
De wissel, waar ooit het spoor liep.
Het traject van de busbaan volgt het spoor, zoals dat er jaren heeft gelegen. Waar nu bussen langs denderen reden vroeger treinen. De eiercentrale, de Lonneker Melkfabriek en de verschillende textielfabrieken moesten worden bevoorraad en hun goederen kwijt kunnen. Vrachtwagens reden er nog niet. „In de jaren 50 had Enschede naast de havensteden Rotterdam en Amsterdam de meeste aansluitingen van bedrijven op het spoor”, aldus vrijwillige Jan Astrego van de museum buurtspoorweg MBS.
Behalve het traject van de busbaan is er niks dat nog herinnert aan dit stukje spoorgeschiedenis. De gemeente wilde dat weer tastbaar maken en ging op zoek naar een wissel. Astrego bood de oplossing: zijn MBS had er nog wel wat liggen, daar kon Enschede er wel een van krijgen.
De wissel bestond uit rails van in totaal acht meter lang met daarop de bediening: een wisselhendel of in jargon, een kloot. Acht meter was te lang voor het stukje grond van zes bij zes. De rails werden ingekort, de hendel vast gelast en de wissel kon naar Enschede.
„Daar, waar nu Menzis is, lag ooit het spoor tussen station Enschede-Noord”, zegt Astrego, terwijl hij wijst naar het gebouw van de zorgverzekeraar. Als stedenbouwkundige bij de gemeente Enschede was hij nota bene zelf onbewust verantwoordelijk voor de sloop van het station. „Van daar vertrok de trein naar Oldenzaal. Op dit deel stond een wissel waarmee de treinen het rangeerterrein op konden naar de eiercentrale aan de ene kant en de melkfabriek in Lonneker naar de andere kant.”
Van begin jaren 30 tot de jaren 70 waren de bedrijven in dit deel van Enschede en Lonneker aangesloten op het spoor, maar met de teloorgang van de textielindustrie loonde het niet meer om nog een trein te laten rijden en verdween het spoor. „Er ligt nog een klein stukje rails, dat is alles.” En nu dus de wissel. (Bron: Tubantia).