Gezien het historische karakter van deze
cache zou het leuk zijn als we aan ruilhandel doen bijv., coin
eruit, coin erin, TB eruit, TB erin.
Bij de start van deze cache lagen er 3 coin's en 2 TB's in, en we
hopen dat iedereen er aan mee wil werken om de inhoud op peil te
houden. Liever geen Goodies!
Deze cache is een historische tocht door Berkel en Rodenrijs. Je
bekijkt diverse oude punten en krijgt wat uitleg over elk
punt.
Nog wat verdere tips vooraf:
Neem een telraam mee, er zitten wat berekeningen in die minder
handig uit het hoofd zijn te doen. De tijd die je ongeveer nodig
zult hebben is afhankelijk van het soort vervoermiddel dat je
kiest. Deze cache is het best te doen met de fiets maar ook voor
wie een wandeling van 13 km niet schuwt. Met het rijtuig gaat ook,
maar kan af en toe lastig zijn.
Trek er gewoon lekker de tijd voor uit en geniet van oud en nieuw
in dit dorp.
Bij het beginpunt en aan het eind zijn er diverse mogelijkheden
voor een hapje en een drankje.
Kijk, lees en reken rustig en nauwkeurig, dan is het een fluitje
van een cent.
Eerst even wat geschiedenis van
Berkel en Rodenrijs.
Het ontstaan
Vanuit Vlaardingen werd het veengebied in de elfde en twaalfde eeuw
ontgonnen door slootjes te graven zodat het natte gebied kon
afwateren. Op die manier kon de drassige grond worden rijp gemaakt
voor landbouw en veeteelt. Zo ontstond als een van de eersten het
ontginningsdorp Ouerscie ofwel Overschie.
Vanuit Overschie werkte men verder noordwaarts met arbeiders uit
Overschie, geassisteerd door Friese kolonisten. Gaandeweg ontstond
het gebied dat Roodenrise werd genoemd. Bij deze ontginning was de
Abdij van Egmond nauw betrokken Al spoedig moet er een parochie
zijn gesticht en heeft men er omstreeks het midden van de elfde
eeuw een eenvoudig kerkje gebouwd. Het dorpje Berkel lag in het
gebied Rodenrijs en is daarmee altijd al een geheel geweest. In
1266 bouwde ridder Alewijn van Rodenrise en Arnestus van Wulven een
stenen kerk in Berkel, op de plaats van de huidige Dorpskerk.
Watermolens
In de veertiende eeuw was het ontgonnen gebied zover ontwaterd dat
het veen begon in te klinken. Het was nu nodig om het water via de
inmiddels hoger gelegen rivieren af te voeren. In het gebied waar
nu nog molen De Valk staat, stond in 1384 al een watermolen en in
1472 stonden er zelfs al vier. Het uitwateren werd echter een
probleem dat met omliggende polders tot hevige twistpunten leidde.
Johan van Oldenbarnevelt loste het geschil uiteindelijk op door er
in 1618 een vijfde molen te laten bouwen.
Ambachtsheren
De graaf van Holland kon het grote gebied niet alleen besturen en
gaf het bestuur van dorpen in handen van rijke vrienden en
machthebbers. Deze bestuurder moest hier wel voor betalen en kreeg
zo’n ambacht “in leen”. De functie van
ambachtsheer leverde echter genoeg geld en eer op om hierin te
investeren.
Arent van Egmond kreeg het ambacht in leen en door vererving
werd uiteindelijk Lamoraal van Egmond onze ambachtsheer. Deze
edelman, vriend van Willem van Oranje, werd in 1568 door de
Bloedraad veroordeeld en op last van Philips II in Brussel
onthoofd.
