Skip to content

Bomen van Drie Mystery Cache

This cache has been archived.

Somertjes: Na ruim vijf jaren komt er een eind aan deze cache.

More
Hidden : 2/7/2009
Difficulty:
2.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Bomen van Drie

Er waren eens drie jonge reuzen, waar ze vandaan gekomen zijn weet niemand, maar op een keer waren ze er.
Zij leefden onbezorgd, ze aten veel en dronken veel en waren blij en vrolijk. Als ze samen stoeiden en elkaar over de heuvels renden, dan dreunde de grond onder hun voeten.
De dwergen, die in de aarde woonden, zaten verschrikt naar dit geweld te luisteren en vreesden de heuvels te zien instorten. Angstig gluurden ze door de struiken, maar als een van de jonge reuzen kwam aanhollen, wisten ze niet hoe vlug ze in hun holen konden wegkruipen.
's Avonds als de drie uitgelaten wildemannen moe waren, sliepen ze naast elkaar op de helling van de heuvel en dan snurkten ze zo hard, dat de dwergen, die in de heuvel woonden, geen oog meer dicht deden. Toch waren het geen boze of kwaadaardige reuzen.

De volgende dag begon het spelletje opnieuw. Zo stoeiden ze de hele dag tot ze moe waren. 's Avonds liepen ze naar de grote hoogte terug, de jongste was zo moe, dat de beide anderen hem moesten helpen. Toen ze op de heuvel aankwamen ging de zon juist onder.
De twee jongsten sliepen direct, maar de oudste van de broers zat nog lang te kijken naar de zonsondergang. Van de andere kant kwamen nu stille nevelgeesten. Zij zweefden om de heuvel heen, maar er kwam er geen een naar boven. Na een tijdje viel ook hij in slaap en lagen ze gezamenlijk hard te snurken. De dwergen deden weer geen oog dicht.

De derde dag keken de reuzen rond en zagen dat zij vanaf dit punt het hele land konden overzien. Daar lagen de bossen en de eindeloze hei en verder weg de beken en meren. Ze vonden dat ze hier maar een huis moesten bouwen. Alle drie vonden dat een goed idee en ze besloten eens flink aan het werk te gaan.
De hele dag sleepten ze met bomen, keien en plaggen. Vier stevige eiken werden op de hoeken geplaatst. Daar tussen kwamen de wanden van dennenstammen en plaggen. Met een eiken knots sloegen ze de boomstammen in de grond, tot grote schrik van de dwergen. Tegen de avond was het huis klaar en ze stookten hun eerste vuur in de haard.

Die nacht deden de dwergen weer geen oog dicht, maar nu kwamen ze bij elkaar en besloten het huis af te breken. Ze werkten en sjouwden de hele nacht en probeerden de boomstammen uit te graven, maar de volgende ochtend hadden ze niet meer dan een paar zware plaggen weggesleept en een paar gangen om de hoekpalen gegraven.

Toen de reuzen 's ochtends wakker werden zeiden ze tegen elkaar: er schijnen hier veel konijnen te zijn. Een van de reuzen stampte de gangen weer zo vast toe, dat ze met geen mogelijkheid weer open gegraven konden worden. Een andere reus greep in een keer de beide plaggen en legde die weer op het dak.

