De steenkoolmijn van Winterslag ging in 1917 als eerste van de mijnen van het Kempens Bekken in productie.
Op 31 maart 1988 sloot de mijn haar deuren en in 1993 werd de mijnsite beschermd erfgoed. De kolenwasserij, de steenbakkerij, de werkhuizen en de koeltorens werden afgebroken. De lampen- en douchezalen (lampisterie), de directiegebouwen (bureelgebouw), het machinegebouw met elektriciteitscentrale en de ophaalmachines (energiegebouw), de magazijnen, de paardenstallen en de twee schachtbokken zijn bewaard gebleven.
De gebouwen in neoclassicistische- en neo-Vlaamse renaissancestijl dateren uit de periode 1912-1925. De twee schachtbokken dateren uit 1916 (het oudste van Limburg) en 1963 (de laatste gebouwd in Limburg).
In de jaren 1990 onderzocht de stad Genk enkele mogelijkheden tot herbestemming van de oude mijnsite. In 2001 kocht de stad het complex van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM).
De naam C-Mine werd in 2005 gekozen via een wedstrijd. De C staat voor "creativiteit".