In 1600 werd Johan van Oldenbarnevelt onze ambachtsheer. Het is
deze grote man eveneens slecht vergaan. Hij moest het om zijn grote
kennis en invloed afleggen tegen Prins Maurits en werd in mei 1619
op het Binnenhof onthoofd. Naar zijn laatste rustplaats wordt nog
steeds gezocht. Sommigen vermoeden dat hij in of nabij de Dorpskerk
is begraven. In 1706 werd Johan van der Hoeven de ambachtsheer. Hij
reorganiseerde het corrupte dorpsbestuur en stelde tientallen
leefregels vast waaraan de bevolking zich moest houden.
De Tachtigjarige
oorlog
Berkel heeft ernstig geleden gedurende de Tachtigjarige oorlog
(1568-1648), vooral tijdens het ontzet van Leiden. Om de
Spanjaarden dwars te zitten zijn diverse dijken doorgestoken en is
het land onder water gezet. Op deze manier konden de Geuzen met hun
schepen naar Leiden varen. De keerzijde hiervan was dat het
omringende land niet meer gebruikt kon worden voor landbouw of
veeteelt, waardoor de Berkelse bevolking nog jarenlang honger en
armoede heeft geleden.
De reformatie
Ook de reformatie is aan Berkel en Rodenrijs niet zo maar
voorbijgegaan. Het kerkgebouw ging over naar de
Gereformeerden en de katholieken hadden lange tijd geen rechten
meer. Desondanks bleef het dorpsbestuur nog lang in katholieke
handen en vindingrijkheid maakte dat deze groep in stand bleef en
zelfs groeide. Rond 1640 werd een huis als schuilkerk ingericht en
rond 1725 besloot men een echt kerkje te bouwen. In 1865 werd de
eerste steen gelegd van het huidige RK kerkgebouw. Intussen had ook
de Remonstrantse Gemeente een eigen kerk in de Kerkstraat, waar tot
1862 is gepreekt. De Dorpskerk was in 1732 zo vervallen geraakt dat
niemand er meer in durfde. De kerk werd daarom afgebroken en
vervangen door het thans nog bestaande gebouw. De toren en het koor
bleven tijdens de sloop behouden maar het koor is in 1948 gesloopt,
zodat de toren het oudste gebouw is binnen onze gemeente..
Turfsteken
In de 15de eeuw was men begonnen men met turfsteken omdat het
werd steeds moeilijker werd om het drassige land voor veeteelt en
akkerbouw te gebruiken en bovendien leverde turf meer geld op voor
de grondeigenaren. De vraag naar turf als brandstof steeg
niet alleen door de bevolkingsgroei maar ook door de aanwezigheid
van brouwerijen in het naburige Delft en Rotterdam. Door het
baggeren met een beugel kon ook dieper gelegen turf worden gestoken
en veranderde het land in grote waterplassen. Dit leidde op den
duur tot grote gevaren: wegen kalfden af en spoelden weg, maar ook
epidemieën konden zich sneller ontwikkelen, wat in Bergschenhoek en
Bleiswijk ook gebeurde. Ons dorp was een lintdorp geworden: een
lint van bebouwing omgeven door water. Toen nagenoeg alle veen was
afgegraven viel daarmee de bron van inkomsten weg en de bevolking
verarmde.
Droogmakerij
In 1776 was de situatie onhoudbaar geworden en begon men van
hogerhand met de droogmaking van de Noord-, Zuid- en Westpolder.
Hiervoor zijn in de Westpolder en in de Noordpolder elk drie molens
gebouwd, bij de vijf bovenmolens verrees ook een molen: de nu nog
bestaande Molen de Valk Er werd nieuw land gewonnen en de voordelen
daarvan werden in het midden van de negentiende eeuw zichtbaar. In
die tijd zijn ook de overige polders drooggemalen. De bevolking
groeide weer en de welvaart nam toe. De tuinbouw langs de Berkelse
vaarten ontwikkelde zich razendsnel en werd de toekomst van Berkel
en Rodenrijs. Berkelse tuinders richtte in 1904 de Berkelse
Groenteveiling op, die toen nog gevestigd was in Rotterdam. Toen in
1909 de spoorbaan werd aangelegd bouwde men naast het station
Rodenrijs de nieuwe locatie van de Berkelse Groenteveiling.