Toen het avond werd en de zon weer onder was, kwamen de dwergen collectief bij elkaar. Een van de voornaamste dwergen, die goed kon spreken en zichzelf graag hoorde spreken, klom op een steen en sprak de anderen toe.
Onze heuvels zijn door een zware plaag bezocht. Wanneer wij de drie reuzen hier niet verwijderen, dan hebben we geen leven meer. Ze lopen zo lomp, dat onze huizen dreigen in te storten. Ze snurken zo hard, dat wij geen oog dicht doen. Ze eten op een dag met zijn drieën meer, dan wij allemaal in een jaar. Ze doen alsof wij helemaal niet bestaan. Dat kan, dat mag zo niet langer duren.
Gisternacht hebben wij geprobeerd het huis af te breken, maar het zit zo vast en is zo sterk, dat het onbegonnen werk is. Wat wij in een nacht verwoesten herstellen zij in een ogenblik. Wij kunnen in kracht niet tegen hen op, we moeten ze nu zien te verdrijven door hun het leven op allerlei wijze onaangenaam te maken, hen in allerlei kleinigheden te dwarsbomen.
We zullen vanavond wat vuur van hun haard stelen en het huis ermee in brand steken. Een gejuich ging in de menigte op. Maar hoe komen we binnen? Wel we graven gewoon een gang onder het huis tot bij de haard! En iedereen liep weg om direct te beginnen.
Ze groeven en groeven, maar de drie jonge reuzen, die daar boven lagen te slapen, snurkten zo, dat er telkens stukken van de gang instortten. Ten slotte gaf iedereen het maar op.

De volgende dag zeiden de reuzen tegen elkaar: het lijkt wel of er mollen onder het huis zitten, er is hier een gang, we zullen stenen op de vloer leggen en die aantrappen.
Die avond zaten de drie reuzen op een stenen vloer om de haard. Het vuur brandde lustig en ze zaten heel lang gezellig te praten over hun plannen om rogge te zaaien en bomen te planten. De deur stond op een kier en buiten stonden de dwergen en gluurden naar binnen.
De jongste werd het eerst wakker van de brandlucht en toen hij keek stond het hele vertrek vol rook en overal waren vlammen. Hij wekte zijn beide broers. Net op tijd konden ze het huis verlaten.
Nauwelijks waren ze buiten of met oorverdovend geraas stortten de zware balken en binten van het dak in. Aan blussen viel niet meer te denken. Verbijsterd keken de drie broers naar het verwoeste huis.
Achter de struiken zaten de dwergen te giechelen en op de vlakte dansten ze in een grote kring. De drie reuzen zagen dit niet, ze staarden sprakeloos in de hoog opgroeiende vlammen. We hebben gisteren vergeten de deur dicht te doen, sprak de middelste. Ik denk dat de wind vonken van de haard geblazen heeft. Het kan ook zijn dat de brand aangestoken is door een boze geest.
We moeten voortaan de deur goed dicht doen, sprak de oudste. Dan moeten we eerst weer een deur hebben, sprak de tweede. Morgen beginnen we weer te bouwen, zeiden ze tegelijk, en dan bouwen we niet een, maar drie huizen. Als er dan een afbrandt, hebben wij er nog twee over. De schrik en de neerslachtigheid waren vergeten.

Voor de zon opkwam waren ze al op weg om bomen en plaggen te halen. De dwergen moesten toezien, dat er opnieuw gebouwd werd.
's Avonds stond er een nog sterker en mooier huis klaar. Binnen een week stonden er drie van zulke mooie huizen. Er omheen waren vlierstruiken geplant, om de boze geesten tegen te houden. 's Avonds waren de deuren gesloten.

Nadat dit alles klaar was begonnen de reuzen de grond om te spitten en zaaiden rogge. De dwergen brachten engerlingen en onkruid in de akkers, zodat de oogst voor een deel mislukte en erg schraal uitviel. De nacht voordat de rogge gemaaid zou worden sloegen ze de rogge neer, zodat het maaien uiterst moeilijk was.
De drie broers trokken het onkruid eruit, ze spitten het volgende voorjaar de akkers dieper om en omrasterden de akkers met dichte heggen.

Op een keer hadden de reuzen weinig te doen en gingen ze naar het bos, haalden daar een paar mooie jonge beuken en plantten die boven op de berg om hun huizen tegen de stormen te beveiligen. De dwergen ondermijnden de boompjes en sneden er de fijne haarwortels af. Maar als er een boompje dood ging, plantten de reuzen er twee voor in de plaats. De bomen groeiden heel langzaam, maar juist omdat ze zoveel te verduren hadden werden ze uiterst sterk. Weldra waren de wortels zo taai, dat de dwergen er met geen mes meer door konden komen.

