Overzicht Luchtoorlog Noardeast-Fryslân
Extra info crash 7 juni 1942
Op 7 juni 2016 is op deze plek een paneel onthuld voor een crash van een Short Stirling bommenwerper op zondag 7 juni 1942. Bijzonder aan deze gebeurtenis is dat alle bemanningsleden de crash overleeft hebben waardoor het een feestelijke onthulling kon worden met nabestaanden uit verschillende landen.
Het vliegtuig is neergestort in een weiland aan de Blijerfeart.

Meer informatie op de site van de dochter van Bill Goodman Gill:
Site Gill
De Stirling was met 24 small bomb containers met brandbommen op zaterdagavond om 23:35 uur opgestegen voor de 20e missie. Het was mooi weer en een heldere nacht met licht van de maan. Op de heenweg van hun tocht naar het Duitse Emden werden ze boven zee bij Schiermonnikoog onderschept door een Messerschmitt 110.
Deze nachtjager werd namelijk door het radarpeilstation op Schiermonnikoog naar de bommenwerper geleid. De nachtjagerpiloot was de kapitein van de II./NJG2 van de vliegbasis Leeuwarden: Oberleutnant Ludwig Becker.
Als hij de bommenwerper van onderen in brand geschoten heeft, heeft hij zijn 20e overwinning behaald.
De bemanning van de Stirling kon een aanval van onderen niet zien aankomen en kon zich er niet tegen verweren.
De piloot vloog bij het bereiken van de Waddeneilanden op een hoogte van ruim 3 kilometer en maakte al vliegend zwaaiende bewegingen om een minder makkelijk doelwit te zijn voor nachtjagers. Toen ze werden aangevallen draaide de piloot zo snel mogelijk weg. De rechtervleugel werd vol getroffen en raakte in brand. Hierin zaten ook brandbommen. De rechtermotoren waren niet meer te bedienen en draaiden vol gas. De piloot kon niet meer recht vliegen maar kon nog doorvliegen naar het vaste land. Er kon niets worden gedaan om het vliegtuig te behouden. Na het passeren van de kust sprong iedereen uit het toestel. Het toestel draaide brandend naar beneden tot het boven de grond ontplofte en neerstortte.
Een spoor van brandende brandstof achter zich latend stortte het vliegtuig neer in een stuk land van Willem Jansma in de Blijaer Mieden. Het wrak van de Stirling brandde uit en de wrakstukken lagen door de klap over vier weilanden verspreid. De staart lag in de vaart en het voorste deel op het land ten westen van de vaart met de kop in de richting van Brantgum. De motoren waren diep in de grond weggeslagen. Er waren geen slachtoffers; alleen het weiland was vernield.
De neuskoepelschutter Goodman heeft later het verhaal van die nacht opgeschreven. De acht bemanningsleden hebben allemaal de parachutesprong overleefd en zijn nog diezelfde dag gevangen genomen. Rond een uur of twee bij Brantgum 2 man en bij Holwerd 2 man. Later om ongeveer 4:30 uur bij Het Schoor nog een bemanningslid. De laatste was op het Wad geland en had uren door het slik en het water gezwommen en gewaad. Drie man (McNamara, Goodman en Travis) meldden zich op het gemeentehuis in Ferwert. De laatste drie werden door chef-veldwachter Romke Smidt ter beschikking gesteld van de Duitse Weermacht in Leeuwarden. Ook Goodman kwam tot zijn middel neer in het slik en moest zich kruipend naar de vaste grond van de kwelder bewegen. Nadat hij over de zeedijk was geslopen en door een droge sloot kwam hij McNamarra en Travis tegen. Ze zijn samen 12 uren onderweg geweest voor ze gevangen genomen zijn.