De Tweede
Wereldoorlog
Zoals in elke gemeente was ook in Berkel en Rodenrijs het Verzet
actief werkzaam. Verscheidene wapendroppings hebben
plaatsgevonden en de op die manier verkregen munitie is vanuit het
Berkelse verzet gedistribueerd. De oorlog heeft helaas ook een
aantal slachtoffers gekend. Zij worden eervol herdacht met een
monument.
Vinex en groei
Berkel en Rodenrijs is in de voorbij eeuwen en vooral de laatste
jaren sterk gegroeid.
In 1850 was het bewonertal nog 1250. In 1950 was dat al gegroeid
tot 5700 en nu Berkel en Rodenrijs als Vinex-gemeente is aangewezen
is het inwonertal onlangs gestegen tot 19000 en als de
Vinextaakstelling afgerond is wonen er meer dan 35.000 inwoners in
onze gemeente
Op 1 januari 2007 is Berkel en Rodenrijs opgehouden te bestaan als
zelfstandige gemeente. Samen met de andere voormalige
3Bhoek-gemeenten Bergschenhoek en Bleiswijk vormt zij de nieuwe
gemeente Lansingerland.
Monumenten in Berkel en
Rodenrijs
Berkel en Rodenrijs telt zes officiële Rijksmonumenten (verdeeld in
drie clusters): molen de
Valk, het sluisje,
het sluiswachtershuisje,
de NH Dorpskerk, de
toren van de NH Dorpskerk
en de dorpspomp bij de NH
Dorpskerk.
Alle andere monumentale zaken binnen Berkel en Rodenrijs hebben nog
geen status en dat maakt ze kwetsbaar. Tal van oude en minder oude
panden zijn het waard om te behouden. Het meest bekend is wel de
boerderij van Koot aan de
Laan van Koot nr. 5. Dit is het enige en daarom unieke voorbeeld
van een zeventiende-eeuwse boerderij binnen de grens van de
gemeente Lansingerland. Ook bekend zijn de boerderij van Olsthoorn, het
Hoge Huis en het
Wolstalletje. Het minst
bekend, maar misschien wel een van de belangrijkste is de oude,
achttiende-eeuwse smederij
aan de Herenstraat, met zijn authentieke interieur.
We gaan nu een tocht maken langs enkele van deze monumentale
zaken.
- We starten op N51 59.600 E004
28.745
De Nederlandse Hervormde Zaalkerk is ontworpen door D. van Stolk en
werd gebouwd in 1732. Kenmerkend voor de kerk zijn de
rondboogvensters, het hoge, omlopende schilddak en het houten
koepeltorentje aan de oostzijde. Binnen zijn te bezichtigen een
eikenhouten preekstoel, eind zeventiende eeuw, met koperen
lezenaar, een gesneden herenbank met overhuiving in Lodewijk
XIV-vormen, drie rouwborden uit de 18e eeuw, twee grote
tekstborden, met gegroefde pilasters en gebroken frontons,
omstreeks 1700, twee eenvoudige tekstborden uit de 18e eeuw, de
gesneden orgelkas in Lodewijk XVI-vormen op de galerij, een 17e
eeuws doophek (onder de toren), een hardstenen, gotisch doopvont en
een aantal grafzerken uit de 17e en 18e eeuw.