Op een dag in de herfst zei de jongste van de reuzen, die altijd wat onrustig van aard was geweest, ik trek hier weg. De grond is arm en schraal en die geniepige dwergen vervelen me. Ik ga naar het westen, daar is de grond beter. Zo gezegd, zo gedaan.
De twee anderen keken hem treurig na. Hij zal wel snel terugkomen, want daar in het westen is het ook niet alles.
De winter ging voorbij, maar de jongste kwam niet terug.
Het werd voorjaar en toen zei de tweede broer dat hij ook naar het westen ging, daar is de grond vast veel beter. Onze broer komt niet terug, ik ga naar hem toe. Weemoedig zag de oudste hoe ook de tweede broer, opgewekt en vol moed, op weg ging.

Toen hij weg was bleef de laatste broer eenzaam achter.
Hij sloot de twee andere huizen, onderhield de akkers en de bomen. Soms kreeg hij zin om ook naar het westen te gaan, maar wie zou er dan voor de oogst en de bomen zorgen? Hij kon de boel niet in de steek laten. De jaren gingen voorbij. De akkers werden steeds vruchtbaarder en de bomen groeiden langzaam, maar ontzaglijk, en zij boorden hun wortels diep in de aarde. Vele stormen overleefden ze.

Vele jaren nadat de reus gestorven was, kwamen de mensen. Ze vonden goed akkerland en drie stille, met mos begroeide huizen en ze noemden de plaats Drie.
De bomen staan er nog steeds, hoog, geweldig en onaantastbaar. Het kan ook niet anders, ze werden door reuzen geplant.

75,8; 48,2; 86,9; 15,12; 71,12; 39,6; 99.8; 25,12; 8,8; 106,3; 27,11; 77,4; 12,3; 83,8; 55,12; 18,8; 97,4; 57,8; 62,13; 101,10; 45,2; 16,2; 104,14; 36,5; 78,17; 32,14; 42,11; 9,7; 18,6; 83,6; 45,4; 98,7; 83,2; 21,13; 67,11; 36,4; 94,6; 63,3; 33,23; 88,4; 31,1; 94,10; 46,5; 4,1; 40,2; 84,7; 51,31; 62,6; 93,12; 41,21; 77,16; 1,3; 3,6; 36,9; 81,21; 82,10; 61,7; 42,1; 26,8; 58,13; 47,5; 16,2; 40,6; 59,3; 43,3; 100,2; 21,12; 6,20; 38,13; 55,2; 21,12; 47,12; 4,10; 44,14; 83,11; 88,3; 61,16; 2,10; 105,4; 54,14; 27,8; 37,8; 87,6; 47,10; 103,3; 28,12; 51,10; 70,5; 78,20; 43,19; 58,15;16,7; 92,7; 82,10; 80,11; 99,6; 28,24; 81,6; 104,5; 21,8; 35,7; 13,12; 85,10; 60,8; 27,16; 81,13; 42,5; 79,17; 35,13; 93,5; 23,4; 44,10; 98,15

De cache ligt naast het pad en ga vooral het bos niet in.

Houd je tijdens je verblijf in het bos aan de hier geldende regels:
1. Het gebied is alleen toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang.
2. Blijf op de paden en heb respect voor de natuur. Voor de cache hoef je niet van de paden af, ook graven of anderszins is niet nodig.
3. Honden zijn toegestaan maar dienen aan de lijn gehouden te worden.
4. Fietsen is toegestaan op wegen en paden.

De GPS ontvangst is door de aanwezige bomen met of zonder bladerdak niet altijd optimaal. Blijf echter op de paden.

Met dank aan Staatbosbeheer voor de toestemming om een geocache te mogen plaatsen.

Additional Hints (Decrypt)

Obbzfgebax, annfg urg cnq

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)