Ce bâtiment aurait été construit au milieu du XIXe siècle par la commune, comme semble l’indiquer la date de 1856 gravée à gauche de l’entrée, puis reconstruit en 1888. Il subit une restauration dans les années 1980. Au XIXe siècle, on faisait la lessive une ou deux fois par an, au printemps ou à l’automne. Chaque famille devait donc avoir suffisamment de linge pour tenir jusqu’à la lessive suivante. En attendant, le linge était entassé dans des mannes ou suspendu dans les greniers. Cette « grande lessive » ou « buée » durait environ trois jours : deux jours de travail à la maison et le dernier au lavoir.
This building is said to have been erected by the commune in the mid-19th century (as the date of 1856 engraved on the left of the entrance seems to indicate) and then rebuilt in 1888. It was restored in the 1980s. In the 19th century, laundry was washed twice a year, in spring and in autumn. So every family needed enough linen to last until the next laundry time. In the meantime, the laundry was piled up in large wicker baskets or hung in attics. This ‘big wash’ or ‘steam’ took about three days: two days of work at home and the last in the washhouse.
Dit bouwwerk zou midden de 19de eeuw opgetrokken zijn door de gemeente, zoals het jaartal 1856 dat links boven de ingang gegraveerd is, lijkt aan te geven. Het zou daarna in 1888 al heropgebouwd worden. In de jaren 1980 onderging het een restauratie. In de 19de eeuw wordt de was maar een of twee keer per jaar gedaan, in het voorjaar en in het najaar. Elk gezin moest dus voldoende linnengoed in huis hebben om het tot de volgende wasbeurt te kunnen trekken. In afwachting werd het linnen gestapeld in grote manden of opgehangen op zolder. Deze grote wasbeurt ("buycken") duurde ongeveer drie dagen: twee dagen werk thuis en de laatste in het washuis.
Dieses Gebäude wurde Mitte des 19. Jahrhunderts von der Gemeinde errichtet, wie das auf der linken Seite des Eingangs eingravierte Datum 1856 anzudeuten scheint. 1888 wurde es wieder aufgebaut und in den 1980er Jahren wurde es restauriert. Im 19. Jahrhundert wurde ein- oder zweimal im Jahr gewaschen, und zwar im Frühjahr oder Herbst. Jede Familie musste also genügend Kleidung bis zur nächsten Wäsche haben. In der Zwischenzeit wurde die Kleidung in Körben gestapelt oder auf dem Dachboden aufgehängt. Diese „große Wäsche“ dauerte etwa drei Tage: zwei Tage Arbeit zu Hause und der letzte Tag im Waschhaus.