(ENGLISH BELOW)
Mensen halen vaak de dorpen waar je nu tussenin staat door elkaar, de juiste volgorde vanaf de Westfriese omringdijk is:
Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Sint Maartensvlotbrug (met de vlotbrug over het kanaal) en Sint Maartenszee (aan de kust).
Hieronder de geschiedenis van Martinus van Tours waarnaar de dorpen zijn vernoemd en die elk jaar op 11 november nog wordt geëerd.
Martinus van Tours/Sint Maarten
Bron: Wikipedia:
Maarten (Latijn: Martinus) van Tours, (ca. 316 – Candes, 8 november 397), veelal Sint Maarten genoemd, was bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië. Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de middeleeuwen, omdat hij een eenvoudig leven bleef leiden ondanks zijn voorname positie. Zijn feestdag valt op 11 november, de dag van zijn begrafenis.
Leven als soldaat
Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië. Dankzij zijn vader werd hij ingedeeld in de keizerlijke garde. Hij voelde zich echter niet thuis in het soldatenleven. Hij ging leven als een kluizenaar tussen de andere soldaten. Hij hielp hen waar het nodig was. Als hij arme mensen zag, dan gaf hij een deel van zijn bezittingen. Op een winterse koude dag ontmoette Martinus bij een stadspoort van Amiens een verkleumde bedelaar. Omdat hij echter zijn bezittingen al weggegeven had, had hij alleen nog maar zijn mantel. Dat was een bijzondere mantel, die aan soldaten en officieren status gaf. Andere soldaten zagen de bedelaar ook, maar die deden niets. Martinus pakte echter zijn zwaard en gaf hem de helft van zijn mantel. Door sommige soldaten werd hij uitgelachen omdat Martinus er belachelijk uitzag met zijn halve mantel. Andere soldaten voelden zich echter beschaamd, omdat zij niets gedaan hadden.
Martinus wordt een beroemdheid
Op 19-jarige leeftijd werd hij duiveluitdrijver. Hij heeft op meerdere plaatsen gepreekt en bleef in armoede leven. Ook leefde hij enige tijd als kluizenaar op het eiland Gallinara bij Genua, en verder stichtte hij in 361 een klooster te Ligugé, acht kilometer ten zuiden van de stad Poitiers, het eerste klooster op Franse bodem. Mede door enkele wonderen werd Martinus steeds meer een beroemdheid, die vooral geliefd was bij het gewone volk.
Martinus als bisschop
In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop.
Als bisschop zette hij zich in voor de verdere verspreiding van het christendom. Hij stichtte kerken en rond 375 de bekende Abdij van Marmoutier.
In 397 stierf Maarten aan koortsen. Hij was toen ongeveer tachtig jaar oud. Hij werd op 11 november begraven op een christelijke begraafplaats even buiten de stad Tours. Al gauw na zijn dood kwam de verering op gang en in de 7e eeuw werd er een basiliek aan hem gewijd. In zijn nog bestaande graf liggen slechts een stuk schedeldak en een armbot, de overige botten werden verkocht ter verering als relikwie. Een armbot kwam in de Dom van Utrecht terecht.
Volkscultuur
Sint-Maarten was vroeger de datum waarop de oogst binnengehaald moest zijn en het vee op stal ging. Op die dag werden ganzen geslacht. Op 11 november werden de grote Sint-Maartensvuren ontstoken. Dit gebruik gaat terug op een Germaans feest ter ere van Wodan. Men bracht dankoffers en brandde reinigende vuren om de vruchtbaarheid van het land en vee te bevorderen.
Later werd het Sint-Maartensfeest vooral een kinderfeest. Kinderen trokken met lampions of uitgeholde rapen, suikerbieten en kalebassen met een kaarsje (vergelijk Jack-o'-lantern) langs de deur voor snoep en fruit. Volgens het Meertens Instituut is het heel goed mogelijk dat dit gebruik stamt uit Duitsland, waar in bepaalde streken in de kerk ieder jaar rond Sint-Maarten gelezen werd over het licht dat niet onder de korenmaat gezet moest worden. Ook gebruikten ze een rommelpot of foekepot, een pot waarover een varkensblaas is gespannen met daarin een rietje dat een brommend geluid maakt als eraan wordt getrokken. In diverse Nederlandse steden en streken gaan kinderen op 11 november met zelfgemaakte lampions langs de deuren om te zingen, waarvoor ze snoep krijgen.
