Voortuincache:
Alleen loggen tussen 08.00 en 21.00 uur, i.v.m. geluidsoverlast voor mijn buren.
Je hoeft niet van het tuinpad af.
Deze cache is te vinden in de wijk Kernhem, dat zijn naam dankt aan het Landgoed Kernhem.
Landgoed ‘Kernhem’ behoort tot een van de oudste landgoederen van Nederland en werd voor het eerst vermeld in 1421. Vanaf 1426 was het landgoed, een gelders leen, opgedragen aan de Hertog van Gelre. Het oorspronkelijke kasteel was in de eerste plaats een verdedigingsvesting tegen de Stichtsen (Utrechtenaren), die in de 14e en 15e eeuw meerdere malen plunderend richting Ede trokken.
Rond 1690 verviel de militaire functie en veranderde het landgoed. In 1803 werd de inmiddels vervallen vesting afgebroken. Op de oude fundamenten werd het huidige landhuis gebouwd en werden de grachten gedempt. In 1970 gaf gravin Bentinck het landgoed aan de gemeente Ede.
In het oude koetshuis van Huis Kernhem vind je een pannenkoekenboerderij.
En er zijn mooie wandelroutes beschikbaar.
Legendes van het Landgoed:
De Bloedsteen
Het verhaal gaat dat er op het landgoed Kernhem een oude, heilige plaats is, nog uit de tijd van de Kelten: een krachtige plaats waar rituelen en inwijdingen uitgevoerd werden. In de omgeving liggen grafheuvels uit de Bronstijd, 1500 voor Christus. De Germanen aanbaden de zonnegod Kere; in het witgeklede priesters brachten offers op een stenen altaar. Men kent die als de 'Bloedsteen'. Het gerucht gaat, dat wanneer je hier 's nachts met volle maan een speld insteekt, er bloed uit de steen sijpelt. Bloed van de offers die gebracht werden. De Bloedsteen lag eerder op een grafheuvel. Daar is in 1735 een doolhof op aangelegd.
De Witte Juffer van Kernhem
Het landhuis Kernhem is gebouwd in 1803 op de fundamenten van een oude burcht. Er zijn mensen die, in onze tijd, op het landgoed getuige zijn geweest van een schim, een jonge witte vrouw. Ooit werd ze stapelverliefd op een jonge ridder en wilde voor altijd bij hem zijn. Maar de jonge ridder was een flierefluiter, die op een dag met de boodschap: "Als ik terugkom gaan we trouwen! Nou, tot ziens!". De jonkvrouw dwaalde elke dag door de lanen van het landgoed, luisterend naar hoefgeluid en gehinnik, dan bonsde haar hart. Ze wachtte haar leven lang. En toen ze overleden was, spookte ze rond op het landgoed. En de mensen zagen haar, in mistbanken, tussen kleine heuvels in het bos. De witte juffer van Kernhem.