Niet alleen de kerk is monumentaal, de kerktoren en het hek zijn
ook monumenten. De toren is een laatgotisch bouwwerk, vermoedelijk
uit de 15e eeuw, ingebouwd in de kerk in de 18e eeuw. De "slanke,
ingesnoerde naaldspits" bepaalt voor een belangrijk deel het
uiterlijk van de kerk, en als zodanig de "skyline" van Berkel en
Rodenrijs. De klok in de toren is zo ongeveer het oudste onderdeel
van de kerk, hij stamt uit 1549 en is gegoten door Willem Wegewaert
uit Deventer. Het toegangshek (ten westen van de kerk) is een hek
met bakstenen hekpijlers, bekroond door gebeeldhouwde Lodewijk
XV-siervazen. Nog niet zo heel oud, maar wel karakteristiek, is de
dorpspomp voor de kerk uit 1903
A: Het aantal letters van de voor-
en achternaam van de oprichter van het grafteken?
- Ga naar N51 59.660 E004
28.645
B: Wat is het huisnummer van dit
pand?
- Ga naar N51 59.122 E004
28.227
Je staat nu voor boerderij Olsthoorn
C: wat is de kleur van de
staanders van de brug?
blauw=11 rood=22 zwart=33 wit=44
- Ga naar N51 58.440 E004 27.233
via
de weg onder het spoorweg viaduct door. Toen
in 1909 de spoorbaan werd aangelegd bouwde men naast het station
Rodenrijs de nieuwe lokatie van de Berkelse Groenteveiling.
Bij de kruising de weg langs het water vervolgen.
Op de nummers 439 tot 441 staat een HOFJE van zes woninkjes. Deze
heeft A. Klapwijk rond 1900 laten bouwen voor zijn personeel dat
bij hem op de tuin werkte.
Je komt nu bij een huis waar in 1901 de eerste steen werd gelegd
door Johanna.
D: Hoe oud was Johanna toen zij de
eerste steen legde?
- We gaan nu naar N51 58.370
E004 27.082
Over de tunnel van de N470 ziet u rechts
de Laan van Koot en de boerderij van de familie van Koot, gebouwd
in 1871
Boven één van de kelderramen is een monogram, wat staat voor het
teken (het kruis) zult gij overwinnen. Deze afweerkruisjes moesten
de boze geesten afweren, je wist immers maar nooit.
E: Tel de letters op die staan
boven één van de kelderramen? Voor de gevonden letters dient de
gebruikelijke omzetting A=1, B=2 enz. gebruikt te worden.
- We vervolgen de weg naar N51
58.300 E004 26.650
Aan uw linkerhand op nr. 485 ziet u
de boerderij waar de familie Van Leeuwen nu in woont, ook deze is
gebouwd in 1871.
Op nummer 509 staat de boerderij van de familie van Steenwijk. Op 7
februari 1900 is de oude boerderij door een grote brand verwoest,
waana de huidige boerderij is gebouwd. Het pand heeft een zadeldak,
waarvan het stalgedeelte een iets lagere nokhoogte heeft.
Karakteristiek zijn de makelaar en de windveren met een
gedecoreerde voorschot ertussen.
Op nummer 511 staat de boerderij waar N. Spek gewoond heeft. Deze
is rond 1850 gebouwd.
Aangekomen bij het coordinaat vindt men de voormalige
boerderij van de familie Rodenburg; de huidige eigenaar heeft hem
weer in de oude staat, met dezelfde oude ijsselsteentjes herbouwd.
De oorspronkelijke boerderij stamt uit 1850 en was gebouwd met de
ijsselsteentjes van drie voormalige vissers-woninkjes die daar
langs de vaart gestaan hebben, de fundering van deze huisjes is
heden ten dage nog te zien. De stal is nu met riet bedekt, dat was
eerder niet zo.
F: Hoeveel glazen taartpunten
zitten er aan de straatzijde in het
rietendak?
- Het volgende coordinaat waar
we naar toe gaan is: N51 58.280 E004 26.530
De nummers
529 tot en met 535 zijn gebouwd rond 1900, toen hier in Berkel en
Rodenrijs de tuinbouw in opkomst kwam. Het zijn typische
arbeiderswoningen, waarvan er nog maar enkele over zijn.