In Nederland zijn ook de stad Sint-Maartensdijk op het eiland Tholen (Zeeland) en de dorpen Maartensdijk (Utrecht), Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Sint Maartenszee en Sint Maartensvlotbrug (Noord-Holland) naar hem vernoemd.
Een stukje verderop, op de kruising met de Ruigeweg is een pauzeplaats voor fietsers en wandelaars, met een bankje om wat uit te rusten en waar je bovenstaand verhaal rustig kan lezen :) En waar je zonodig kan wachten tot het rustig is. Pas AUB op voor muggels!
ENGLISH:
People often confuse the villages you are currently standing in between, the correct order from the "Westfriese omringdijk" is:
Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Sint Maartensvlotbrug (with the floating bridge over the canal) and Sint Maartenszee (at the coast).
Below you can read the history of Martinus van Tours, after whom the villages are named and who is still honored every year on November 11.
Martin of Tours/Sint Maarten
Source: Wikipedia:
Martin (Latin: Martin) of Tours, (ca. 316 – Candes, November 8, 397), often called Sint Maarten (Saint Martin), was bishop of the city of Tours and an important founder of Catholic Christianity in Gaul. He was also one of the most popular saints in the Middle Ages, because he continued to live a simple life despite his prominent position. His feast day falls on November 11, the day of his funeral.
Life as a soldier
He became a soldier at a young age and at the age of 15 he moved to Gaul. Thanks to his father, he was assigned to the Imperial Guard. However, he did not feel at home in soldier life. He started living as a hermit among the other soldiers. He helped them where necessary. When he saw poor people, he gave part of his possessions. On a cold winter day, Martin met a numb beggar at the city gate of Amiens. Because he had already given away his possessions, all he had left was his cloak. That was a special cloak that also gave status to soldiers and officers. Other soldiers also saw the beggar, but they did nothing. However, Martin took his sword and gave him half of his cloak. Some soldiers laughed at him because Martinus looked ridiculous with his half cloak. Other soldiers, however, felt ashamed because they had done nothing.
Martinus becomes famous
At the age of 19, he became a devil exorcist. He preached in several places and continued to live in poverty. He also lived for some time as a hermit on the island of Gallinara near Genoa, and in 361 he founded a monastery in Ligugé, eight kilometers south of the city of Poitiers, the first monastery on French soil. Partly due to a number of miracles, Martin became increasingly famous, who was especially loved by the common people.
Martin as bishop
In 371 Martin was elected bishop by the people of Tours.
As bishop he was committed to the further spread of Christianity. He founded churches and around 375 the famous Abbey of Marmoutier.
In 397 Maarten died of fevers. He was then about eighty years old. He was buried on November 11 in a Christian cemetery just outside the city of Tours. Soon after his death, veneration started and in the 7th century a basilica was dedicated to him. In his surviving grave there are only a piece of skullcap and an arm bone, the remaining bones were sold for veneration as relics. An arm bone ended up in the Utrecht Cathedral.
Popular culture
Saint Martin used to be the date on which the crops had to be harvested and the cattle were stabled. On that day geese were slaughtered. On November 11, the great St. Martin's fires were lit. This custom goes back to a Germanic festival in honor of Wodan. People offered peace offerings and burned purifying fires to promote the fertility of the land and livestock.
Later, the St. Martin's Day mainly became a children's party. Children went from door to door with lanterns or hollowed out turnips, sugar beets and gourds with a candle (compare Jack-o'-lantern) for sweets and fruit. According to the Meertens Institute, it is quite possible that this custom originates from Germany, where in certain areas in the church every year around Saint Martin's Day, people read about the light that should not be put under a bushel. They also used a mess pot or fuke pot, a pot over which a pig's bladder is stretched containing a straw that makes a buzzing sound when it is pulled. In various Dutch cities and regions, children still go door to door on November 11 with homemade lanterns to sing, for which they receive candy.
In the Netherlands, the town of Sint-Maartensdijk on the island of Tholen (Zeeland) and the villages of Maartensdijk (Utrecht), Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Sint Maartenszee and Sint Maartensvlotbrug (North Holland) are also named after him.
A little further on, at the intersection with the Ruigeweg, there is a rest area for cyclists and hikers, with a bench to rest a bit and where you can quietly read the above story :) And where you can wait until it is quiet if necessary. PLEASE watch out for MUGGLES!