De postbode is weer verder gegaan met zijn post en is bij de melkveehouder aangekomen voor een lekker bakkie koffie.
Maar wat is een melkveehouder eigenlijk ?
In de ogen van een stadsmens is hij gewoon een boer, maar dat klopt dus helemaal niet, hij is zowel veehouder als landbouwer.
Een melkveehouderij houdt koeien om melk te produceren, speciaal voor de mens. De meeste melkveebedrijven in Nederland zijn familiebedrijven die al generaties lang bestaan. In Nederland zijn er zo’n 14.000 melkveehouderijen. Het gemiddeld aantal koeien per melkveebedrijf in ons land ligt op dit moment rond de 100. Bij biologische melkveebedrijven ligt het gemiddeld aantal koeien per bedrijf nog iets lager; rond de 80 koeien. Een melkveehouder die biologisch werkt geeft zijn dieren meer ruimte.
De boer zorgt er voor dat de koeien elke dag worden gemolken. De meeste boeren melken hun koeien twee keer per dag met een melkmachine. Dit gebeurd 's morgens vroeg om 06:00 en ‘s avonds om 18:00. Behalve als er een melkrobot is. Dan kiezen koeien zelf wanneer ze worden gemolken. De melk wordt bewaard in een koeltank en twee keer per week opgehaald door een vrachtwagen van de zuivelfabriek. Ook hebben ze soms een klein winkeltje met oa een melktap en eventueel andere producten vande boerderij.
Op de meeste melkveehouderijen leven de koeien afwisselend in de stal en in de wei. In de winter wonen de koeien in de stal. Vaak is dit een halfopen stal, met veel ruimte, licht en frisse lucht. De koeien kunnen dan zelf naar binnen en naar buiten lopen. De meeste koeien in Nederland staan in een ligstal. Een ligplek voor een koe is ongeveer 1,15 m breed en 2,50 m lang. Sommige stallen hebben ronddraaiende borstels. De koeien vinden het lekker om er onder te gaan staan en houden zo hun vacht schoon.
Nog een klein stukje geschiedenis
Na de hond was de geit ongeveer 10.000 tot 8.000 v.Chr. het eerste gehouden dier. In het Midden-Oosten. En rond 8.000 v.Chr volgde het rund en schaap in het zelfde gebied. Ze werden niet voor hun melk gehouden, maar voor de wol (schaap) of trekkracht (rund), leer en vlees (geit, schaap en rund Het is niet zeker wanneer men ontdekte dat deze dieren ook gehouden konden worden voor hun melk. De eerste tekenen dat dieren gemolken werden komen uit noordwest Anatolië circa 7.000 v.Chr. In de millennia die volgden kwam melkveehouderij op steeds meer plekken voor: circa 5.000 v.Chr. in Afrika, circa 4000 v.Chr. in Engeland en Noord-Europa.
De melkkoe stamt af van de oeros, die in de achttiende eeuw is uitgestorven. Deze grote koe, met een schofthoogte van 1.5m, was roodbruin van kleur, terwijl de stier, die een schofthoogte tot 2m had, zwart van kleur was. Van nature zullen er ook bonte dieren zijn geweest, maar die waren dan kwetsbaarder aangezien witte vlekken snel opvallen in de natuur. Het is waarschijnlijk dat de bonte runderen de eerste waren die de mens heeft gedomesticeerd. Daarna zijn er, door gerichte fokkerij, veel verschillende rassen ontstaan.