Het huis op bovenstaan coordinaat is van het jaar 1912, Hannes
Vogelaar heeft het laten bouwen. Theodorus Vogelaar heeft op
zesjarige leeftijd de eerste steen gelegd. Vogelaar had toen zijn
tuin op de dijk achter het huis.
G: Uit hoeveel vierkantjes bestaat
het raam boven de voordeur?
- Het volgende punt is N51
58.580 E004 25.730 (als je met de auto bent kan je het beste naar
N51 58.690 E004 25.600 rijden en hier parkeren en naar het
coordinaat toe lopen*. Fietsers en wandelaars volgen gewoon de
route hieronder)
Aan het eind van de Rodenrijseweg
ziet u recht voor u de boerderij van Treurniet. Hiervan is de
eerste steen gelegd op 10 juni 1891. U slaat nu rechtsaf de Oude
Bovendijk op.
Na huisnummer 289 kunt u het beste uw fiets op het parkeerterrein
stallen en het smalle weggetje naar boven lopen, *naar de sluis van
de voormalige Polder Berkel. Deze is gebouwd in 1862 en in de
negentiger jaren gerestaureerd door het hoogheemraadschap van
Delfland, de huidige eigenaar.
De sluis is altijd voor iedereen toegankelijk. Het is aardig dit
monument hier nader toe te lichten. De Schutsluis, in de Berkelse
Zweth, heeft gemetselde wanden met natuurstenen afdekking langs de
Schutkolk. Op een gedenksteen in de westelijke wand staat het
jaartal 1862 vermeld. De sluis heeft twee naar de Schieboezem
gekeerde houten puntdeuren, de in de houten stelling gevatte
draaimechanismen zijn ten delen nog aanwezig.
Aan de sluis was al eeuwen lang behoefte, aangezien de
waterhuishouding in een polderlandschap geen eenvoudige zaak is.
Pas in 1863 kwam de sluis er daadwerkelijk. Deze bleek later van
groot economisch belang voor de land- en tuinbouw, daar de
producten per platbodem naar de veiling en de grote steden vervoerd
moesten worden.
H: De som van de 6cijferige code
die staat op de peilschaal Delfland?
I: In welk jaartal is de sluis gerestaureerd?
J: Sinds welk jaartal staat de sluis op de monumentenlijst?
- Ga via de ophaal brug
naar N51 58.755 E004 25.695
Dit monument is in
privé-bezit en als zodanig niet toegankelijk. De huidige bewoners
laten de molen nog vaak draaien. Wellicht wilt u toch graag weten
wat u ziet als u er langs komt: zowel de molenaarswoning als de
molen zijn monumenten. De molenaarswoning stamt uit de eerste helft
van de 19e eeuw. Het pand heeft een pannen zadeldak met een schild
aan de linkerzijde, in de voorgevel zitten links halfronde
stalraampjes, rechts vensters. Deze vensters zitten ook in
rechterzijgevel en het aanbouwtje aan de linkerzijde. De
achtergevel is voorzien van drie deuren en staafankers. De goot
staat op klossen aan de voor- en achterzijde.
De molen zelf stamt uit 1772 en is de laatste van ongeveer 14
molens die vroeger in Berkel en Rodenrijs aanwezig waren. Het is
een van de vier nog resterende poldermolens in Delfland, een gebied
waar vroeger zo'n 105 poldermolens stonden. De molen had in de
eerste plaats dus een functie in de bemaling van de polder. Deze
molen werd gebouwd als onderdeel van de grote droogmakingen van
1774-1777. De molenbouwer heette Gerrit van der Hart uit
Leiderdorp. Geheel harmonisch verliep de droogmaking niet bepaald,
de inwoners van de gemeente waren woedend toen bleek dat de nieuwe
dijken vaak dwars over hun erven liepen. Inspraak bestond echter
nog niet, en de grond viel toe aan de Droogmakerij.
