Tot de tweede helft van de 18e eeuw bestond dit gebied uit een uitgestrekt, woest en beperkt toegankelijk veenlandschap.
Er werden wijken (wieken in de streektaal) in dit gebied gegraven voor de afwatering van het veen en de afvoer van de afgestoken turf per schip.
Na het afsteken van de turf lag het gebied er verwilderd bij. De grootgrondbezitters gingen vanaf het begin van de 19e eeuw over op houtteelt,
waardoor er in een eeuw tijd een bos ontstond, dat in 1921 1741hectare groot was.
Zomer's is het raadzaam om deet te gebruiken voor de vele muggen die hier aanwezig is.