*Cache ligt in een woonwijk, graag respect voor normale tijden. Inhoud plantenbak graag op zijn plek laten.*
In een voortuin, in een straat,
staat iets stil, wat zich nooit verplaatst.
Met een gebroken mutsje op z’n kop,
kijkt het nooit om, kijkt het nooit op.
Een jongetje komt elke dag,
loopt naar school, soms triest, soms met een lach.
Maar voor hij straks verder lopen moet,
zoekt hij die muts en zegt: "Gegroet".
Soms naast een bloem, soms naast een pot,
Voor je het weet, is die gespot.
Een woord, een zwaai, een lange blik,
Een aai en dan een harde tik.
De tuin zwijgt zacht, maar lijkt te weten,
hoe kind en beeldje iets niet moeten vergeten.
Een spel, een groet, een klein geheim,
dat elke schooldag er mag zijn.