K: Hoeveel molens klaarden de
klus voor de drooglegging van de Noordpolder, de Westpolder en
de Zuidpolder?
LET OP! Volgend stuk is
verboden voor auto's, zoek een andere weg
naar N51 59.(I+J+C+K)/B E004
C+B.04B, bijvoorbeeld linksaf via de Oude
Leede.
- Via een (nog?) landelijk
stukje fietspad vervolgen we onze weg naar N51 59.800 E004
27.045
Over de brug gaan we rechtsaf, en laten de
molen achter ons. Eerste zijweg links de Boezemweg op, gelijk links
van u ziet u de waterinlaat vanuit de bovenvaart; bij hoog en veel
regenwater wordt de inlaat open gezet. Na het asfalt wordt het een
koolaspad. We rijden nu in de bergboezem van het Hoogheemraadschap
Delfland. Bij hoog water kan deze polder onder water gezet worden
om het overtollige water te bergen. De boeren krijgen dan bericht
hun vee daar weg te halen. Delfland gaat ook de kaden vand e
bergboezem verhogen. Nu kan er 600.000M3 water in, en zal
verdubbeld worden naar 1.200.000M3. 40 Meter vanaf de kade van de
Bovenvaart wordt een watergang gebouwd, die de krappe binnenboezem
moet ontlasten.
Aan het eind kun u over de spoorbaan, of onder de spoorbaan door
over het schipperspaadje; u komt op dezelfde plaats uit.
L: Neem het derde getal van het 5
cijferige nummer dat staat op de paal aan de linkerkant van de
weg?
- U gaat onder de weg door en
dan 1e weg links de brug over naar N52 00.400 E004
29.053
Tot een paar jaar terug reed men hier nog door
de polders. Zoals u ziet is het nu een Vinex lokatie en de huizen
schieten als paddestoelen uit de grond.
Aangekomen bij de lokatie ziet u het gemaal van de Noordpolder van
polder Berkel. Je kan om het gemaal heen lopen.
M: hoeveel betonnen treden zijn er
rondom?
- We zijn er nu bijna. We maken
nog een stop bij N52 00.050 E004 28.950
We zijn nu
aangekomen bij de RK.Kerk van O.L.Vr. Geboorte. De kerk is gebouwd
in 1865 door architect G.A.Vogelpoel. De twee zijbeuken zijn
toevoegingen uit 1926, waarbij de neogotische elementen zijn
verwijderd. De pastorie, ook ontworpen door G.A. Vogelpoel, is in
eclectische bouwstijl. Het glazen portaal is in de vijftiger jaren
aangebouwd.
N: Hoeveel wijzerplaten heeft de
toren?
- Voordat we het eind coordinaat
kunnen uitrekenen moeten we nog even naar N51 59.615 E004
28.555
Hier staat men voor de witte smederij in het
centrum van Berkel en Rodenrijs, met zijn authentieke
interieur.
O: Welk jaartal staat er op dit
pand?
In de directe omgeving vindt u diverse gelegenheden om de eind
lokatie te berekenen.
Controle: Als u alle antwoorden bij elkaar optelt en
dan de uitkomst stapel telt, is het antwoord 2
- De cache bevindt zich op
N51 59.(((A+B+C+E+F+G+H+I+J+K+L+M+N+O) /
((F+G)-L)))-(M-G)
(cijfer achter de komma kan je vergeten)
E004 28.(G-N)B(K-N)
.
Het eindpunt is niet het meest
spectaculaire punt van Berkel en Rodenrijs maar het ligt er wel met
toestemming van de eigenaar. Kijk goed uit naar het GC-logo.
Voorzichtig met loggen, het kan hier erg druk zijn. De directe
omgeving is op de hoogte. Wij zouden het leuk vinden als coins en
TB's worden geruild, tenslotte zijn we bezig met een historische
route en er werd vroeger alleen geruild.
Felicitaties voor:
The Sugars
gpsgek
De Mol