen om de overkant van de Dommel te bereiken. Alleen voetgangers of fietsers konden hierover.
Later is een nieuwe brug gebouwd.
Op de voorgrond zien we de sloop van restanten van de vernielde brug. Op de achtergrond, achter de houten damwand, de bouwput voor de nieuwe brug. De nieuwe brug is in de z.g.'droge' gebouwd. De Dommelloop is nadien verlegd.
Achtergebleven sporen:
Bij het springen van de Nijnselse brug vlogen twee betonballen, die aan de Lieshoutse kant op de brugleuning stonden, in de richting van “De Spank”. De bewoner van “De Spank”, raapte ze op en legde ze naast zijn oprit. Daar, bij de Lieshoutseweg 58, liggen ze nu nog.