De Insectenwachter
Hij is de kleinste onder de wachters,
maar misschien wel de oudste.
In het ritselen van bladeren,
het gezoem boven stilstaand water,
het trillen van een vleugel tegen ochtendlicht —
daar voel je zijn aanwezigheid.
Hij waakt over alles wat klein is,
onzichtbaar voor wie haast heeft.
Hij spreekt de taal van duizend poten,
weet waar het mierenspoor begint
en waar het geheim zich ophoopt.
Wie hem ontmoet,
ziet misschien niets.
Maar wie goed kijkt,
vindt iets dat kruipt.
