Tussen de bloemen, waar het zoemt van leven, woont De Zwijmerratel — een wachter met honing in zijn hart en stilte in zijn adem. Hij is nooit alleen. De bijen kennen hem en hij kent hun geheimen. Ze dansen rond zijn hoofd en fluisteren hem verhalen toe in ritmes die alleen hij begrijpt.
Hij bewaakt meer dan honing: hij waakt over evenwicht. Over het kleine dat het grote draagt.
“Wie luistert naar de zwerm,” zegt hij, “hoort de wereld zingen.”
