De Nieuwe Hollandse Waterlinie
De Nieuwe Hollandse Waterlinie was een militaire verdedigingslinie die zich uitstrekt van de voormalige Zuiderzee bij Muiden tot aan de Biesbosch. De Linie lag als een beschermende krans rondom de steden van Holland: Muiden, Utrecht, Vreeswijk, Gorinchem en Woudrichem en was ongeveer 85 km lang en 3
tot 5 km breed.
Het verdedigingswapen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie was het water. Dit was te danken aan een ingenieus waterhuishoudkundig systeem van sluizen, inundatiekanalen en bestaande waterwegen en waterkeringen. Een schijnbaar klein laagje water, gemiddeld maar 40 cm. diep, was genoeg om het land
verraderlijk en moeilijk begaanbaar te maken voor mensen, voertuigen of paarden. Tegelijkertijd was het te ondiep om per boot te bevaren. Totaal kon de Waterlinie binnen een kleine 3 weken onder water worden gezet. Dit noemt men inundatie. Op zwakke punten werd de natuurlijke verdedigingslinie aangevuld met onder meer forten, kazematten en (groeps)schuilplaatsen. Daarnaast bestaat de Linie uit vijf vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem en twee middeleeuwse kastelen (Muiderslot en Loevenstein).
Veel van de werken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn jarenlang met rust gelaten. Daarom heeft zich vaak rond en op de werken een prachtige natuur ontwikkeld. Diverse cachers in den landen zullen rond de werken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie caches verstoppen.
Kijk voor meer informatie over de NHW en alle NHW-caches op website van de Betuwecachers.
Werk op de spoorweg bij de Diefdijk
Met het aanleggen van spoordijken en wegdijken groeide het aantal accessen. Een acces is een hoger
gelegen deel van het landschap binnen de Hollandse Waterlinie waar de inundatie (onderwaterzetting)
niet functioneerde. Om deze accessen te verdedigen werden er nieuwe verdedigingswerken gebouwd.
Het werk op de spoorbrug bij de Diefdijk is in 1880 gebouwd aan beide zijden van de spoorweg Leerdam - Geldermalsen.
In 1885 werd het acces verbeterd door de bouw van remises en betonnen borstweringsmuren.
In de spoorweg werd over de voorgracht en over de keelgracht een beweegbare brug gelegd, een kraanbrug.
Er is nog een kraanbrug intact, de brug over de keelgracht. De kraanbrug is uitgevonden door spoorwegingenieur Willem Conrad (1800-1869).
Een kraanbrug is een beweegbare brug die open en dicht gaat door te draaien om een verticale z-as.
Het voordeel van de kraanburg is dat hij goedkoop is en gemakkelijk te bedienen. Het nadeel is echter dat het wegdek eerst verwijderd dient te worden voordat de brug kan worden geopend. Vandaar dat de gebouwde kraanbruggen vooral spoorbruggen zijn.
Als brug was de kraanbrug populair voor militair gebruik omdat de weggedraaide brug niet zoals een klapbrug een doelwit was voor vijandelijk vuur en het uitzicht van de verdedigers belemmerde.
Vanaf eind jaren 1980 is het in particulier bezit en deels als woning in gebruik. Helaas is het daardoor niet toegankelijk.
De cache.
Deze cache is bedoeld om je een bijzonder onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te laten zien. Het is een kleine cache waarvoor je absoluut niet op particulier terrein of de spoorweg hoeft te komen. De spoorlijn is nog steeds in gebruik. Neem dus geen enkel risico.
Naam: |
Werk op de spoorbrug bij de Diefdijk |
Functie: |
Diende ter afsluiting van het acces gevormd door de spoorweg Geldermalsen - Leerdam |
Kenmerken: |
Aardwerk met bomvrij wachthuis, omgeven door een natte gracht |
Huidige toestand: |
In particulier bezit en deels als woning in gebruik. |
Toegankelijk: |
Niet, is in privébezit. |